15/05/2017

OVAM en lokale besturen werken samen aanpak uit voor risicogronden

bodem
Back to article overview

Vlaanderen wil dat alle historisch verontreinigde gronden tegen 2036 gesaneerd zijn of op zijn minst in de saneringsfase zitten. Dat betekent dat bodemonderzoeken en -saneringen in een stroomversnelling moeten raken. De eerste stap is het vervolledigen van de gemeentelijke inventaris van risicogronden. Gemeenten zijn goed op weg om die opdracht tegen eind 2017 af te ronden.

Opvolging opdrijven

Dankzij de gegevens in de gemeentelijke inventaris is de OVAM op de hoogte van de risicogronden waar eventueel nog een bodemonderzoek moet gebeuren. Naast de activering van oude dossiers, kunnen we dus ook de opvolging opdrijven van ondernemingen die verplicht zijn om hun bodem te laten onderzoeken periodieke onderzoeksplicht).

Ook de lokale besturen krijgen dankzij de inventaris een beter overzicht van mogelijk verontreinigde gronden op hun grondgebied. Dat stelt hen voor tal van maatschappelijke uitdagingen rond duurzaam ruimtegebruik en een kwaliteitsvolle leefomgeving. Om die uitdagingen aan te gaan, kunnen ze rekenen op de OVAM. Samen kunnen we ervoor zorgen dat on(der)benutte en verontreinigde terreinen sneller renderen. Waar mogelijk werken we een aanpak op maat uit voor specifieke risicogronden. Steden en gemeenten met een volledige gemeentelijke inventaris komen eerst aan de beurt.

Twintig gemeenten

In de eerste twintig gemeenten met een volledige gemeentelijke inventaris zullen we dit jaar samen met het bestuur in detail nagaan hoe en wanneer de risicogronden in de gemeente effectief kunnen worden aangepakt. Concreet zal de OVAM alvast op eigen initiatief en op eigen kosten een aantal gronden in die gemeenten onderzoeken. Het gaat om de percelen uit de gemeentelijke inventaris waar activiteiten werden stopgezet voor 1995 en waarvan de eigenaars particulieren zijn die die activiteiten niet zelf hebben uitgevoerd.

Praktijkervaring

Na het identificeren en inventariseren van risicogronden worden bijvoorbeeld ook brownfields (verlaten of onderbenutte terreinen die moeizaam tot herontwikkeling komen) vlotter opgespoord. Daarnaast kan doelgericht onderzocht worden of een aanpak op maat voor bepaalde sectoren of voor complexere gevallen aangewezen is. Voorbeelden daarvan vindt u op portfolio.ovam.be.

Op basis van de concrete praktijkervaringen die we opdoen, kunnen we verder onderzoeken hoe en welke instrumenten we kunnen inzetten in de rest van Vlaanderen en waar een aanpak op maat aangewezen is. Zo realiseren we samen een gezondere omgeving om te leven en te werken. 

Hebt u nog vragen?

Contacteer ons via lokalebesturen@ovam.be.

 

Bron: De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij