25/01/2005

Exportkredieten: de incoherentie van het Belgische klimaatbeleid

Terug naar artikeloverzicht

Verminderen uitstoot broeikasgassen? Belgische inspanning gaat in rook op! 
  
Greenpeace publiceert vandaag een rapport waarin het de nadruk legt op de incoherentie van het Belgische klimaatbeleid. Alles wijst erop dat de inspanningen die we ons terzake in eigen land getroosten, onmiddellijk in rook opgaan in het buitenland. Het rapport "Het exporteren van de vervuiling: de verborgen zijde van het Belgische klimaatbeleid" richt de schijnwerpers op de vervuiling die voortgebracht wordt door meerdere energieprojecten, waarvoor de Nationale Delcrederedienst exportkredieten heeft toegekend. Het rapport concludeert dat de CO2-uitstoot van deze projecten staat voor meer dan twintig maal de inspanning die de Belgische regering in eigen land wil realiseren, in het kader van de eerste fase van het protocol van Kyoto (zie hieronder). Greenpeace pleit derhalve voor een herziening van de werking van de Nationale Delcrederedienst en van de manier waarop deze instelling exportkredieten toekent. Dat is noodzakelijk als we de strijd tegen de klimaatverandering efficint willen voeren.

Het rapport schetst de rol van Delcredere - een autonome overheidsinstelling - bij het ontwikkelen van vervuilende energieprojecten in landen zoals India, China of Mexico. De strijd tegen de klimaatverandering is hoogdringend, terwijl de Nationale Delcrederedienst met staatsgarantie projecten mogelijk maakt die haaks staan op de aanpak ervan. Op heel wat vlakken komt Belgi niet zonder kleerscheuren uit deze analyse.

"Ons rapport toont aan hoe Belgi zijn eigen Kyoto-inspanningen teniet doet, door in het buitenland een overdadige CO2-uitstoot te bevorderen. Het is toch absurd om in eigen land vervuilende technologien te weren, en ze tegelijk te stimuleren in het buitenland" stelt Jean-Franois Fauconnier, klimaatcampaigner bij Greenpeace Belgi. "Bij het samenstellen van dit rapport konden we ons niet van de indruk ontdoen, dat we te maken hebben met een betreurenswaardige incoherentie van het Belgische klimaatbeleid."

Ondanks het totaal gebrek aan transparantie dat de Nationale Delcrederedienst vertoont, heeft Greenpeace het volgende vastgesteld:
Belgi engageerde zich om 54,86 miljoen ton CO2-equivalent uit te sparen tussen 1990 en de periode 2008-2012.
Sinds de ondertekening van het protocol van Kyoto (1997), heeft Delcredere exportkredieten toegekend aan projecten die - over hun hele levensloop - goed zullen zijn voor een cumulatieve uitstoot van 1.324,1 miljoen ton CO2.

Deze projecten - gerealiseerd in landen zoals India, Turkije en Turkmenistan of Iran, Thailand en Peru - hebben bijvoorbeeld betrekking op de bouw van gas-, olie of steenkoolcentrales.

Nul komma nul euro voor schone en hernieuwbare energie?!

Het rapport "Het exporteren van de vervuiling: de verborgen zijde van het Belgische klimaatbeleid" stelt bovendien dat door Delcredere tot op vandaag geen enkel exportkrediet werd toegekend, gericht op de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen. Delcredere presteert erg zwak in vergelijking met buitenlandse kredietverzekeraars, in het bijzonder deze uit de Verenigde Staten. Niet alleen de sector van de hernieuwbare energie wordt verwaarloosd, ook het respecteren van de mensenrechten of het sociale domein.
Het rapport onderlijnt ook het belang dat landen zoals India, China of Brazili willen geven aan hernieuwbare energie. Zij behoren trouwens tot de tien landen ter wereld waarop het gros van de exportkredieten betrekking hebben.

"Als de strijd tegen de klimaatverandering niet met kracht gevoerd wordt, dan zullen de landen van het Zuiden vanzelfsprekend de zwaarste factuur betalen. Louter geografisch zijn ze het meest bedreigd, en ze beschikken over de minste financile middelen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de klimaatverandering. Zij riskeren voluit de nadelen te ondervinden van het gebrek aan investeringen in hernieuwbare energie. En dan zwijgen we nog over de impact op de volksgezondheid van steenkoolcentrales of over de dramatische gevolgen van de ontbossing die sommige projecten met zich meebrengen", meent Jean-Franois Fauconnier.

Zowel binnen als buiten de eigen landsgrenzen is het dringend nodig om investeringen te herorinteren in de richting van energie-efficintie en de ontwikkeling van schone en hernieuwbare energie-technologien.

Volledige versie van het rapport

Bron : Greenpeace