12/01/2007

Gebruik flexibiliteitsmechanismen definitief goedgekeurd

Terug naar artikeloverzicht

Op initiatief van Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur heeft de Vlaamse Regering vandaag het besluit verhandelbare emissierechten definitief goedgekeurd. Met deze beslissing zet het Vlaamse gewest in uitvoering van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 van minister Peeters verdere stappen om de inzet van de flexibiliteitsmechnismen conform het Protocol van Kyoto operationeel te maken. Met de NV Empresa de Tratamiento de Residuos Copiulemu uit Chili is een eerste aankoopcontract voor emissierechten afgesloten. Via PMV zal het Vlaams gewest 22 mio euro investeren in het Multilateral Carbon Credit Fund (MCCF). Daarnaast heeft het Vlaamse gewest bij het Carbon Fund for Europe (CFE) een aanvraag voor toetreding met 10 mio euro ingediend.

Hiermee wordt het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 verder uitgevoerd zodat tijdig de Kyotodoelstelling kan bereikt worden op een kostenefficinte manier. Het overgrote deel van de reductie-inspanningen binnen het Vlaamse Klimaatbeleidsplan bestaan uit binnenlandse maatregelen.

Wetgevend Kader

Om de Vlaamse Kyotokloof tijdig met de nodige emissierechten te kunnen invullen, zijn de volgende stappen gezet:

  • Het Vlaams Regeerakkoord 2004-2009 gaf de mogelijke kanalen aan voor de aankoop van externe Kyoto-eenheden. De strategie wordt nu geconcretiseerd in een bijkomend hoofdstuk van het besluit Verhandelbare Emissierechten dat vandaag door de Vlaamse regering definitief is goedgekeurd.

    Tot en met 2007 worden de projectgebonden flexibiliteitsmechanismen CDM (Clean Development Mechanism) en JI (Joint Implementation) ingezet. Vanaf 2008 kan het Vlaamse gewest ook andere kanalen inzetten, zoals rechtstreeks projectgerelateerde Kyoto-eenheden aankopen op de internationale markt. Daarnaast is verwerving mogelijk van Kyoto-eenheden uit investeringen of projectactiviteiten (de Green Investment Schemes) en uit projecten voor bebossing, herbebossing en bosbeheer. 

    Bovendien wordt in het besluit nu ook een goedkeuringsprocedure voor projectactiviteiten voorzien. Zo worden de verwervingsregels voor bedrijven en voor het Vlaamse gewest gebundeld in eenzelfde uitvoeringsbesluit, wat de transparantie van de regelgeving bevordert.

  • Volgens een internationale bepaling moeten de CDM- en JI-projecten de goedkeuring krijgen van de landen die erbij betrokken zijn. Op 20 december 2006 hebben de gewesten en de federale overheid in het Overlegcomit het Samenwerkingsakkoord Flexibiliteitsmechanismen goedgekeurd. Hierbij is ook de Nationale Klimaatcommissie aangeduid als 'Designated National Authority' voor CDM en 'Focal Point' voor JI, dus als formeel contactpunt naar de Verenigde Naties en andere landen toe.


De rol en het belang van flexibiliteitsmechanismen

Het Protocol van Kyoto biedt de ondertekenende landen de mogelijkheid om een deel van hun reductie-inspanningen voor broeikasgassen in het buitenland te realiseren via de zogenaamde flexibiliteitsmechanismen. Door de inzet van de emissierechten gecreerd door deze mechanismen, wordt op een kostenefficintere wijze vorm gegeven aan het klimaatbeleid, een aanpak die door de meeste West-Europese landen gevoerd wordt.

Zonder de inzet van deze mechanismen zou het tijdig realiseren van deze doelstellingen trouwens onmogelijk zijn, een vaststelling die ook door de Klimaatconferentie werd gemaakt. Voordat maatregelen op kruissnelheid komen en effect hebben op voldoende grote schaal, kan dit namelijk een aantal jaren in beslag nemen.
 

Concrete investeringen

Emissierechten kunnen via diverse kanalen aangekocht worden. Uitgangspunt voor het Vlaamse gewest is de duurzaamheid van de projecten, zoals ook bepaald in het besluit Verhandelbare Emissierechten. De volgende concrete resultaten zijn geboekt:

  •  Een eerste oproep of tender naar ondernemingen voor de indiening van projectvoorstellen rond JI en CDM is afgesloten eind december 2006. Het doel was om, samen met de Vlaamse bedrijven, ervaring op te doen over de complexe internationale procedures en standaarden van deze mechanismen. Het resultaat is dat een aankoopcontract is ondertekend door Vlaams minister Kris Peeters en Vlaams minister Fientje Moerman met de NV Empresa de Tratamiento de Residuos Copiulemu uit Chili. Dit dochterbedrijf van de Vlaamse onderneming Machiels heeft als project de installatie van een efficint biogasopvang- en affakkelingsysteem bij een stortplaats in Regin del Bobo. Hierdoor daalt de broeikasgasuitstoot, en wordt op lokaal niveau een gezondere en veiliger omgeving gecreerd.

