01/06/2007

Ontwerp Sectoraal Uitvoeringsplan bagger- en ruimingsspecie goedgekeurd

Terug naar artikeloverzicht

Op voorstel van Vlaams minister Kris PEETERS heeft de Vlaamse Regering vandaag het ontwerp Sectoraal Uitvoeringsplan Bagger- en Ruimingsspecie (SUP BRS) principieel goedgekeurd. Het SUP BRS komt tegemoet aan de dringende behoefte om op duurzame wijze om te gaan met baggeren en ruimen, om zowel nautische, hydraulische als ecologische redenen. Daarnaast komt ook de aanpak van de historische achterstand aan bod. Het plan vormt het beleidskader voor de volgende 10 jaar, en levert tevens een langetermijnvisie op 30 jaar.
Minister Peeters zal nu opdracht geven om een openbare consultatieprocedure te organiseren alsook het advies inwinnen van de SERV en de Minaraad.

Het SUP BRS vindt zijn wettelijke basis in de artikelen 35 en 36 van het Afvalstoffendecreet. De lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht eenn of meerdere plannen op te stellen voor het beheer van afvalstoffen op grond van de Europese richtlijn betreffende afvalstoffen. Met dit SUP BRS voldoet het Vlaamse Gewest aan deze verplichting voor het beheer en de verwerking van deze stromen.

De problematiek van bagger- en ruimingsspecie heeft een wezenlijke impact op de maatschappij. Baggeren en ruimen dient enerzijds verschillende maatschappelijke belangen en vrijwaart anderzijds de diverse functies van water: scheepvaart, waterhuishouding, natuur, landbouw, milieu, ... Daartegenover staat dat bagger- en ruimingswerken hinderlijke effecten kunnen teweegbrengen voor natuur en milieu en tevens een ruimtelijke impact kunnen hebben. Ook het storten van bagger- en ruimingsspecie kan een belangrijke maatschappelijke en ruimtelijke impact hebben.

Met het SUP BRS komt de minister nu tegemoet aan de dringende behoefte om op duurzame wijze om te gaan met baggeren en ruimen, om zowel nautische, hydraulische als ecologische redenen.
Daarnaast komt ook de aanpak van de historische achterstand aan bod.

Het plan vormt het beleidskader voor de volgende 10 jaar, en levert tevens een langetermijnvisie op 30 jaar. Deze lange periode is nodig om de historisch gegroeide achterstand weg te werken.

Het probleem moet op een duurzame en betaalbare manier aangepakt worden. De eerste stap hierin is het ontstaan van nieuw sediment maximaal vermijden. Daarom wordt er in het plan ook veel aandacht besteed aan preventiemaatregelen, zowel kwantitatief als kwalitatief. Deze acties hebben betrekking op erosiebestrijding, het verminderen van overstorten van rioleringsstelsels en lozingen, het verbeteren van de waterkwaliteit en het opvangen van het sediment zo stroomopwaarts mogelijk in het bekken.

Tweede element in het plan is het wegwerken van de historische achterstand, zodat de nautische, hydraulische en ecologische doelstellingen gehaald worden. Hierdoor kan de waterloop opnieuw zijn driedubbele taak vervullen: als transportader, als afvoer voor het water zodat het overstromingsgevaar vermindert, en als proper leefmilieucompartiment. De prioriteitsstelling voor het baggeren en ruimen gebeurt op basis van zowel hydraulische als ecologische redenen binnen de (deel)bekkenbeheerplannen.

De laatste stap ten slotte heeft betrekking op wat er met de bagger- en ruimingsspecie gebeurt. Afhankelijk van de kwaliteit kan de specie gebruikt worden als bodem, als bouwstof of moet ze gestort worden. De strategie bestaat erin om het storten maximaal te beperken. Daarom moet niet rechtstreeks herbruikbare, maar reinigbare bagger- en ruimingsspecie behandeld worden, rekening houdend met de beste beschikbare technieken. Hierdoor wordt enerzijds de ruimtelijke en ecologische impact van het storten maximaal vermeden, en wordt anderzijds ook het verbruik aan primaire grondstoffen beperkt.

Het SUP BRS legt dus duidelijk de link met de in opmaak zijnde (deel)bekkenbeheerplannen. Heel wat doelstellingen en acties moeten in de (deel)bekkenbeheerplannen een concrete uitwerking vinden. Zo zal bijvoorbeeld voor het wegwerken van de saneringsachterstand van de waterbodems een prioriteitstelling en concretisering gebeuren in de (deel)bekkenbeheerplannen.

Behandeling volgens de Beste Beschikbare Technieken en het maximaal nuttig toepassen moeten bijdragen tot het oplossen van het afzetprobleem van bagger- en ruimingsspecie. Om transportkosten en milieuoverlast te beperken, moet maximaal afzet gezocht worden binnen het eigen bekken.

Ten slotte wordt voorzien in de opvolging en bijsturing van het voorgestelde beleid.

De minister zal nu opdracht geven een openbare consultatieprocedure te organiseren en het advies inwinnen van de SERV en de Minaraad.

"Na grondig overleg zijn we er in geslaagd om een plan op te stellen dat door alle betrokken actoren gedragen wordt", stelt minister Peeters. "Met dit plan stellen we het algemene kader vast om de noodzakelijke bagger- en ruimingswerken uit te voeren zodat de overstromingsproblematiek, de bevaarbaarheid van onze waterlopen als belangrijke verkeersader voor onze economie, en de sanering van de waterbodems kunnen aangepakt worden", aldus de minister .

Bron : Persmededeling van de Vlaamse Regering