20/11/2006

Nederland gaat klimaatprojecten opzetten in Afrika

Terug naar artikeloverzicht

Er komt meer steun voor arme landen om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. Dat is afgesproken op de klimaatconferentie in Nairobi. Staatssecretaris Van Geel (milieu) is verheugd: 'Meer steun is nodig, want arme landen zijn extra kwetsbaar; zij hebben niet de middelen om zich snel aan te passen aan bijvoorbeeld zeespiegelstijging, overstroming en droogte.'

Fonds

In Nairobi zijn afspraken gemaakt over een fonds, waaruit arme landen middelen kunnen krijgen om zich beter aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Voor dit fonds betalen rijke landen de komende jaren tussen 300-800 miljoen dollar. Dit fonds kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor dijkverhoging en waterprojecten.

Afrika

In Afrika zijn er in vergelijking met Zuid-Amerika en Azie weinig klimaatprojecten. Volgens Van Geel is dat geen goede zaak: 'Rijke landen moeten arme landen helpen om hun energievoorziening milieuvriendelijker te maken. Daarvan moeten ook de armste landen, waarvan veel in Afrika, kunnen profiteren.' Nederland wil daarom sneller klimaatprojecten in Afrika opzetten door de al geplande energieprojecten milieuvriendelijker te maken. Bijvoorbeeld windparken en energiecentrales gestookt met biomassa. Verder gaat Nederland 1 miljoen dollar bijdragen om klimaatverandering in Afrika beter in kaart te brengen. Zo kan Afrika zich beter voorbereiden op de gevolgen.

Toekomst

In Nairobi stond ook het klimaatbeleid na 2012 op de agenda. Snelle actie is nodig, want het klimaat verandert sneller en ernstiger dan verwacht. De gevolgen van klimaatverandering zijn desastreus, vooral voor ontwikkelingslanden. Staatssecretaris Van Geel betreurt dat er weinig voortgang is geboekt. Van Geel: 'Je wil graag weten wie doet wat, waar en wanneer en dat is helaas niet gebeurd.'
Omdat de afspraken uit het Kyoto-protocol in 2012 aflopen, is het van belang om uiterlijk in 2008 afspraken te maken over wat er daarna moet gebeuren. Volgens Van Geel zijn de afspraken uit het Kyoto-protocol nog maar een eerste stap en moet er veel meer gebeuren om de gevaren van klimaatverandering tegen te gaan. De EU heeft tijdens het Nederlandse voorzitterschap vastgelegd dat industrielanden, inclusief de Verenigde Staten, de uitstoot van broeikasgassen met 15-30% in 2020 en 60-80% in 2050 moeten terugdringen. Daarvoor is ook de deelname snelgroeiende ontwikkelingslanden nodig.

Bron : Persbericht ministerie van VROM