  • Verschillende fondsen haalden de voorbije jaren middelen op bij potentile kopers van Kyoto-eenheden, zowel overheden als bedrijven. De grote troeven van deze 'klimaatfondsen' zijn hun specialisatie, hun ervaring met de internationale markt van Kyoto-eenheden en hun schaalvoordelen. Daarnaast hebben deze fondsen als belangrijk voordeel dat ze de operationele kosten voor investeerders beperken en de risico's spreiden.
    Het Vlaamse gewest geeft in eerste instantie de voorkeur aan initiatieven, beheerd door multilaterale of regionale ontwikkelingsbanken. Na een vergelijkende analyse tussen een reeks bestaande fondsen op basis van financile en duurzaamheidscriteria zijn de volgende fondsen geselecteerd:
    • Via de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) is het Vlaamse gewest voor 22 mio euro toegetreden tot het Multilateral Carbon Credit Fund (MCCF). Dit is een gezamenlijk initiatief van de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling (EBRD) en de Europese Investeringsbank (EIB). Dit fonds richt zich specifiek op landen met een overgangseconomie (voornamelijk in Oost-Europa en in Centraal-Azi). De geselecteerde projecten zorgen voor rele emissiereducties met bijhorende lokale positieve gezondheids- en economische impact. Het accent ligt daarbij op verbetering van energie-efficintie en hernieuwbare energiebronnen.
    • Het Vlaamse gewest heeft een engagement tot toetreding ingediend bij het Carbon Fund for Europe (CFE) voor een bedrag van 10 miljoen euro. Dit emissierechtenfonds is een initiatief van de Wereldbank (WB) en de EIB. Participanten zijn voor het grootste deel overheden, aangevuld met private entiteiten. Concreet worden emissierechten aangekocht die voortvloeien uit projecten die zorgen voor rele emissiereducties in ontwikkelingslanden.
    • De mogelijkheden voor toetreding tot andere fondsen wordt nog onderzocht.

Om de voorziene hoeveelheden emissierechten tijdig in te kunnen vullen, wordt de markt verder verkend op nieuwe opportuniteiten die voldoen aan de nodige waarborgen op het vlak van duurzaamheid, financieel beheer en risicobeheer.

Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012

Het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 werd na een brede publieksconsultatie binnen de Vlaamse Klimaatconferentie[1] definitief goedgekeurd op 20 juli 2006.

En van de besliste principes is dat, om tijdig de Kyotodoelstelling te halen, het prioritair uitvoeren van binnenlandse maatregelen vooropgesteld wordt in de diverse Vlaamse beleidsdomeinen. Dit dient te gebeuren tegen een socio-economisch haalbare kostprijs, afgestemd op en aangevuld met de inzet van flexibiliteitsmechanismen. 

Aangezien de nadruk ligt op het realiseren van reductiemaatregelen in het Vlaamse gewest zelf, is tot 2012 minimum 513 mio euro in totaal opgenomen in het Vlaamse Klimaatbeleidsplan, te spreiden over de diverse beleidsdomeinen. Daarbovenop komen nog de uitgaven en investeringen van gezinnen, bedrijven en lokale overheden die allemaal bijdragen om de klimaatuitdaging aan te gaan.

De Vlaamse Regering zal erover waken dat men tijdens de looptijd van dit Vlaamse Klimaatbeleidsplan de voorziene maatregelen tijdig en correct uitvoert. Om een efficinte opvolging mogelijk te maken, heeft de Vlaamse Regering volgende instrumenten tot haar beschikking:

  1. een databank met alle maatregelen is vanaf 2006 beschikbaar. Deze databank is voor iedereen toegankelijk en wordt op termijn gentegreerd in de databank van het Nationaal Klimaatplan;
  2. een beknopt zesmaandelijks rapport over de evolutie van de projecten en de mogelijke knelpunten bij de uitvoering;
  3. een tweejaarlijks voortgangsrapport, met een toelichting bij de toestand van het Vlaamse klimaatbeleid.

"Om tijdig de Kyotodoelstelling te realiseren, is de opmaak en goedkeuring van het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 fundamenteel geweest. Aan de uitvoering wordt volop gewerkt met overgrote aandacht en ruime middelen voor binnenlandse maatregelen in het Vlaamse gewest zelf. Het aanvullende luik buitenlandse verwerving van duurzame emissierechten wordt nu ook praktisch ingevuld met een duidelijke wetgeving en concrete investeringen met de nodige aandacht voor alle facetten van duurzaamheid", aldus minister Peeters.

--------------------------------------------------

[1] www.vlaanderen.be/klimaatconferentie