03/11/2010

Nucleair afval: De Commissie stelt veiligheidsnormen voor definitieve berging op

Terug naar artikeloverzicht

De Commissie heeft vandaag veiligheidnormen voorgesteld voor de verwijdering van verbruikte splijtstof en radioactief afval uit kerncentrales en van radioactief afval uit de medische en onderzoekssector. Overeenkomstig de vandaag ingediende richtlijn moeten de lidstaten nationale programma's optellen waarin wordt aangegeven wanneer, waar en hoe zij definitieve bergingsfaciliteiten zullen bouwen en beheren met inachtneming van het meest stringente veiligheidsnormen. Met deze richtlijn worden internationaal overeengekomen veiligheidsnormen ook wettelijk bindend en afdwingbaar binnen de Europese Unie.

Het met het energiebeleid belaste Commissielid Günther Oettinger verklaarde: "Veiligheid is belangrijk voor alle burgers en alle EU-landen, ongeacht of zij voor? dan wel tegenstander zijn van kernenergie. Wij moeten ervoor zorgen te beschikken over de beste veiligheidnormen ter wereld om onze burgers, ons water en onze bodem te beschermen tegen radioactieve besmetting. Veiligheid is ondeelbaar. Als een ongeval gebeurt in één lidstaat kan dat ook vernietigende effecten hebben op andere lidstaten."

De Commissie stelt voor om binnen de EU een wettelijk bindend en afdwingbaar kader op te zetten dat ervoor moet zorgen dat alle lidstaten de gemeenschappelijke, in de context van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) ontwikkelde veiligheidsnormen hanteren in alle fasen van het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, tot en met de definitieve berging ervan.

Overeenkomstig de richtlijn:

  • moeten de lidstaten binnen een termijn van vier jaar na de vaststelling van de richtlijn nationale programma's opstellen. Daarin dienen de volgende elementen te worden behandeld: plannen voor de bouw en het beheer van opbergingsfaciliteiten, met daarbij een concreet tijdschema voor de bouw, inclusief belangrijke mijlpalen en een beschrijving van alle activiteiten die vereist zijn om bergingsoplossingen ten uitvoer te leggen, alsmede de nodige kostenramingen en de gekozen financieringsstelsels;

  • moeten die nationale programma's worden aangemeld. De Commissie kan de lidstaten verzoeken hun plannen te wijzigen;

  • kunnen twee of meer lidstaten overeenkomen een definitieve bergingsplaats in één van die lidstaten te gebruiken. Het is niet toegestaan om radioactief afval met het oog op definitieve berging uit te voeren naar buiten de EU gelegen landen;

  • moet het publiek door de lidstaten worden geïnformeerd en moet het kunnen deelnemen aan de besluitvorming inzake het beheer van nucleair afval;

  • worden de door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie opgestelde veiligheidsnormen juridisch bindend. Dit houdt onder meer in dat er een onafhankelijke autoriteit wordt opgericht die vergunningen voor de bouw van bergingsfaciliteiten afgeeft en de veiligheidsanalyse voor elke afzonderlijke bergingsfaciliteit uitvoert.

Achtergrond:

Meer dan 50 jaar na de inbedrijfneming van de eerste kernreactor (1956, Calder Hall, het VK) bestaan er nog steeds geen faciliteiten voor de definitieve berging van verbruikte splijtstof en radioactief afval. In de EU wordt jaarlijks ongeveer 7000 kubieke meter hoogactief afval geproduceerd, waarvan het grootste deel in tijdelijke opslagplaatsen wordt bewaard. Hoogactief afval is dat deel van opgewerkte verbruikte splijtstof dat niet meer opnieuw kan worden gebruikt en dat derhalve definitief moet worden opgeborgen.

Hoewel tijdelijke opslagfaciliteiten noodzakelijk zijn om splijtstofelementen en hoogactieve afvalstoffen af te koelen en hun straling te laten verminderen, vormen zij geen langetermijnoplossing aangezien zij een permanent onderhoud en toezicht vergen. Omdat zij doorgaans dichtbij of op de oppervlakte gelegen zijn, bestaat bovendien het risico van ongevallen, inclusief neerstortende vliegtuigen, brand en aardbevingen. Wetenschappers en internationale organisaties, zoals de IAEA, zijn het erover eens dat diepe geologische berging de meest geschikte oplossing is voor de verwijdering op lange termijn van hoogactieve afvalstoffen.

Krachtens het Euratom-Verdrag is de EU juridisch bevoegd voor de bescherming van het grote publiek tegen ioniserende straling. De energiemix zelf is een nationale bevoegdheid. Van de 27 EU-lidstaten beschikken er 14 over kerncentrales.

Meer informatie:

Voor meer informatie, zie ook MEMO/10/540.

Het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval is beschikbaar op: http://ec.europa.eu/energy/nuclear/waste_management/waste_management_en.htm

De IAEA-veiligheidsnormen zijn te vinden op: http://www-pub.iaea.org/MTCD/publications/PDF/Pub1273_web.pdf

Een hiermee verband houdend internationaal verdrag kan worden geraadpleegd op: http://www.iaea.org/Publications/Documents/Infcircs/1997/infcirc546.pdf

Bron : © Europese Unie