07/05/2006

MiNa-Raad heeft vragen bij Vlaams Toewijzingsplan CO2-emissierechten

Terug naar artikeloverzicht

De Europese handel in CO2-emissierechten vormt de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid. Ook voor het Belgische en Vlaamse klimaatbeleid is de emissiehandel van groot belang. Meer dan 40% van de Belgische emissies komt van bedrijven die moeten deelnemen aan de emissiehandel. De toewijzing van de Vlaamse emissierechten voor de periode 2008-2012, gebeurt via het Vlaams Toewijzingsplan. De Minaraad formuleert in zijn advies drie belangrijke opmerkingen over dit plan.

De Europese handel in CO2-emissierechten vormt de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid. Ook voor het Belgische en Vlaamse klimaatbeleid is de emissiehandel van groot belang. Meer dan 40% van de Belgische emissies komt van bedrijven die moeten deelnemen aan de emissiehandel. De toewijzing van de Vlaamse emissierechten voor de periode 2008-2012, gebeurt via het Vlaams Toewijzingsplan. De Minaraad formuleert in zijn advies drie belangrijke opmerkingen over dit plan.

  1. Gebrek aan informatie.
    Het ware beter geweest dat het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 eerder al was goedgekeurd. Hierdoor is het nu niet evident om de inspanning van de bedrijven die aan de emissiehandel deelnemen op een correcte manier te situeren binnen het volledige Vlaamse klimaatbeleid. Het Toewijzingsplan bevat ook onvoldoende gedetailleerde gegevens om de toewijzing van rechten aan de betrokken bedrijven op een correcte wijze te kunnen evalueren.

  2. Ruime allocatie.
    De Minaraad stelt vast dat tussen 2008-2012 de emissieruimte 2% kleiner zal zijn dan in de voorgaande periode (2005-2007). De energieproductiesector krijgt 15,1% minder emissierechten, terwijl de industrie de ruimte krijgt om zijn emissies te laten toenemen met 2,8%. Hierbij gaat de Vlaamse overheid ervan uit dat ze de voorspelde emissiegroei bij de bedrijven naar beneden zal kunnen corrigeren met 1 Mton CO2. Dit is essentieel. Indien deze correctie niet plaatsvindt, kan de Kyoto-beleidskloof van 3,2 Mton CO2 nog een derde hoger liggen. Op basis van de beschikbare gegevens vermoedt de Minaraad dat de allocatie van rechten aan de industrile installaties ruim zal zijn. De Raad verwijst hiervoor o.a. naar de invulling van de energieplannen waarbij onvoldoende rekening gehouden werd met de hoge energieprijzen. De voorlopige berichten van de EU over de gegevens van het eerste jaar van de eerste handelsperiode (2005) wijzen eveneens op een overallocatie van de industriesector. De Minaraad is van mening dat ook de toewijzing aan de energieproductiesector niet het volledige emissiereductiepotentieel benut. De Raad komt tot deze conclusie omdat de beschikbare gegevens onvoldoende aantonen dat er terdege rekening gehouden wordt met het volledige potentieel op het vlak van hernieuwbare energie, warmtekrachtkoppeling, emissiereducties ten gevolge van de NEC-Richtlijn, en de reductiemogelijkheden van de energieconsumptie in Vlaanderen.

  3. Plafond flexibele mechanismen ligt hoog.
    De Raad vindt het jammer dat het toewijzingsplan geen verduidelijking geeft over de manier waarop de limiet voor het gebruik van kredieten uit flexibele mechanismen (Clean Development Mechanism & Joint Implementation) werd vastgelegd. Hoe zullen Vlaanderen en Belgi ervoor zorgen dat  de emissiereductieinspanning in de eerste plaats in eigen land gerealiseerd zal worden? Volgens de Minaraad is vooral het plafond van 24% voor de energieproductiebedrijven moeilijk te verantwoorden. Dit percentage staat niet in overeenstemming met de ruime allocatie waarover de energiesector kan beschikken. Ten slotte betreurt de Raad dat er geen kwaliteitscriteria opgegeven worden voor de emissiekredieten.

 

Bijlage : Advies van 4 mei 2006 over het voorstel van Vlaams Toewijzingsplan CO2-emissierechten 2008 - 2012

Bron : MiNa-Raad