16/01/2003

MiNa-Raad vraagt meer aandacht voor de adviesradenher-vorming

Terug naar artikeloverzicht

Vandaag 16 januari 2002 hield de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen zijn nieuwjaarsreceptie in het auditorium van het Instituut voor Natuurbehoud. In aanwezigheid van een 100tal prominenten uit de verschillende administraties, het Parlement, middenveldorganisaties, Raadsleden, academici en experts zette de voorzitter van de MiNa-Raad, Prof.dr. Rudi Verheyen, het werkjaar 2003 met een niet onopgemerkte nieuwjaarsboodschap in.

De voorzitter legde de klemtoon op de prestaties van het voorbije jaar. Nog nooit kreeg de Raad zoveel adviezen te verwerken als in 2002. Daardoor was het een heel interessant jaar. Maar zoals een Chinees spreekwoord zegt: "Gelukkig wie in oninteressante tijden leeft", bracht dit interessante jaar ook moeilijkheden met zich mee, veeleer van praktische aard.

Deze tijden zijn interessant niet alleen omwille van de voorbije activiteiten, maar ook omwille van de onmiddellijke toekomst. De trein van het Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) rijdt. De om-vorming en de fusie van de adviesraden tot strategische domeinraden vormt in deze trein slechts een kleine, maar toch niet onbelangrijke wagon. Het opzet om te komen tot 13 do-meinraden is interessant. Voor de Raad zijn er echter een viertal vragen die beslissen over het al dan niet gelukkig of ongelukkig zijn met deze operatie.

Ten eerste is er de vraag naar de taakverdeling tussen de adviesraden. De MiNa-Raad vraagt dat het concept van de domeinraden relatief consequent zou doorgevoerd worden, wat wil zeggen dat er voor de adviesvraagplicht een n-op-n-relatie zou moeten bestaan tussen beleidsdomein en domeinraad. Verder is er het dubbelvraagstuk van opdracht en samenstelling. Rudi Verheyen verwees voor wat de opdracht betreft naar de doelstellingen van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. De samenstelling zou daar zo optimaal mogelijk moeten aan beantwoorden. Ten derde is er het vraagstuk van het tijdspad. Vermits de Raad eind dit jaar zijn vierjaarlijkse hersamenstelling zal doormaken, is het dan immers het ideale moment om eventuele hervormingen vloeiend door te voeren. Ten slotte blijft het vraagstuk van het statuut van het secretariaat over. Het secretariaat van deze en van elke adviesraad heeft immers een eigen opdracht: adviezen moeten ontworpen worden op een objectieve, onderbouwde en onafhankelijke manier.

De voorzitter van de MiNa-Raad kijkt deze hervormingen met belangstelling tegemoet en hoopt dat er snel duidelijkheid komt omtrent bevoegdheden en statuut. Voorts kondigde hij aan dat de werkzaamheden onverminderd voort gaan in 2003.

Voor meer inlichtingen: Jan Verheeke - 02/558.01.36 - jan.verheeke@minaraad.be