24/03/2005

Keuze voor stookolie versterkt toename broeikaseffect niet

Terug naar artikeloverzicht

Update van broeikasgasstudie bevestigt opvallende conclusie

In juni 2004 werd een studie bekend gemaakt van het onderzoeksbureau RDC Environment  naar de broeikasimpact van de emissies van het verwarmen met stookolie of aardgas, van de winning tot en met de eindverbranding. Daaruit bleek dat de vervanging van stookolieketels door aardgastoestellen vanaf 2005 in Belgi niet zal leiden tot een vermindering van de emissie van broeikasgassen over 100 jaar. Inmiddels werd een update van de studie uitgevoerd. De conclusies ervan zijn gelijklopend: de vervanging van stookolieketels door aardgasketels zal de emissies van broeikasgassen niet doen verminderen.

Nieuwe kijk op complexe verwarmingsprocessen

Prof. A. Germain van de Ulg, voorzitter van het comit van professoren dat de studie heeft beoordeeld, verklaarde op een recent colloquium  over deze studie : "Er werd een belangrijke vooruitgang  geboekt met deze inzichten. De studie neemt immers een groot aantal elementen in beschouwing die een vergelijking van de effecten op de broeikasgassen en het energieverbruik van stookolie en aardgas mogelijk maken. Daardoor  draagt ze ongetwijfeld bij tot een vollediger beeld van het probleem. Want voor het eerst werden alle emissies in kaart gebracht, van de winning tot en met de eindverbranding." De broeikasimpact die de eindverbranding voorafgaat, is immers van belang: voor stookolie weegt dit voor 14% door, voor aardgas loopt dit op tot 31% van de totale emissies over de volledige levenscyclus. Bij aardgas zijn de belangrijkste factoren hiervoor de directe methaanverliezen, het vloeibaar maken van aardgas en het transport ervan die beide veel energie opslorpen (17 % van de geleverde energie) en ten derde, het transport van Russisch gas door pijpleidingen (21 % van het vervoerde aardgas wordt verbruikt tijdens het transportproces). Bij stookolie zijn de raffinage (8%) en de winning (4%) de belangrijkste factoren.

Grote impact van methaanverliezen komt aan het licht

Betreffende de methaanverliezen (CH4) onderstreept ook Prof. Nisbet van het Royal Holloway College in Londen hun belang. Deze verliezen hebben op korte termijn een belangrijke invloed op de broeikasgassen.  Methaan heeft immers een gemiddelde impact (over 100 jaar) die 23 maal groter is dan CO2 en  tot zelfs 62 maal groter (over 20 jaar). Deze invloed weegt dus vooral de eerste jaren sterker door. De vergelijkende analyse heeft aangetoond dat in het geval van aardgas, deze methaanverliezen een belangrijke invloed uitoefenen. Ook bij stookolie komen methaanverliezen voor, maar in beduidend mindere mate, en louter bij de  winning aan de bron.
Wat betreft de energie die nodig is om de toekomstige bevoorrading van beide fossiele brandstoffen in Belgi te verzekeren, is er een duidelijk verschil. Om een zelfde hoeveelheid warmte te produceren, verbruikt aardgas 7 % meer energie.


Nieuwe bevoorradingsbronnen doen broeikasbalans significant verschuiven

Het beleid mag de huidige bevoorradingssituatie in Belgi niet gewoon extrapoleren want de actuele aanvoerbronnen zullen niet volstaan om te beantwoorden aan een toenemend gebruik. De Europese Commissie stelt dat  de nieuwe bijkomende invoer van aardgas afkomstig zal zijn van Rusland, Afrika en het Midden-Oosten. Voor stookolie zal de import deels uit Rusland en uit het Midden-Oosten gebeuren. Volgens de studie van RDC zal de vervanging van een mazoutinstallatie door een aardgastoestel vanaf 2005 leiden tot een intensievere exploitatie van hierboven vermelde aardgasbronnen aardgas waarvan de impact op het broeikasgaseffect niet minder groot is dan stookolie. Het vervangen in Belgi van een stookolieketel door een aardgasketel vanaf 2005 zal dus niet leiden tot een relatieve vermindering van het broeikaseffect (over 100 jaar).

De stookoliesector rekent erop dat de overheid bij het uitstippelen van het beleid de nieuwe inzichten gebruikt voor de hertekening van haar politiek betreffende de stimulering van bepaalde verwarmingsbronnen. Dit beleid moet zich vooral richten op een veralgemeende energie-efficintie en prioriteit geven zonder onderscheid tussen de fossiele brandstoffen - aan de installatie van verwarmingsketels met hoog rendement.

____________________________

"Energiebalans en balans van de uitstoot van broeikasgassen tijdens de volledige levensduur van aardgas en stookolie als brandstof voor huishoudelijke verwarming"

Bron : Informazout