10/03/2009

Industrile emissies verder verminderen, maar flexibeler, zegt het EP

Terug naar artikeloverzicht

De vervuilende emissies van duizenden bedrijfsinstallaties in de EU moeten verder worden verminderd, maar wel flexibeler, zeggen Europarlementsleden. Ze steunen een Commissievoorstel om bestaande regels bij de tijd te brengen en strenger te maken, en voegen nieuwe bepalingen toe, die moeten zorgen voor in de hele EU geldende emissiebeperkingen, meer flexibiliteit bij het verlenen van vergunningen, het uitsluiten van kleine installaties en het beter informeren van het publiek.

De richtlijn gentegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging moet de vervuiling veroorzaakt door bepaalde bedrijfsinstallaties in de EU beperken. Operatoren van de beoogde installaties moeten van de nationale autoriteiten een milieuvergunning verkrijgen, die hen wordt toegekend wanneer ze aan bepaalde milieuvoorwaarden voldoen. In Europa is deze wetgevingsprocedure van belang voor 52.000 bedrijfsinstallaties.
 
De voorgestelde herziening moet de administratieve druk voor de industrie en de overheden verminderen, door de bestaande regels te vereenvoudigen en te verduidelijken. Het gaat om een bundeling in n tekst van zeven afzonderlijke richtlijnen over industrile emissies, waaronder de richtlijn gentegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. Rapporteur van het verslag dat in stemming werd gebracht was Holger KRAHMER (ALDE/ADLE, DE).
 
Invoering van emissiegrenswaarden - Europees veiligheidsnet
 
Het Parlement steunt de door de Commissie voorgestelde strengere emissiegrenswaarden voor specifieke categorien verbrandingsovens en voor vervuilende stoffen zoals SO2, NOx, en CO. Parlementsleden willen wel flexibeler zijn bij de procedure voor het vastleggen van deze en toekomstige emissiegrenswaarden. Om te voorkomen dat installaties om marktverstorende vrijstellingen vragen, moet de Commissie minimumwaarden vaststellen, die een Europees veiligheidsnet vormen, waaraan iedere installatie moet voldoen. Overheden krijgen meer flexibiliteit bij het verlenen van vergunningen, omdat voor de emissiegrenzen voor individuele installaties rekening mag worden gehouden met de best beschikbare technologien en de lokale omstandigheden.
 
Installaties van gemiddelde grootte wel in aanmerking, minst gebruikte niet
 
Het toepassingsgebied van de herziene richtlijn stemt min of meer overeen met dat van de zeven bestaande richtlijnen. De wetgeving geldt voor sectoren zoals onder meer metaal, chemische stoffen, verwerkte voeding, olieraffinaderijen, verbrandingsovens en grootschalige varkens- en pluimveebedrijven. Europarlementsleden steunen een Commissievoorstel om installaties van gemiddelde grootte (tussen 20 en 50 MW) binnen de regels te brengen en installaties met een vermogen van minder dan 50 MW die niet meer dan 500 uur per jaar in bedrijf zijn, buiten beschouwing te laten.
 
EP-leden hebben een uitzondering voor ziekenhuizen gemaakt: bij het berekenen van hun totale vermogen wordt alleen rekening gehouden met het normale exploitatievermogen - de werkelijke emissies - en niet met de potentile emissies, die hun noodcapaciteit zou kunnen veroorzaken.
 
De Commissie had voorgesteld om het toepassingsgebied van de richtlijn uit te breiden wat het intensief kweken van pluimvee betreft en om een onderscheid te maken tussen de verschillende soorten pluimvee. Parlementsleden hebben het voorstel verworpen: ze willen dat enkel installaties met 40.000 plaatsen voor pluimvee onder de richtlijn vallen, zoals nu het geval is.
 
Administratieve druk verminderen en betere informatievoorziening
 
Andere amendementen die de Parlementsleden hebben aangenomen moeten de administratieve druk verminderen, de regels inzake rapportage en inspectie versoepelen en de publieke informatievoorziening verbeteren.

Bron : Europees Parlement