02/10/2007

Minister Hilde Crevits laat curatoren actieve rol spelen bij bodemsaneringen.

Terug naar artikeloverzicht

Bij een faillissement worden curatoren dikwijls geconfronteerd met verontreinigde gronden die niet verkoopbaar zijn en bijgevolg nutteloos maar risicovol achterblijven. Daarom legt het nieuwe Bodemdecreet de curator in geval van faillissement van een exploitant met een bodembedreigende activiteit, een informatie- en bodemonderzoekplicht op. Vlaams minister voor Leefmilieu Hilde Crevits nam het initiatief om deze bepaling concreet in te vullen. Daarom werd een protocol ondertekend tussen de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de Commissie Curatoren binnen de schoot van de orde van de Vlaamse Balies (OVB). De uitvoering van dit protocol geeft de zekerheid dat ook in kader van een faillissement waarin een verontreinigde grond betrokken is, het nodige wordt gedaan om effectief over te gaan tot bodemsanering.

Potentieel verontreinigde gronden (risicogronden) kunnen slechts worden overgedragen na onderzoek en, indien nodig, gesaneerd zijn. Faillissementen van bedrijven gelegen op dergelijke gronden gaven tot hiertoe regelmatig aanleiding tot problematische situaties: bij gebrek aan de nodige middelen om het bodemonderzoek te financieren, kon in vele gevallen de grond niet worden verkocht en de vereffening van de boedel bijgevolg niet plaatsvinden.

Minister Hilde Crevits: "Bij faillissementen moeten we ook oog hebben voor het leefmilieu. De ondertekening van het protocol zorgt voor een goede samenwerking tussen de curatoren en de OVAM."

Samenwerking tussen curatoren en de OVAM

  1. Gefailleerde is geen eigenaar van de grond


    Is de gefailleerde geen eigenaar van de risicogrond(en), dan zal de curator naast het bezorgen van alle gegevens de OVAM ook verzoeken om het orinterend onderzoek uit te voeren. Valt de verplichting op een andere persoon dan de gefailleerde dan zal die door de OVAM worden aangemaand het betreffende onderzoek uit te voeren. Blijft die persoon in gebreke en is er geen andere plichtige, dan kan de OVAM het onderzoek vervolgens op zich nemen, weliswaar binnen de beschikbare begrotingskredieten en rekening houdend met bestaande prioriteiten.

  2. Gefailleerde is wel eigenaar van de grond


    Als de gefailleerde wel eigenaar van de risicogrond(en) is en er nog voldoende middelen beschikbaar zijn, zal de curator machtiging vragen aan de rechter-commissaris om het orinterend onderzoek uit te voeren. Dit is dan een oplossing voor die gevallen waar er een redelijke zekerheid bestaat dat de realisatie van het goed de kosten van het bodemonderzoek zal dekken.

Is dit niet het geval, dan engageren de curatoren zich ertoe na te gaan of de hypothecaire of een andere schuldeiser bereid is om het bodemonderzoek te prefinancieren.

Leidt geen van beide voorgaande acties tot resultaat, dan zal de curator aan de rechter-commissaris een machtiging vragen om de OVAM te verzoeken het bodemonderzoek te prefinancieren en om de kost ervan te laten kwalificeren als een schuld van de massa, d.i. als bevoorrechte schuld. Dit wanneer na uitvoering blijkt dat het onderzoek in het belang was van de massa en voldoende actief genereert om de kosten ervan te dekken. Wordt hierover akkoord verkregen, dan kan de OVAM op verzoek van de curator het bodemonderzoek prefinancieren, binnen beschikbare begrotingskredieten en rekening houden met bestaande prioriteiten. Kan de OVAM het onderzoek niet uitvoeren binnen een redelijke termijn, bekijken de OVAM en de curator de verdere mogelijkheden.

Beslist de curator finaal het goed niet te verkopen, omdat er geen zekerheid is dat de opbrengst de saneringskost zal dekken of omdat niemand wil prefinancieren, dan kan hij machtiging vragen aan de rechtbank van koophandel om het (on)roerend goed uit de hand te verkopen aan de OVAM voor een bedrag van 1 euro vooraleer het faillissement af te sluiten. De kosten van die overdracht vallen ten laste van de OVAM.

Evaluatie

Tweejaarlijks wordt er een evaluatie van het protocol voorzien door een Overlegcomit dat bestaat uit twee vertegenwoordigers van de OVAM en twee vertegenwoordigers van de Commissie Curatoren binnen de schoot van de Orde van Vlaamse Balies. Het voorzitterschap van het Overlegcomit wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van de OVAM. Op basis van die evaluatie kan het protocol indien nodig worden bijgestuurd. 

Bron : Persmededeling van het kabinet van minister Hilde Crevits