02/02/2006

Minister Peeters sluit nieuw akkoord met mengvoederfabrikanten over laag-fosforvoeders.

Terug naar artikeloverzicht

De aanpak aan de bron blijft het meest succesrijke spoor binnen het mestbeleid. Via fosforarm voeder en aangepaste voedertechnieken wordt - met behulp van de sector - ieder jaar door de huidige veestapel liefst 13 miljoen kg fosfaat minder geproduceerd dan wanneer er gewoon voeder zou worden gebruikt. Ook vorig jaar ondertekende minister Kris Peeters een akkoord met de mengvoedersector over de verlaging van nutrinten in de veevoeders. Gezien het succes van dit akkoord heeft de minister vandaag deze overeenkomst verlengd om de continuteit te garanderen en de inspanningen van de mengvoedersector te bestendigen.

Fosfor is een noodzakelijk voederbestanddeel voor het verteringsproces van varkens en kippen. Tezelfdertijd is teveel fosfor in het leefmilieu schadelijk. De overeenkomst die vandaag werd ondertekend, legt de wijze vast waarop via een reductie van fosfor in de dierenvoeders, de uitscheiding van de fosfor in de dierlijke mest kan gereduceerd worden.

De overeenkomst wordt gesloten met volgende partijen: Bemefa (Beroepsvereniging van Belgische mengvoederfabrikanten), de Vereniging van Zelfmengers en een 70-tal onafhankelijke bedrijven. De overeenkomst die vandaag voorligt, werd ondertekend door minister Peeters, de heer Van den Avenne van BEMEFA en de heer Mark Debouver van de Vereniging van Zelfmengers.

Deze overeenkomst is bindend voor de bovengenoemde partijen alsook voor al de leden van de organisaties die hiertoe een mandaat hebben verleend aan hun organisatie. De overeenkomst beperkt zich tot de productieperiode van 1 januari 2006 tot 31 december 2006.

De overeenkomst legt een aantal verbintenissen vast voor de contractant. De contractant (met name Bemefa, de Vereniging van Zelfmengers en een 70-tal onafhankelijke bedrijven) produceert en/of verhandelt laag-fosforvoeder. Hij waakt er over dat het laag-fosforvoeder voldoet aan de vooropgestelde normen. Verder duidt de contractant de erkende instellingen aan die de staalnames voor de bemonstering voor laag-fosforvoeders moeten uitvoeren voor alle exploitaties die laag-fosforvoeders willen produceren. De resultaten van de analyses worden doorgestuurd naar de Vlaamse Landmaatschappij van zodra beschikbaar. Per diersoort worden minstens drie stalen genomen en geanalyseerd. De maximale hoeveelheid fosfor wordt vermeld op alle etiketten en alle facturen van alle laag-fosforvoeders. Tot slot levert de contractant ook de attesten van de aan de klanten geleverde voeders af.

Het werken met nutrintarme voeders (voeders die minder fosfor en minder stikstof inhouden) draagt in grote mate bij tot het verminderen van de mestoverschotten in Vlaanderen.

Vooral wat fosfor betreft zijn de resultaten bijzonder sprekend. Er wordt ieder jaar bijna 13 miljoen kg P2O5 minder geproduceerd door het gebruik van fosforarm voeder bij varkens en pluimvee, vergeleken bij wat bij gebruik van gewoon voeder door dezelfde veestapel zou geproduceerd worden.

1) Productievermindering van ruim 3 miljoen kg P2O5

Heel wat bedrijven maken daarbij gebruik van het convenantvoeder. Dit is voeder met een laag gehalte aan fosfor per diersoort waarbij er per dier een forfaitaire productiedaling in rekening wordt gebracht. Dit systeem wordt gebruikt door zo'n 2.500 zeugenbedrijven, 2.200 vleesvarkensbedrijven en 500 pluimveebedrijven.  Op die manier ontstaat er een productievermindering van ruim 3 miljoen kg P2O5. Hierbij wordt 2/3 gerealiseerd in de varkenssector en 1/3 in de pluimveesector. Deze methode betekent een heel beperkte administratieve last t.o.v. de grote voordelen voor de veehouder.

2) Productievermindering van 10 miljoen kg P2O5

Vele bedrijven gaan nog verder in de nutrintenbesparing. Zij gebruiken voeders die nog minder fosfor bevatten dan bepaald in het convenant en die ook minder stikstof of ruw eiwit bevatten. Daarnaast optimaliseren zij ook het voederverbruik via hun bedrijfsmanagement. Via een systeem van regressierechten of totale dierenbalansen wordt elk jaar een bijkomende productievermindering gerealiseerd van 10 miljoen kg P2O5 en 8 miljoen kg N.

'Het is mijn bedoeling tegen 1 maart met dezelfde partijen een bijkomende overeenkomst te sluiten die slaat op de verdere verminderingen van stikstof of ruw eiwit in mengvoeders. Deze overeenkomst moet er toe bijdragen dat ook stikstof binnen de mestproductie verder daalt', besluit minister Peeters.

Bron : Persbericht van het kabinet van minister Kris Peeters

__________________________________________

Extra info :