20/11/2010

MER moet meer op maat gemaakt worden

Terug naar artikeloverzicht

De Europese project-milieueffectrichtlijn vormt al 25 jaar het kader waarbinnen de milieueffecten van grotere projecten in kaart worden gebracht. Intussen is het milieueffectenrapport (MER) een gekend instrument bij de besluitvorming waarin ook de burger meer en meer participeert. Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege dringt bij Europa aan op duidelijke basisregels: “Die regels moeten een   flexibiliteit garanderen die ons toelaat beter maatwerk af te leveren dat inspeelt op type, omvang en omgeving waarin het project gerealiseerd moet worden.”

Op de tweedaagse Conferentie ter gelegenheid van 25 jaar Europese MER-richtlijn, die door het Belgische voorzitterschap in samenwerking met de Europese Commissie in Leuven werd georganiseerd, kwamen experts uit de hele Europese Unie aan het woord. Mensen uit de praktijk, overheden, ngo’s en andere betrokkenen gaven hun kijk op 25 jaar MER en blikten vooruit.

Vlaams minister Joke Schauvliege, voorzitter van de Europese Raad Leefmilieu, opende de conferentie en nam deel aan het high-level stakeholders panel. Daarin pleitte de minister voor een effectief en tegelijk efficiënt MER-proces. Hierin is flexibiliteit het sleutelwoord. De projecten waarvoor een MER opgemaakt moet worden, verschillen immers zeer in type, omvang en de omgeving waar ze zullen worden uitgevoerd. Maatwerk is aangewezen en moet in de toekomst mogelijk worden gemaakt door de Europese regelgeving. Kleinere projecten moeten relatief eenvoudig kunnen worden beoordeeld zodat de aandacht gaat naar die projecten waar belangrijke effecten kunnen optreden.

Vlaams minister Schauvliege dringt bij Europa aan op duidelijke basisregels voor de opmaak van milieueffectenrapporten: “De initiatiefnemers moeten weten waar ze aan toe zijn. Dit zorgt immers voor rechtszekerheid, maar ook voor milieuwinst omdat de focus dan ligt op de cruciale milieueffecten. Bovendien kan dit bijdragen tot snellere, transparante besluitvorming.”

Al vanaf de conceptfase kan milieueffectrapportering initiatiefnemers aanzetten om bij de uittekening van hun ideeën voldoende rekening te houden met het leefmilieu. MER heeft dus ook een sensibiliserend aspect en leidt meer en meer tot een procesmatige aanpak. De burger krijgt informatie over het project en de mogelijke milieu-impact, en heeft de kans hierover zijn mening te formuleren. Want voor een gegronde beslissing is voldoende input en draagvlak nodig. Maar inspraak moet uiteraard leiden tot een uitspraak om een project te kunnen realiseren. Want vlotte besluitvorming is en blijft essentieel om Vlaanderen als dichtbevolkte, innovatieve regio alle groeikansen te geven.

Vlaams minister Schauvliege: “MER is en blijft een uniek instrument: het geeft in één enkel rapport een volledig overzicht van de milieu-impact van een project. Met het leefmilieu wordt bij de uiteindelijke beslissingen als geheel rekening gehouden. Vlaanderen heeft trouwens bewust geopteerd voor een systeem van erkenning van deskundigen. Dat is binnen de Europese Unie nog vrij zeldzaam. Deze experts, erkend per afzonderlijke milieudiscipline, moeten een garantie zijn dat het studiewerk en de uiteindelijk in het MER opgenomen informatie van hoge kwaliteit zijn.

Maar het kan nog beter. Daarom werk ik aan een grondige evaluatie en optimalisering van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Daarin moeten de krachtlijnen die ik in Leuven onderstreepte duidelijk terug te vinden zijn.”

Bron : Persbericht Joke Schauvliege, Vlaams Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur

_______________________________

Extra info :  Milieueffectrapportage in Vlaanderen