29/10/2007

Minaraad pleit voor strikt plafond op uitstoot broeikasgassen en einde gratis verdeling emissierechten

Terug naar artikeloverzicht

De Minaraad heeft de werking van het Europees systeem van verhandelbare broeikasgassen (EU-ETS) in Vlaanderen onderzocht. De Raad stelt vast dat de industrile sector en de elektriciteitsbedrijven via dit systeem actief betrokken werden bij het klimaatbeleid. Dit is een goede zaak. Maar volgens de Raad wordt het emissiereductiepotentieel van de industrile sector in Vlaanderen nog onvoldoende aangesproken. De Raad betreurt dat deze sector ook in de tweede handelsperiode zoveel rechten ontvangt waardoor hij zijn emissies nog kan laten toenemen. Vooral in het licht van de aanzienlijke emissiereducties die in de toekomst gerealiseerd moeten worden, is het duidelijk dat het ambitieniveau van het EU-ETS in Vlaanderen nog onvoldoende hoog is.

De Minaraad wil de herziening van de Europese Emissiehandelsrichtlijn aangrijpen om belangrijke aanpassingen door te voeren. Daarom formuleert de Raad de volgende aanbevelingen voor een succesvolle herziening:

  • Een strikt emissieplafond op Europees niveau. De inspanning die van de ETS-sector gevraagd wordt, moet op n lijn zitten met de globale Europese CO2-reductie-inspanning van 30% tegen 2020 die afgesproken werd door de Europese regeringsleiders. De behandeling van de ETS-sector wordt ook best op Europees niveau geregeld en niet door iedere lidstaat afzonderlijk. Vandaag is het systeem veel te gevoelig voor lobbywerk voor nationale belangen.

  • Veiling van rechten is de meest efficinte allocatiemethode. De inkomsten uit de heffing moeten opnieuw genvesteerd worden in klimaatgerelateerde projecten. Het huidige systeem, waarbij rechten gratis verdeeld worden, is niet effectief en leidt tot ongewenste neveneffecten. Een voorbeeld hiervan zijn de windfall profits voor sommige elektriciteitsbedrijven die de kostprijs van gratis emissierechten toch doorrekenen aan hun klanten.

  • Nood aan een inschatting van de impact van de emissiehandel op de concurrentiepositie van de bedrijven. Tot nu toe blijft gedetailleerde informatie hierover uit. Indien een significante impact kan aangetoond worden, is de Minaraad voorstander van compenserende maatregelen. Deze kunnen de vorm aannemen van het terugsluizen van (een deel van) de opbrengst van de veiling naar bedrijven. Een andere mogelijkheid is het invoeren van een invoerheffing (border tax adjustment) op producten uit landen waar minder eisen worden gesteld aan de bedrijven. Als er geen impact kan worden aangetoond, zijn compensaties uiteraard niet nodig.

  • Optimale aansporing voor binnenlandse emissiereducties. De Minaraad waarschuwt voor een te hoge inzet van emissiereducties uit projecten in de ontwikkelingslanden. Deze leiden tot onderinvesteringen in Europa. Bovendien zorgen niet alle Clean Development Mechanism projecten (CDM) voor permanente en bijkomende emissiereducties, noch voor een noodzakelijke vooruitgang in duurzame ontwikkeling in de gastlanden. De Minaraad pleit daarom voor het louter toelaten van CDM-projecten die aan strikte kwaliteitscriteria voldoen. Sinks-projecten, grote stuwdammen, ondergrondse koolstofopslag (CCS) en kernenergie moeten zeker uitgesloten blijven van het CDM.

De SERV-partners onthouden zich bij dit advies.

Bijlagen: Het advies over de herziening van het ETS

Bron : Minaraad