De inzet was niet mis: debatteren over het Europese milieubeleid voor de komende tien jaar. De Europese conferentie die zopas werd afgesloten, was er dus een van zeer groot belang.
Europees milieubeleid: wat biedt de toekomst?...
Deze conferentie, die werd georganiseerd door Minister Evelyne Huytebroeck – Brussels minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing, en Leefmilieu Brussel, in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie, kon rekenen op 400 deelnemers waaronder de Europese milieucommissaris Janez Potocnik, de vicevoorzitster van het Europees parlement, Isabelle Durant, de milieuministers van Duitsland, Denemarken, Hongarije, Polen en Slovenië, allerlei topexperten en tal van maatschappelijke vertegenwoordigers.
De conferentie kwam tot het besluit dat de Europese Unie nood heeft aan een heus 7de milieuactieprogramma, ter opvolging van het 6e programma dat in 2012 afloopt. Door naast het Parlement en de Europese Raad, ook de burgermaatschappij in haar geheel hier bij te betrekken, vormt de voorbereiding van dit toekomstige programma een enorme milieu-uitdaging inzake participatieve democratie die het beleid moet sturen voor het volgende decennium.
Het onderwerp doet echter heel wat controverse ontstaan, wat nog maar eens benadrukt hoe belangrijk het wel is. De Europese Commissie wil eerst de resultaten van de evaluatie van het 6e MAP afwachten alvorens te opteren voor een nieuw milieuactieprogramma. De Commissie is eveneens van mening dat het voorstel dat ze in 2011 op tafel zal leggen over het efficiënt gebruik van de hulpbronnen, in het kader van de Europese Strategie 2020, reeds een belangrijke stap is naar een milieuprogramma. Maar ook al zijn bepaalde milieuaspecten aanwezig in deze strategie, toch is die in de eerste plaats van sociaaleconomische aard. Een echt milieubeleid reikt verder dan de economische dimensie, en omvat ook aspecten zoals gezondheid, de bescherming van het milieu voor de toekomstige generaties, gedragswijziging, specifieke milieuonderwerpen zoals de diffuse vervuilingsbronnen enz. Een specifiek milieuprogramma is dus een must.
De grote meerderheid van de lidstaten en bijna alle milieu-actoren (NGO, politiek enz.) willen nog verder gaan en een heus 7e programma realiseren.
Welke inhoud voor het programma?
Het programma zou:
- Een globaal kader moeten vormen voor het milieubeleid voor de komende tien jaar;
- Duidelijke banden moeten creëren met de andere Europese strategieën, zoals de Strategie EU2020, de strategie rond duurzame ontwikkeling en andere transversale beleidsinstrumenten (zoals het actieplan voor milieu en gezondheid) ;
- Becijferde doelstellingen moeten bevatten voor alle milieusectoren.
Dat programma zou echter veel verder moeten gaan en ook volgende elementen moeten bevatten :
- Een denkoefening, een betere definiëring van de instrumenten (inzake reglementering, evaluatie en sanctionering) van het Europese milieubeleid en de ontwikkeling van tools voor goed bestuur:
- Met betrekking tot het regelgevingproces (eenvoudige, eenduidige en dwingende regels die worden aangevuld met economische instrumenten (prijzenbeleid, CO2-taxatie))
- Met betrekking tot de evaluatie van de resultaten (indicatoren die verder gaan dan het BBP zoals de ecologische voetafdruk en impactevaluaties, waarbij de onafhankelijkheid wordt gegarandeerd) ;
- Met betrekking tot de concrete uitvoering (eerst van beter geformuleerde regels en vervolgens van internationale bijstands-, controle- en sanctiemechanismen).
- Een nieuwe globale benadering gelinkt aan meer duurzame levenswijzen (consumptie-, productie- en handelswijzen), rekening houdend met de schaarste van energiebronnen en grondstoffen: stimuleren van zowel de ecotechnologieën, de energiedoeltreffendheid, maar ook van gedragsveranderingen en van de aanpassing van onze levensstijl.
Tijdens de Milieuraad van 20 december aanstaande zullen de denkoefeningen en aanbevelingen omtrent de verbetering van de instrumenten van het milieubeleid worden besproken door de milieuministers van de hele Europese Unie.
Bron : © Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie