04/05/2020

Geluidshinder – Evaluatie van de MIRA indicatorset

geluidsmuur
Terug naar artikeloverzicht

Deze studie evalueert de huidige set van milieu-indicatoren voor geluidshinder in het licht van recente wetenschappelijke inzichten, maatschappelijke ontwikkelingen en de OESO-criteria voor goede indicatoren. Daarop stelt de studie een nieuwe indicatorset voor met druk-, blootstellings- en impactindicatoren.

 

MIRA-indicatoren voor geluidshinder aan verandering toe, met meer gebruik van metingen en focus op leefomgevingskwaliteit

Nieuwe indicatoren zijn nodig om beleid voor een leefbaar geluidsklimaat beter te beoordelen en evoluties in rekening te nemen als herinrichting van woonkernen en aanpassingen in verkeersafwikkeling. De voorgestelde indicatorset brengt de werkelijke geluidsdruk in kaart en hoeveel mensen in een geluidskwaliteitsvolle leefomgeving wonen.

In de voorgestelde indicatorset worden druk-, blootstellings- en impactindicatoren weerhouden (*) – voor de belangrijkste geluidsbronnen wegverkeer, luchtverkeer en spoorverkeer. De figuur hieronder geeft het overzicht en de onderlinge verbanden weer tussen gegevens, rapportering in het kader van de Richtlijn Omgevingslawaai (RO), het Schriftelijk Leefomgevingsonderzoek (SLO) en de MIRA-indicatoren.

Overzicht van de voorgestelde indicatorset voor omgevingslawaai

figuur_slim_ecosysteem_indicatoren_leefbaar_geluidsklimaat_Vlaanderen

Bron: L. Dekoninck en D. Botteldooren (2020), Geluidshinder – Evaluatie van de MIRA indicatorset

 

Externe gegevens als bevolkingscijfers, landgebruik en verkeersintensiteiten staan onderaan en rechtsonder aangeduid (donkerblauw). Deze data voeden zowel de MIRA-indicatoren (groen) als de indicatoren die in het kader van de Richtlijn Omgevingslawaai (RO) worden berekend (oranje).

De MIRA-indicatoren voor de leefomgevingskwaliteit voor het aspect geluid (LG) zijn bovenaan voorgesteld (naast ook het SLO en de Disability-adjusted Life Years), en geven het meest complete en gebiedsdekkende beeld van het milieuthema. Deze indicatoren worden berekend aan de hand van modellen die specifiek binnen MIRA ontwikkeld worden (grijze blokjes met afgeronde hoek). Voor wegverkeer en luchtverkeer worden ze gevoed met de berekening van een gebiedsdekkende geluidsblootstellingskaart. De geluidskaarten blijven ook beschikbaar voor toepassingen buiten de MIRA-indicatoren, maar ze worden niet expliciet gerapporteerd. Gemeten drukindicatoren en blootstellingsindicatoren worden in donkergroen voorgesteld. Net als de externe gegevens voeden deze eveneens de rekenmodellen.

Hieronder komen de nieuwe indicatoren aan bod voor de drie indicatorcategorieën (*). Voor elke nieuwe indicator geeft deze studie de argumentatie ervoor, voorbeelden van mogelijke uitwerking en een indicatorfiche met methodebeschrijving.

 

Drukindicatoren

Om aan de bekommernis tegemoet te komen van  grotere gevoeligheid voor reële wijzigingen onder invloed van huidige trends en beleidsmaatregelen voor omgevingsgeluid, zijn een aantal indicatoren opgenomen die rechtstreeks gebaseerd zijn op metingen – onafhankelijk van de te verwachten gemodelleerde trends.

Wegverkeersgeluid omvat een component rolgeluid die door de combinatie van band en wegdek wordt bepaald (naast een component motorgeluid die bij moderne voertuigen enkel bij heel lage snelheden en voor zwaar vervoer dominant blijft). Wat het voertuig betreft, wordt daarom een indicator voor verkeer op lokale en secundaire wegen (lage snelheid en weinig zwaar verkeer) en een indicator voor snelwegverkeer (hoge snelheid en veel zwaar verkeer) voorzien. Ook voor de toestand van het wegdek (slijtage en keuze wegdek) is een indicator toegevoegd.

