14/12/2010

"Nieuwe stap in de goede richting"

Terug naar artikeloverzicht

Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege, die als voorzitter van de Europese Raad Leefmilieu de Europese Unie en de 27 lidstaten vertegenwoordigde op de COP 16 over Klimaatverandering, is tevreden met het bereikte Akkoord van Cancún. “Het resultaat is een nieuwe stap in de goede richting. Het actieve en eensgezinde optreden van de Europese Unie - de 27 lidstaten én de Commissie – heeft alleszins geholpen om uiteenlopende standpunten dichter bij elkaar te brengen.”

Op 14 oktober schaarde minister Schauvliege haar collega-ministers van Leefmilieu van de 27 lidstaten achter een eensgezind standpunt voor de klimaatconferentie in Cancún. De Raad vertrok naar de Klimaattop met de wil om deelakkoorden af te sluiten om zo op lange termijn tot één juridisch bindend mondiaal Klimaatakkoord te komen. Dergelijk akkoord moet voortbouwen op het Kopenhagen Akkoord (2009) en de belangrijkste elementen van het Kyoto Protocol (1997) overnemen. De uitkomst moet voor de EU-lidstaten een ambitieus en effectief instrument opleveren en de milieu-integriteit garanderen.

In de huidige omstandigheden toonden de 27 lidstaten zich van bij de aanvang van de Klimaatonderhandelingen bereidwillig om een tweede verbintenis of een verlenging van de Kyoto-periode te aanvaarden, op voorwaarde dat ook alle andere grote economieën zich zouden engageren.

Vlaams minister Schauvliege: “In Cancùn hebben de lidstaten en de Europese Commissie zich zeer constructief en verantwoordelijk opgesteld. De andere deelnemende partijen hebben onze rol als bruggenbouwer sterk geapprecieerd. Het Cancún Akkoord heeft de verdienste dat we o.m. de engagementen van het Kopenhagen Akkoord hebben verankerd in het VN-proces om de Conventie over Klimaatverandering uit te voeren. Concreet betekent dat:

  1. de bevestiging dat de opwarming tot een stijging van 2° Celsius tegenover de pre-industriële periode moet worden beperkt en
  2. het overnemen van het aanbod van de verschillende landen, zowel naar emissiereducties als naar financiële middelen (fast start financiering) en een langetermijnfinanciering (klimaatfonds) van 100 miljard dollar per jaar tegen 2020.

Cancún was een nieuwe en noodzakelijke stap maar het werk is nog lang niet ten einde. Deze COP 16 heeft alvast één ding bewezen: de bereidwilligheid van de hele wereld om de klimaatverandering tegen te gaan. Het multilateraal overleg is opnieuw op gang gekomen, na het pessimisme van Kopenhagen. Na de geslaagde biodiversiteitstop van Nagoya helpt ook Cancún het vertrouwen te herstellen. Daar moeten we op voortbouwen. Ik ben namens het Belgisch EU-voorzitterschap alvast trots dat de 27 lidstaten in Cancún een substantiële bijdrage aan de wereldwijde strijd tegen de klimaatverandering hebben geleverd. Dat was mogelijk omdat Europa voor het eerst sinds lang weer uit één mond heeft gesproken.” 

Belangrijkste resultaten

Bron : © Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie