08/09/2021

Oprichting van een OCAD Klimaat

climate change-2
Terug naar artikeloverzicht

Federaal minister van Klimaat Zakia Khattabi roept op om lessen te trekken uit het noodweer dat lelijk huis heeft gehouden in ons land en speelt in op de Europese klimaatwet, die naast koolstofneutraliteit, eveneens streeft naar weerbare staten tegen 2050; daartoe legt ze de oprichting van een “OCAD Klimaat” op de regeringstafel. Naast voluntaristische en ambitieuze beleidsvoering op het vlak van klimaat is het volgens haar van essentieel belang dat de beheersing van de klimaatcrisis voortaan als een structureel gegeven opgenomen wordt.

De federale minister van Klimaat stelt voor om een Coördinatieorgaan voor de risicoanalyse en -evaluatie van de klimaatcrisis op te richten. Naar het voorbeeld van de OCAD (voor de terroristische en extremistische dreiging) zou dit orgaan een multidisciplinair federale kennis- en expertisecentrum zijn. Het zou onder de voogdij vallen van de minister van Klimaat en van Leefmilieu. In de uitvoering van zijn opdrachten zou het orgaan volledig onafhankelijk zijn, wat bijgevolg neutrale en objectieve risico-evaluaties en aanbevelingen moet garanderen. Het orgaan zou verslag uitbrengen aan de Nationale Veiligheidsraad, waartoe voortaan ook de minister van Klimaat en van Leefmilieu zou worden uitgenodigd. 

“De doelstelling is om België in staat te stellen – inzake klimaatverandering (en bij uitbreiding alle planetaire grenzen) – op elk moment te beschikken over een adequate en geactualiseerde analyse van de risico’s op basis van een evaluatie van de uitdaging en de kwetsbaarheden. Dit moet uitmonden in het formuleren van mitigatie- adaptatie- en ‘loss & damage’-aanbevelingen met het oog op een evenredige bijsturing van het klimaatbeleid en versterking van de klimaatgovernance om onze weerbaarheid te verhogen. Aanpassing is ook voorkomen en anticiperen”, benadrukt de minister.

Het is uiteraard niet de bedoeling om in de plaats te treden van het wetenschappelijk onderzoek of de huidige overheids- en beleidsinstanties; het is wel de bedoeling om beroep te doen op bestaande (wetenschappelijke) bronnen, een meta-analyse uit te voeren en te wijzen op eventuele lacunes om een gedegen evaluatie te maken.

”Het is onze plicht om aan de hand van een beter inzicht, van meer anticipatie en van een betere samenwerking, vanuit een holistische benadering bij te dragen tot het bereiken van klimaatweerbaarheid tegen 2050”, besluit de minister.

 

 

Bron: © FOD Kanselarij van de Eerste Minister