08/05/2002

Nieuw decreet regelt controle op kwaliteit drinkwater

Terug naar artikeloverzicht

Uitgebreide controle op de kwaliteit van het drinkwater, meer impulsen voor een duurzaam gebruik van water en een duidelijke band tussen verbruik van water en de afvalwaterheffing. Deze elementen staan centraal in het drinkwaterdecreet van Vlaams minister van leefmilieu en landbouw Vera Dua dat vandaag door het Vlaams Parlement wordt goedgekeurd. Dit decreet vervangt de wet uit 1933.

De belangrijkste leidraad in het decreet is een duurzame watervoorziening en een duurzaam watergebruik, waarbij de bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid centraal staat.

Controle op waterkwaliteit Via dit decreet en de daaraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten worden strengere kwaliteitsnormen gesteld.
Hierbij springt vooral de strengere norm voor lood in het oog. Op dit ogenblik geldt voor drinkwater de norm van 50 microgram per liter. Deze norm wordt op een termijn van 13 jaar verstrengd tot 10 microgram per liter. In de praktijk betekent dit dat alle loden aansluitingen en leidingen vervangen zullen moeten worden. Dit geldt in de eerste plaats voor de leidingen van de waterleveranciers. Bovendien wordt er voor het eerst een norm vastgelegd voor benzeen en zal de controle op pesticiden worden uitgebreid door ook de afbraakproducten in de norm op te nemen.

Voor stoffen en micro-organismen waarvoor geen normen bestaan, geldt de algemene zorgplicht. Zij mogen geen gevaar voor de volksgezondheid inhouden.

De waterleveranciers worden verplicht om uitgebreide controleprogramma's uit te werken. Er komt een apart controleprogramma voor publieke gebouwen, met extra prioriteit voor publieke gebouwen met gevoelige personen (scholen, ziekenhuizen.).

Voortaan moet de kwaliteit van het water gemeten worden aan de kraan en niet langer, zoals nu gebeurt, aan het aansluitingspunt op het huishoudelijk leidingnet. De waterleveranciers krijgen hiervoor een recht van toegang tot de woning. Zij kunnen ook het huishoudelijk net controleren om de bron van eventuele normoverschrijding vast te stellen.

Wanneer het niet voldoen aan de kwaliteitseisen te wijten is aan het huishoudelijk leidingnet, moet de maatschappij de eigenaar, de abonnee en de verbruiker verwittigen en meteen de gepaste maatregelen voorstellen.

De waterleverancier moet elk geval van overschrijding van de normen in het openbaar net onderzoeken en herstellen. De overschrijding wordt getoetst aan het risico voor de volksgezondheid via advies van de gezondheidsinspectie. Bij gevaar voor de volksgezondheid wordt de levering onderbroken of worden andere beschermingsmaatregelen getroffen. Het spreekt voor zich dat de abonnees hiervan op de hoogte moeten gebracht worden.

Bij overschrijding van de normen bestaan er dus in feite drie situaties:

  • waterkwaliteit in gebreke door het openbaar net: verantwoordelijkheid van de leverancier
  • waterkwaliteit in gebreke door het huishoudelijk net: leverancier waarschuwt eigenaar of abonnee en adviseert over mogelijke herstelmaatregelen, eigenaar of abonnee is verplicht om afdoende herstellingen uit te voeren en andere eventuele verbruikers in te lichten
  • waterkwaliteit in gebreke in een publiek gebouw: waterleverancier verwittigt de Vlaamse overheid

Indien de abonnee of eigenaar onvoldoende herstellingen uitvoert en er een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid is, moet de waterleverancier na advies van de gezondheidsinspectie de levering onderbreken.

In uitzonderlijke gevallen kan de minister een tijdelijke afwijking toestaan op de kwaliteitsnormen. Om de drie jaar maakt de administratie een verslag op over de kwaliteit en de levering van voor menselijke consumptie bestemd water.

Efficint beheer door de waterleveranciers

Met dit decreet legt de Vlaamse regering openbare dienstverplichtingen op aan de waterleveranciers. Die kunnen gaan over duurzaam watergebruik, sociale maatregelen zoals de gratis levering van 15 m3 drinkwater, klantvriendelijkheid, milieuzorg, aansluitrecht, eenvormige waterfactuur, reductie van kosten.

De afvalwaterheffing op het gebruik van drinkwater zal vermeld worden op de factuur van de drinkwatermaatschappij. Nu wordt het heffingsformulier apart verstuurd, zodat de meeste consumenten geen verband leggen met de hoeveelheid water die ze verbruiken. Deze koppeling zal een belangrijke aansporing zijn tot zuinig omgaan met water. De drinkwatermaatschappijen zullen instaan voor de inning van deze heffing, daar waar dit vandaag gebeurt door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

Een onafhankelijke reguleringsinstantie zal binnen de twee jaar de overheid bijstaan in de controle van de waterleveranciers. Deze instantie zal inventariseren, evalueren, adviseren en rapporteren over:

  • transparantie van de sector
  • de dienstverplichtingen
  • de investeringen
  • het waterverkoopreglement (zie verder)
  • de kostenstructuur, de boekhouding en de vergelijking via maatstafconcurrentie (specifieke vraag van het Rekenhof)

De 'dagelijkse' controle - bv. van de waterkwaliteit - blijft de taak van de administratie. De reguleringsinstantie kan de nodige gegevens opvragen en brengt jaarlijks openbare rapporten en een jaarverslag uit.

In een algemeen waterverkoopreglement wordt de relatie tussen de waterleveranciers en hun klanten vastgelegd.
Dit reglement moet na overleg met de sector binnen de twee jaar door de regering vastgelegd worden en later aan de klanten bezorgd.

Verplichte plaatsing van watermeters

Tegen ten laatste 2007 moet in elke woning - aan het begin van het huishoudelijk net - een watermeter geplaatst zijn. Hierdoor wordt een correcte kostentoerekening mogelijk. Dit is een essentieel instrument om tot een duurzaam watergebruik te komen.

Vooral in de regio Antwerpen werkt men momenteel nog meermaals met het 'tellen van de kraantjes' in plaats van een watermeter. Hierbij wordt een forfaitair tarief per kraantje doorverrekend aan de klant. Studies hebben evenwel uitgewezen dat een verrekenen van de rele kostprijs via het plaatsen van een watermeter in de meeste gevallen een besparing voor de klant betekent.

De waterleveranciers zijn in principe verplicht om op vraag van de eigenaar van een woning een aansluiting op het openbaar net uit te voeren. Enkel wanneer de waterleveranciers objectief kan aantonen dat dit om technische of financile redenen niet mogelijk is, kan er van dit principe afgeweken worden. Tegen deze afwijking is beroep mogelijk bij de minister. De minister kan de waterleveranciers verplichten om een alternatieve watervoorziening te realiseren.

Hergebruik van water
Om de volksgezondheid te garanderen voorziet het decreet tot slot dat er voor tweedecircuitwater (regenwater, grondwater, oppervlaktewater en gerecupereerd afvalwater) verplicht een apart leidingnet moet aangelegd worden. De regering kan in de toekomst rond tweedecircuitwater nadere bepalingen uitwerken in een apart uitvoeringsbesluit.

info: Ann Bats, woordvoerder van minister Dua
tel. 02-553 27 81
e-mail: persdienst.dua@vlaanderen.be