25/10/2011

Kinderdagverblijven zijn geen hinderlijke inrichtingen

Terug naar artikeloverzicht

Een vrederechter in Asse heeft de klacht van enkele buurtbewoners voor geluidsoverlast van spelende kinderen verworpen. Het vonnis van de vrederechter steunt op het burgerlijk wetboek. “Het heeft geen toegevoegde waarde om vanuit mijn bevoegdheid voor Leefmilieu juridisch in te grijpen want kinderdagverblijven zijn in onze ogen geen hinderlijke inrichting. Zij vallen dus niet onder de Vlaamse milieureglementering”, zegt Vlaams minister Joke Schauvliege.

De Vlaamse milieuregelgeving (VLAREM) bevat geluidsvoorwaarden. Maar, enkel voor ingedeelde inrichtingen (installaties, opslagplaatsen, fabrieken e.d.). Deze inrichtingen staan opgesomd in een bijlage en zijn ofwel vergunningsplichtig, ofwel meldingsplichtig. Kinderdagverblijven, speelpleinen, scholen enz. staan niet in deze bijlage en zijn dus per definitie niet meldings- of vergunningsplichtig. De geluidsnormen van VLAREM zijn bijgevolg niet van toepassing op deze activiteiten, en dus ook niet op het geluid van spelende kinderen. Een uitzondering in VLAREM is dus niet nodig en zelfs niet wenselijk.

Nederland beschouwt speelpleinen, kinderdagverblijven, enz. wel als hinderlijk. Deze inrichtingen zijn wel meldingsplichtig. Doordat ze in de lijst van hinderlijke inrichtingen staan, was men genoodzaakt een uitzondering te voorzien. Dit moest vermijden dat de geluidsvoorwaarden op speelpleinen, kinderdagverblijven, enz. van toepassing zouden zijn. In Duitsland geldt een soortgelijke regeling voor kinderdagverblijven.

Vlaams minister Schauvliege: “Kinderen hebben het recht om te spelen en lawaai te maken en mogen niet door milieuregels worden beperkt. Wij kiezen ervoor kinderdagverblijven niet op te nemen in VLAREM. De opname van een bepaling in VLAREM, zoals in Nederland en Duitsland, zou immers als argument kunnen worden aangegrepen om te beweren dat het impliciet toch onder VLAREM valt. Dit willen we absoluut vermijden. Het zou leiden tot een waterval aan procedures op het vlak van leefmilieu.”

Bron : Persbericht Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur