25/10/2013

Naar een vlotte handhaving van de Omgevingsvergunning

Back to article overview

De integratie van de milieu- en de stedenbouwkundige vergunning tot één Omgevingsvergunning vraagt logischerwijs ook om een gecoördineerde aanpak bij het toezicht op de toepassing van de regels uit die omgevingsvergunning en bij het vervolgen van overtredingen. De handhaving, van de vroegere milieu- en stedenbouwkundige vergunning wordt daarom optimaal op elkaar afgestemd.

Bestuurlijke handhaving

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gerechtelijke(*) en bestuurlijke handhaving. De gerechtelijke handhaving bestond al bij de milieuwetgeving én ruimtelijke ordening. Eerder had de Vlaamse Regering al aangegeven dat ze de bestaande instrumenten van die gerechtelijke handhaving en het stakingsbevel wilde moderniseren. In de milieuwetgeving bestond al een bestuurlijke handhaving, in ruimtelijke ordening nog niet. Daar komt nu verandering in.

De bestuurlijke handhaving – die zal gelden voor het geheel van de Omgevingsvergunning – zorgt voor een efficiënter en sneller optreden tegen misdrijven en inbreuken tegen de omgevingsvergunning, omdat de overheid zélf kan optreden, en niet moet wachten op een uitspraak van een rechtbank. Het is niet de bedoeling om alleen te bestraffen, maar door een snelle tussenkomst wordt vooral herstel  nagestreefd.

Tot vandaag werden bouwmisdrijven alleen door het parket behandeld. Een groot deel van de pv’s werd geseponeerd, terwijl zaken die wél voor de rechtbank werden gebracht soms jaren aanslepen. Dat leidt tot ongewenste situaties: sommige overtreders zitten jarenlang in een juridische strijd verwikkeld; anderen gaan vrijuit, terwijl omwonenden toch met de overtreding en de gevolgen ervan blijven zitten. Voortaan kan een overheid dus ook een boete opleggen voor stedenbouwkundige misdrijven. Dossiers die door het parket werden geseponeerd, komen in aanmerking voor een bestuurlijke geldboete. De overtreder kan hiertegen altijd in beroep gaan bij het Handhavingscollege.

Het handhavingsluik van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) wordt gewijzigd naar het voorbeeld van het Milieuhandhavingsdecreet, dat dus al langer gebruikt maakt van moderne instrumenten en dan vooral van de bestuurlijke handhaving.

 

Corrigeren en checklist

“Optreden” betekent niet noodzakelijk “bestraffen”. In eerste instantie wil de overheid in een zo vroeg mogelijke fase van de overtreding tussenbeide komen met aanmaningen en advies om verdere schade te vermijden en de bestaande schade te herstellen. De bouwheer die toch volhardt, kan verbeterings- of aanpassingswerken worden opgelegd of desnoods tot afbraak worden verplicht. Wie een overtreding begaat, maar ze nadien ook weer tenietdoet, zal een herstelattest(**)  krijgen.

De handhaving wordt vooraf beleids- en planmatig in een programma gegoten. Dat handhavingsprogramma is een duidelijke en noodzakelijke checklist en vormt de leidraad voor elke controle of vervolging op het gebied van ruimtelijke ordening. Om het belang van een “maatschappelijk gedragen” handhavingsbeleid te onderstrepen: pas nadat de Vlaamse Regering het handhavingsprogramma heeft goedgekeurd, treedt het Handhavingsdecreet in werking.

De Vlaamse Regering zet volop in op “zachte” handhaving: met aanmaningen en raadgevingen zetten we burgers en ondernemingen er in een vroege fase toe aan om de overtreding te regulariseren vóór er een pv moet worden opgemaakt. De oude vonnissen en arresten worden maximaal weggewerkt met dadingen en met een actieve begeleiding van de overtreders. Burgers en ondernemingen zullen merken dat overtreders daadwerkelijk gestraft worden en dat die straffen in redelijke verhouding staan tot de overtreding.

 

Geïntegreerd optreden en geïntegreerde beboeting

Op basis van de Omgevingsvergunning zullen de inspectiediensten hun focus verbreden en overtredingen op milieu- én stedenbouwregelgeving tegelijk kunnen vaststellen. De verschillende diensten zullen informatie uitwisselen en een geïntegreerde beboeting invoeren.

Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege: “We bouwen voort op wat er al bij in het domein leefmilieu bestaat nl. de bestuurlijke handhaving die snel op de bal speelt. We leggen de nadruk op het herstel maar we houden met de bestuurlijke beboeting een stok achter de deur. Uit de praktijk blijkt immers dat door de bestuurlijke handhaving de parketten meer aandacht kunnen geven aan misdrijven met zware impact op het milieu.”  

Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Philippe Muyters: “De voormalige milieu- en stedenbouwkundige vergunningen worden in één procedure gebald, waardoor men nog slechts één aanvraag, één openbaar onderzoek en één adviesronde moet doorlopen. Daarna neemt de overheid één beslissing. De geïntegreerde ‘handhaving’ is een logische en belangrijke nieuwe stap in het hele project rond de Omgevingsvergunning.”

(*) gerechtelijke handhaving

De gerechtelijke handhaving blijft bestaan, maar zij wordt gemoderniseerd.  De rechter krijgt meer vrijheid bij de beoordeling van de vordering. Partijen krijgen meer mogelijkheden bij de uitvoering van rechterlijke uitspraken. Zo zullen zij bijvoorbeeld in een dading verdere uitvoeringsmodaliteiten kunnen afspreken.

(**) herstelattest

Een efficiëntere en snellere handhaving betekent dat na het uitvoeren van een herstelmaatregel er de vervolging werkelijk wordt beëindigd. Wie niet toegelaten bouwwerken ongedaan maakt, zal een herstelattest krijgen: een officieel bewijs dat de overtreding definitief tot het verleden behoort. Dankzij dit herstelattest is een mogelijke overnemer zeker dat hij of zij een onbelast onroerend goed aankoopt.

Bron : Persbericht Joke Schauvliege, Vlaams minister van leefmilieu, natuur en cultuur