Ter karakterisering van het luchtverkeer wordt voor de geluidsemissie van de vliegtuigvloot een indicator toegevoegd die de distributie van geluidspieken door individuele vliegtuigen bij landen en opstijgen in kaart brengt. Doordat de indicator gebaseerd is op metingen, is die gevoelig voor alle parameters die de geluidsemissie van vliegtuigen kunnen bepalen (meteorologische condities, gewicht, effectief gevlogen procedure …).

Spoorwegverkeersgeluid wordt hoofdzakelijk bepaald door het rolgeluid, en dus door de toestand van het wiel en de rail – waarbij de focus ligt op de toestand van het rollend materieel. Voor goederentransport beschouwt de indicator de distributie van emissies; deze is gevoelig voor de intensiteit waarmee verholpen wordt aan de emissie van de luidste wagons. Voor de indicator voor passagierstreinen (specifieke treinstellen ingezet op specifieke trajecten en uren) kan door een aantal monitoringsstations te combineren een beeld bekomen worden van de trends in geluidsemissie van individuele treinstellen.

 

Blootstellingsindicatoren

Voor alle geluidsbronnen wordt de evolutie van de geluidsblootstelling aan de woningen in Vlaanderen als indicator voorgesteld. Doordat het om een meting gaat, zitten alle mogelijke trends vervat in deze indicator: ruimtelijke evoluties, evoluties in de samenleving, evoluties in de geluidsbronnen, enz.

Het wordt mogelijk om dekkingsgraad en langetermijn trendanalyse te verzoenen, als gebruik gemaakt kan worden van nieuwe meettechnologie, nieuwe meetmethodes met inbreng van de burger (citizen science) en doorgedreven data-analyse.

 

Impactindicatoren

Er wordt voorgesteld om de gebiedsdekkende kaarten en blootstellingscijfers die berekend worden in het MIRA-proces, niet te rapporteren in de vorm van blootstelling maar ze te integreren in een leefomgevingskwaliteitsindicator voor geluid (LG) voor elke geluidsbrongroep (weg-, lucht- en spoorverkeer en andere bronnen). Hiermee wordt de bekommernis weggenomen van mogelijke verwarring bij belanghebbenden ten gevolge van communicatie van geluidsblootstellingsinformatie vanuit zowel de RO als MIRA.

Dit maakt het ook mogelijk om op een meer directe manier de impactindicatoren te vergelijken en te combineren met de resultaten van de SLO-enquêtes. Aan elke LG-indicator wordt een rekenmodel gekoppeld dat rekening houdt met de drijvende krachten (violet in bovenstaande figuur) en een aantal indicatoren die de voertuigen karakteriseren.

De voorgestelde berekeningsmethode maakt deze indicatoren gevoelig aan de werkelijke evoluties zoals opgevolgd in de drukindicatoren, de ruimtelijke context, de bevolkingsdichtheid en de werkelijke respons van de bevolking in Vlaanderen (cfr. SLO).

 

Implementatietraject

Belangrijk om te benadrukken is dat er voor de meeste van de nieuwe indicatoren substantiële verdere ontwikkeling  nodig is, opdat de indicatoren effectief kunnen bepaald of berekend en vervolgens geactualiseerd worden. Gezien de vrij hoge kostprijs van de voorgestelde overgang naar een nieuw ecosysteem van indicatoren voor omgevingsgeluid is het wellicht nodig om synergieën met andere ontwikkelingen te onderzoeken. Deze synergieën kunnen zowel op het vlak van wetenschappelijk onderzoek als op beleidsvlak gevonden worden.

Studie uitgevoerd in opdracht van MIRA, Milieurapport Vlaanderen

onderzoekers: Luc Dekoninck, Dick Botteldooren, UGent

 

Download rapport (2.71 MB)

 

 

Bron: Vlaamse Milieumaatschappij, Vlaamse Overheid