20/01/2017

Nieuw MIRA-onderzoeksrapport: Vergroening van het belastingstelsel in Vlaanderen

Back to article overview

HIVA, het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, actualiseerde de indicatoren voor de vergroening van het belastingstelsel in Vlaanderen, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij (dienst milieurapportering - MIRA). In de vorige drie edities (2004, 2011 en 2013) werd telkens weinig verandering vastgesteld, maar voor de editie 2016 is de conclusie anders. Voor het eerst kunnen we zeggen dat Vlaanderen in de periode 2015-2016 een vergroeningsgolf van de belastingen kende.

De federale en (vooral) de Vlaamse overheid hebben de afgelopen jaren een aantal belangrijke fiscale hervormingen doorgevoerd. Er was de federale taxshift met een verschuiving van belastingen op arbeid naar andere belastingen waaronder belastingen met een groen karakter. Op Vlaams niveau zijn de verhoogde bijdrage Energiefonds, de hervormingen van de belasting op inverkeerstelling (BIV), de jaarlijkse verkeersbelasting en de nieuwe kilometerheffing voor vrachtwagens de belangrijkste vergroeningsoperaties.

Om de vergroening van de fiscaliteit te meten, wordt gebruik gemaakt van zowel inkomstenindicatoren als tariefindicatoren, waarbij het belangrijk is om beide types van indicatoren samen te bekijken. Een stijging van de inkomsten uit milieubelastingen kan worden veroorzaakt door meer milieuvervuilende activiteiten of door een hoger belastingtarief op deze activiteiten. Een stijging van de tariefindicator (verhoging van de belasting of heffing) wijst op een effectieve vergroening van het belastingstelsel en leidt idealiter tot een afname van het milieuvervuilend gedrag. Indien het milieuvervuilend gedrag sterk daalt, kan dit leiden tot een daling van de inkomsten uit milieubelastingen.

Een stap in de goede richting?

Sommige maatregelen zoals de verhoogde bijdrage Energiefonds (deze heffing is ook bekend als de “Turteltaks”) werden beslist uit financiële noodzaak, maar meestal is er sprake van bewuste vergroeningsoperaties. De Belgische en Vlaamse overheid lijkt hiermee in te gaan op de oproep van internationale instanties om de fiscaliteit te vergroenen.

Energiebelastingen blijven dominant in stagnerende inkomsten milieubelastingen

De energiebelastingen blijven in Vlaanderen de dominante belastingen in de overheidsinkomsten uit milieubelastingen. Het overwicht is in 2014 – het laatste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn – zelfs nog licht toegenomen, van 61,8 % in 2011 tot 63,9 %. De transportbelastingen (o.a. de verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling) nemen 29,1 % voor hun rekening. De federale milieubelastingen, die vooral de verpakkingsheffing op wegwerpdrankverpakkingen omvatten, waren in 2014 goed voor 4,5 % van de totale inkomsten uit milieugerelateerde belastingen. De Vlaamse milieuheffingen hebben een aandeel van 2,5 % en bestaan onder andere uit de heffingen op het storten en verbranden van afval, de grondwaterheffing en de afvalwaterheffing.

De totale inkomsten uit milieubelastingen zijn na een sterke toename in de jaren ‘90 in reële termen (dit betekent dat de inflatie werd weggezuiverd) amper gewijzigd. De opwaartse knik in 2004 was te wijten aan de sterke stijging van de accijnstarieven op benzine en diesel, de invoering van de Eliaheffing en de invoering en uitbreiding van de federale bijdrage op elektriciteit en gas. Na 2005 daalden de inkomsten opnieuw door een verlaging van de accijnzen op diesel en de afschaffing van de Elia-heffing. De neerwaartse knik in 2009 was vooral te wijten aan de economische crisis.

Wellicht zullen vooral de verhoogde bijdrage Energiefonds en de kilometerheffing voor vrachtwagens de totale inkomsten uit milieugerelateerde belastingen doen stijgen.

Figuur: Totale inkomsten uit milieugerelateerde belastingen in Vlaanderen (1981-2014)

Figuur Totale inkomsten uit milieugerelateerde belastingen in Vlaanderen (1981-2014)

Beent Vlaanderen het Europese peloton bij?

Inkomsten uit milieugerelateerde belastingen uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (BBP) of van de totale belastinginkomsten laten toe om evoluties te analyseren en landen/regio’s onderling te vergelijken. In Vlaanderen kennen beide inkomstenindicatoren een dalende trend sinds 1996 omdat de inkomsten uit milieugerelateerde belastingen de laatste jaren zijn gestagneerd en zowel het BBP als de totale belastinginkomsten zijn toegenomen. Indien de inkomsten uit milieubelastingen voor 2014 worden afgezet tegen het BBP, scoren België (2,05 %) en Vlaanderen (1,87 %) merkelijk onder gemiddelde van de EU28 (2,5 %). De verklaring van het lage percentage is te vinden bij de inkomsten uit energiebelastingen, die laag zijn in vergelijking met de rest van Europa. Wat de omvang van het effect zal zijn van de recente vergroeningsoperaties op de plaats van Vlaanderen ten opzichte van het Europese gemiddelde zal in de volgende jaren blijken.

Huishoudens betalen meer dan de helft van alle milieubelastingen

Wanneer wordt nagegaan welke schouders de milieubelastingen dragen, stellen we vast dat de gezinnen 53 % van alle milieugerelateerde belastingen in België betalen en de bedrijven 45 %. In de laatste vier jaar is er een verschuiving gebeurd richting gezinnen, met een aandeel in 2010 van 50 %. De verschuiving is volledig toe te schrijven aan de energiebelastingen. In 2010 betaalden de gezinnen 43,8 % van de energiebelastingen, in 2014 steeg dit naar 48,8 %. Mogelijk zal deze verschuiving zich na 2014 nog verder doorzetten, aangezien de verhoogde bijdrage Energiefonds (vanaf 2016) vooral door de gezinnen zal worden betaald. Binnen de groep bedrijven betaalt de transportsector iets meer dan een vierde van alle milieubelastingen.

Tarieven op energie sterk gestegen

De grote stijging van de tariefindicator voor energie is mede te wijten aan de verhoogde bijdrage Energiefonds op elektriciteit. De belastingtarieven voor elektriciteit op laagspanning, die de gezinnen en de meeste bedrijven gebruiken, steeg van bijna 10 euro naar bijna 40 euro per MWh. De tariefindicatoren geven enkel een evolutie weer doorheen de tijd, het feit dat de belastingen op elektriciteit heel laag waren (in vergelijking met de transportbrandstofbelastingen) komt hier niet naar voor. De tariefindicator voor transport kent een lichte stijging in 2016 door de invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens. De Vlaamse tariefindicator steeg in 2015 hoofdzakelijk door een sterke stijging van de afvalheffing, die in 2016 deels werd teruggeschroefd. De federale tariefindicator bestaat enkel uit de milieutaks (vanaf 2015 enkel de verpakkingsheffing). Omdat de tarieven hier niet worden geïndexeerd kent de federale tariefindicator een dalend verloop.

Figuur: Evolutie van de globale tariefindicatoren (1991-2016)

 class=

 

Bron: de Vlaamse Milieumaatschappij