08/06/2021

Nieuwe resultaten grondwater en debieten waterlopen

waterloop-4
Terug naar artikeloverzicht

In mei was het natter en kouder dan normaal. Hierdoor zijn de freatische grondwaterstanden op ongeveer 3 van de 4 meetplaatsen normaal tot (zeer) hoog voor de tijd van het jaar. In 24% van de meetplaatsen zijn de grondwaterstanden nog laag tot zeer laag voor de tijd van het jaar. Ten opzichte van begin mei zijn de huidige 14-daags gemiddelde debieten (in absolute cijfers) van de onbevaarbare waterlopen op de meeste plaatsen tot wel 200% gestegen.

De maand mei verliep vooral in het centrum van Vlaanderen natter dan normaal. In het uiterste westen en oosten viel wat minder neerslag (rond of wat lager dan de normale hoeveelheid). De neerslagtotalen in het pluviometernetwerk varieerden tussen 45,36 en 127,6 mm, met een gemiddelde van 80,11 mm dat een stuk boven de normale waarde ligt (normaal mei in Ukkel: 59,7 mm). De neerslagtotalen voor de voorbije 3 maanden (maart t.e.m. mei) variëren tussen 108,7 mm en 200,7 mm en blijven met een gemiddelde van 149,84 mm wat onder het normale (normaal maart t.e.m. mei in Ukkel: 165,7 mm). Voor deze voorbije 3 maanden valt op dat vooral in het uiterste westen van Vlaanderen minder neerslag viel dan gemiddeld in Ukkel.

Mei was gemiddeld natter en kouder dan normaal. Meer neerslag in combinatie met minder verdamping zorgden voor een verschuiving naar klassen met hogere grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Op 2 juni zijn de freatische grondwaterstanden op ongeveer 3 van de 4 meetplaatsen normaal tot (zeer) hoog voor de tijd van het jaar (normaal: 35%; hoog: 32%; zeer hoog: 9%).

Op ongeveer een kwart van de meetplaatsen zijn de grondwaterstanden nog laag (12%) tot zeer laag (12%) voor de tijd van het jaar. De overblijvende lage/zeer lage peilen voor de tijd van het jaar bevinden zich vooral in het oosten van Vlaanderen. Deze zijn gelinkt aan locaties waar de grondwatertafel trager reageert op weersomstandigheden. Meer info in dit filmpje.

Ten opzichte van begin mei zijn de huidige 14-daags gemiddelde debieten (in absolute cijfers) op de meeste plaatsen fors gestegen (tot 200% toename), op slechts een paar stations werd een gelijke stand of lichte daling waargenomen.

In de bekkens van Dender, Beneden-Schelde en Brugse Polders zijn de huidige 14-daags gemiddelde debieten hoog tot zeer hoog voor de tijd van het jaar. Elders zijn ze voornamelijk normaal voor de tijd van het jaar, al vinden we in het Dijle- en Demerbekken een paar lage waarden terug.

Bekijk het toestandsrapport (juni 2021) 

 

 

Bron: Vlaamse Milieumaatschappij, Vlaamse Overheid