Op 54% van de locaties zijn de grondwaterstanden zeer laag (28%) tot laag (26%) voor de tijd van het jaar. Ook voor oppervlaktewater zijn op 55% van de locaties de debieten zeer laag (21%) tot laag (34%) voor de tijd van het jaar. Voor een niet onbelangrijk deel van de grondwaterpeilen en debieten in de onbevaarbare waterlopen blijven de peilen en debieten een stuk lager dan wat we op het einde van een gemiddelde winter verwachten.
Februari was veel droger dan gemiddeld in het westen van Vlaanderen en wat natter dan normaal in het noordoosten. De gemeten neerslagtotalen varieerden van 24,7 tot 82,8 mm (gemiddeld 50,3 mm; normaal te Ukkel: 65,1 mm). De totaalneerslag van de voorbije 3 maanden evolueerde hierdoor naar normaal (tussen 210,6 mm en 278,6 mm; gemiddelde: 239,6 mm; normaal december t.e.m. februari te Ukkel: 221,6 mm).
Grondwaterstanden
Op 6 maart 2021 vertoont ruim de helft van de meetplaatsen (54%) opnieuw een lage (26%) tot zeer lage (28%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar. De natte januarimaand van dit jaar zorgde dus slechts kort voor een periode met overwegend hoge tot zeer hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Op het einde van het hydrologisch winterseizoen (tot eind maart) verwachten we de hoogste grondwaterstanden.
Toestand onbevaarbare waterlopen
Begin februari deden zich op verschillende plaatsen in Vlaanderen niet-kritieke overstromingen van
de onbevaarbare waterlopen voor. Door het drogere verdere verloop van februari zakten de debieten overal in Vlaanderen. De 14-daags gemiddelde debieten zijn dan ook op alle plaatsen gedaald in vergelijking met januari. In 55% van de locaties worden 14-daags gemiddelde debieten waargenomen die bij de laagste 25% voor de tijd van het jaar zijn. Op 21% van de locaties worden debieten gemeten die tot de laagste 10% voor de tijd van het jaar gerekend worden.
Toestand van het watersysteem - maart 2021
Bron: Vlaamse Milieumaatschappij, Vlaamse Overheid