01/06/2005

Lokale milieuraden en waterzuivering

Terug naar artikeloverzicht

Een enqute van de Vlaamse MiNa-Raad bij de gemeentelijke milieuraden leverde enkele interessante standpunten op ten opzichte van de lokale waterzuivering. Zo steunen de lokale milieuraden de scheiding van hemel- en afvalwater, verwachten ze ondersteuning voor wie zijn water 'sorteert' en scharen ze zich achter het principe 'de verdunner betaalt'. Daarnaast vinden de lokale milieuraden dat het Vlaamse Gewest en de gemeenten nauwer moeten samenwerken met elkaar.

Sinds 2004 werkt de MiNa-Raad samen met de lokale milieuraden aan een participatieproject over lokale waterzuivering. Gedurende het project werkten ongeveer 200 gemeentelijke milieuraden mee (zie studie als bijlage). De laatste fase betrof een enqute. De antwoorden hierop van meer dan 100 lokale milieuraden inspireerde de MiNa-Raad tot een advies, dat zo dicht mogelijk aanleunt bij de standpunten van de lokale milieuraden. Wanneer dit niet het geval is, motiveert de MiNa-Raad zijn afwijkende mening.

Scheiding hemel- en afvalwater

Alle deelnemende raden vinden dat het hemel- en afvalwater gescheiden moet worden. Dit geldt niet alleen op perceelsniveau, maar ook voor het openbare domein. De overheid moet gescheiden rioleringsstelsels uitbouwen volgens een vast patroon: gebruiken wat kan, infiltreren zo dicht mogelijk bij de bron en lozen wat rest op oppervlaktewater.

Handhaving blijft een bijzonder aandachtspunt om de aansluitingsgraad te verhogen en om onder meer te controleren of de afvoerbuizen op perceelsniveau correct aangesloten worden op het (openbare) gescheiden rioleringsstelsel. Het ontbreken van een gescheiden rioleringsstelsel mag de (ver)bouwheer alleszins niet beletten om zelf op perceelsniveau hemel- en afvalwater te scheiden, en omgekeerd.

Zowel het Vlaamse Gewest als de Vlaamse steden en gemeenten moeten hun inwoners blijven sensibiliseren. Financile stimuli kunnen het scheiden van hemel- en afvalwater ondersteunen. De milieuraden denken daarbij aan directe subsidies of aan de mogelijkheid om de investeringskosten af te trekken van de belastingen. Dit impliceert ook dat de vervuiler moet betalen, waarbij sociale correcties in bepaalde gevallen nodig zullen zijn.

Uitbouw rioleringsnetwerk

De gemeenten en het Gewest moeten inspanningen leveren om de samenwerking te verbeteren en de uitbouw van het gemeentelijke rioleringsnet te versnellen. De Vlaamse beleidsplanning moet de Europese doelstellingen vertalen. Op basis hiervan kunnen de gemeenten dan uitvoeringsplannen opstellen.

De overheid kan de grondslag van de huidige berekening van de saneringsbijdrage voor kleinverbruikers behouden om pragmatische redenen. Momenteel gebeurt dit door het verbruik van drinkwater en grondwater te meten. De MiNa-Raad meent echter dat dit moet aangevuld worden met een criterium voor het scheiden van regen- en afvalwater volgens het principe 'de verdunner betaalt'.

Individuele afvalwaterzuivering

De keuze voor een individuele afvalbehandeling (IBA) moet volgens de MiNa-Raad eerder de uitzondering zijn. Waar het niet anders kan, lijken de gemeentelijke milieuraden de burger eerder voor zijn verantwoordelijkheid te stellen in plaats van de exploitatie aan de overheid toe te wijzen. De MiNa-Raad vindt alvast dat de overheid een grotere rol moet opnemen, zeker voor wat het toezicht betreft. Het belangrijkste voordeel van een collectieve aanpak van IBA's is wellicht de mogelijkheid om van een inspanningsverbintenis over te gaan naar een resultaatsverbintenis. Het kan ook leiden tot een lagere kostprijs, een hoger zuiveringsrendement en een minder administratieve rompslomp.

Downloaden studie  'Participatie-initiatief rond lokale waterzuivering: enquteresultaten - april 2005'
U vindt deze studie ook terug via www.minaraad.be/studies.htm

Meer info: Dirk Uyttendaele 02/558.01.37 dirk.uyttendaele@minaraad.be

Bron : MiNa-Raad