Naar aanleiding van het politiek debat morgen over "energievoorziening in Vlaanderen" in het Vlaams parlement, stelt minister Peeters zich tot doel het aandeel van de groene stroom in 2015 te verdubbelen ten opzichte van 2010. Tot nu toe werd tegen 2010 in het elektriciteitsdecreet een aandeel van 6% vooropgesteld. Minister Peeters stelt dat tegen 2015 een aandeel van 12% wenselijk en haalbaar is.
In het regeerakkoord heeft de Vlaamse regering zich voorgenomen het aandeel elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen tegen 2010 uit te breiden tot 6%. In zijn beleidsnota energie heeft minister Peeters de doelstelling overgenomen en aangegeven hoe de doelstelling dient gehaald te worden.
Bij het aantreden van de Vlaamse regering in 2004 bedroeg het groenestroomaandeel amper 1,5%. Voor 2006 wordt een aandeel van ongeveer 3% verwacht. Tegen 2010 dient het verdubbeld te zijn tot 6%.
En voor minister Peeters moet het nogmaals verdubbelen tegen 2015. Dan zou 12% van de geleverde elektriciteit met hernieuwbare energiebronnen worden opgewekt. Het komt overeen met naar schatting 1,6 GW capaciteit en 6 TWh productie.
Uit prognoses van VITO blijkt dat 12% tegen 2015 een ambitieuze maar realistische doelstelling is die het midden houdt tussen enerzijds het doortrekken van de maatregelen bij een hoge groei van het elektriciteitsverbruik en anderzijds het uitbreiden van de maatregelen bij een lage groei van het elektriciteitsverbruik.
Voor minister Peeters spreekt het voor zich dat de doelstelling gehaald moet worden met aandacht voor een redelijk evenwicht tussen kosten en baten.
Tal van maatregelen, voorzien in de op 8 juli 2005 door de Vlaamse regering goedgekeurde aanpak, zijn ondertussen al in uitvoering of nog in voorbereiding.
Minister Peeters beperkt zich dus niet tot het aankondigen van doelstellingen maar neemt meteen ook maatregelen om de doelstellingen te halen:
- Samen met de Vlaamse minister van ruimtelijke ordening worden twee omzendbrieven voorbereid. Die voor de inplanting van windturbines en windturbineparken is bijna rond. Die voor de inplanting van mestbe- of verwerkingsinstallaties is in voorbereiding.
- Het onderzoek naar en het overleg over de meerkost van groenestroomopwekking per technologie (o.m. wind, zon, biomassa) is afgewerkt. Op basis daarvan wordt een minimumwaarde bepaald waaraan de distributienetbeheerder certificaten opkoopt.
- De per technologie bepaalde minimumwaarden worden niet alleen decretaal verzekerd, maar zullen voortaan ook contractueel gewaarborgd worden, ingevolge de op 3 februari 2006 door de Vlaamse regering goedgekeurde energiebeleidsovereenkomst met de elektriciteitsdistributienetbeheerders.
- In het voorontwerp tot wijziging van het VLAREM-besluit, door de Vlaamse regering goedgekeurd op 20 januari 2006, wordt een aanpassing van de emissienormen en de vergunningsvoorwaarden voor biomassa voorzien en in het door de Vlaamse regering op 18 november 2005 goedgekeurde WKK-besluit worden de referentierendementen voor bio-WKK-installaties aangepast.
- Ondertussen wordt tevens gewerkt aan de opmaak van de groenestroomdoelstellingen voor de periode na 2010.
- De federale regering is verzocht voor onevenwicht op het net alleen de kosten aan te rekenen, alsook de bebakeningsvoorschriften voor windmolens (zoals kleur van de wieken, markeringen op de wieken, verlichting) te versoepelen.
"Het is mijn vast voornemen het rationeel energiegebruik, het gebruik van warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energiebronnen uit te breiden. Met rationeel energiegebruik en warmtekrachtkoppeling beperken we de vraag.
Met hernieuwbare energiebronnen 'vergroenen' we het aanbod. Beide zijn noodzakelijk, in combinatie met het gebruik van zowel traditionele elektriciteitsproductie (vandaag gebeurt dit via kernenergie en gascentrales)", aldus minister Peeters. "Door een verdubbeling van de groenestroomdoelstelling tegen 2015 slaat Vlaanderen twee vliegen in n klap. We verlagen de uitstoot van broeikasgas, en zetten bijkomend een stap in de richting van 'Kyoto'. En we helpen de voorzieningszekerheid te waarborgen, want we dragen bij tot het overbruggen van de kloof tussen productie en consumptie van elektriciteiten, waardoor we minder afhankelijk zijn van (n) buitenlandse bron(nen)", besluit minister Peeters.
Bron : Persbericht van het kabinet van minister Kris Peeters