10/11/2011

Europese transportsector moet ambitieus zijn om doelstellingen te behalen

Terug naar artikeloverzicht

In 2009 is de luchtverontreining door de transportsector afgenomen. Volgens het meest recente jaarrapport van het Europees Milieuagentschap (EMA) over luchtverontreiniging door transport is het echter mogelijk dat deze afname slechts een tijdelijk gevolg is van de economische neergang. Het Rapporteringsmechanisme voor transport en milieu (TERM) is een instrument waarmee de effecten van transport op het milieu worden onderzocht. Het rapport belicht voor het eerst een uitgebreide reeks kwantitatieve doelstellingen die door de Europese Commissie zijn voorgesteld in haar stappenplan voor vervoer 2011.

“In 2009 zijn de emissiewaarden van bijna alle door de transportsector uitgestoten luchtvervuilende stoffen gedaald, doordat de vraag afnam,” verklaarde professor Jacqueline McGlade, uitvoerend directeur van het EMA. “Maar deze afname was het gevolg van de economische recessie. Dus nu hebben we een meer wezenlijke verandering van het transportsysteem in Europa nodig, opdat de uitstoot zelfs in perioden van sterke economische groei niet toeneemt.”

Het rapport van het EMA over transport en het milieu laat zien dat we op enkele punten efficiënter zijn geworden. In 2010 waren nieuwe auto’s bijvoorbeeld ongeveer 20 % zuiniger dan in 2000. Deze relatief kleine verbeteringen worden echter vaak tenietgedaan door een groeiende vraag, zelfs al is de activiteit in sommige gebieden vertraagd door de recessie. Tussen 1990 en 2009 is de vraag naar transport met ongeveer een derde gestegen, met als gevolg een toename van 27 % van door transport uitgestoten broeikasgassen in dezelfde periode.

De nieuwe doelstellingen die de Commissie in haar stappenplanen voorstelt, zullen een beleidskader vormen voor de aanpak van  transportgerelateerde milieuproblemen op Europees, nationaal en gemeentelijk niveau .. Het rapport laat zien dat er goede mogelijkheden zijn om het beleid coherenter te maken , bijvoorbeeld door de luchtkwaliteit en de klimaatverandering samen aan te pakken.

Het EMA heeft voor het eerst een referentieniveau uitgewerkt om de vooruitgang in de verwezenlijking van de milieudoelstellingen van de transportsector te analyseren. Hiertoe behoren onder meer doelstellingen voor broeikasgasemissies, energieverbruik en geluidshinder. Er is een basisreeks van twaalf indicatoren ontwikkeld, die betrekking heeft op een breed spectrum van beleidsgebieden.

Belangrijkste bevindingen

  • Transport was verantwoordelijk voor 24 % van alle broeikasgasemissies in 2009. Volgens het stappenplan moeten de lidstaten de broeikasgasemissies van de transportsector tegen 2050 met 60 % verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. Aangezien de emissies tussen 1990 en 2009 met 27 % zijn toegenomen, moet de EU de emissies tussen 2009 en 2050 in totaal met 68 % reduceren.
  • Het jaarlijkse energieverbruik in de transportsector is in de lidstaten van de Europese Economische Ruimte tussen 1990 en 2007 voortdurend gegroeid. Terwijl de totale energiebehoefte van de transportsector tussen 2007 en 2009 met 4 % is gedaald, zal deze bij economische groei waarschijnlijk weer gaan stijgen.
  • De beleidsdoelen ten aanzien  van luchtkwaliteit werden in veel gevallen niet gehaald. De jaarlijkse grenswaarden van stikstofdioxide (NO2), dat astma en andere ademhalingsproblemen kan veroorzaken, werden in 2009 bij 41 % van de verkeermeetstations overschreden.
  • Zwevende deeltjes (PM10) die door transport worden uitgestoten, veroorzaken ook ernstige gezondheidsproblemen. In 2009 werd de dagelijkse grenswaarde voor PM10 bij 30 % van de verkeermeetstations in de EU-27 overschreden.
  • Bijna 100 miljoen mensen werden blootgesteld aan een schadelijk gemiddeld geluidshinderniveau afkomstig van wegverkeer op belangrijke wegen.
  • De gemiddelde prijs van brandstoffen voor wegtransport (berekend als equivalent van loodvrije benzine, inclusief rechten en belastingen) is sinds 1980 reëel gestegen met 15% tot een 1,14 euro per liter in juni 2011.. Dit betekent een jaarlijke reële prijsstijging van  minder dan 0,5 procentpunten, waardoor de brandstofprijzen geen sterke motivatie vormen voor het kiezen van zuinigere vervoermiddelen.
  • Het aandeel voertuigen op de weg dat op alternatieve brandstoffen rijdt, is gestaag gegroeid, en bedroeg meer dan 5 % van het totaal in 2009. De meeste van deze voertuigen maakten gebruik van vloeibaar petroleumgas (LPG). Elektrische voertuigen maakten 0,02 % van het totaal uit.
  • Wegen, spoorwegen en snelwegen versnipperen het Europese landschap, met ernstige gevolgen voor de biodiversiteit. Bijna 30 % van het landschap in de EU is in gemiddelde, hoge of zeer hoge mate gefragmenteerd, waardoor de leefruimte en het broedgebied van veel verschillende diersoorten worden beperkt.

Meer informatie

Bron :  Europees Milieuagentschap