26/11/2003

Europese Kaderrichtlijn Water heeft binnen Vlaanderen een grote invloed

Terug naar artikeloverzicht

De implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water heeft binnen Vlaanderen een grote invloed op het huidige en toekomstige waterbeleid. Europese lidstaten dienen oppervlaktewaters meer en meer te beoordelen vanuit ecologisch oogpunt en minder vanuit de menselijke gebruiksfuncties.Het begrip 'basiskwaliteit' uit VLAREM dient vervangen te worden door het begrip 'goede ecologische kwaliteit' waarin biota, fysische en chemische kenmerken en morfologische karakteristieken samen de eindscore bepalen. Vlaanderen moet hiervoor alle oppervlaktewaters indelen in 3 categorien:'rivieren', 'overgangswateren' (getijrivieren) en 'meren' (stilstaande wateren).Elke categorie dient vervolgens opgesplitst te worden in een aantal typen waarvoor telkens een referentiekader wordt ontwikkeld. Voor elk type moet de levensgemeenschap die van nature verwacht wordt beschreven worden.
Door het Instituut voor Natuurbehoudwerd in opdracht van VMM een eerste voorstel voor typologie uitgewerkt. Op basis van verschillen in hydro-ecoregio's, in grootte van stroomgebied en in breedte-diepteverhoudingen werden acht riviertypen onderscheiden. Voor de stilstaande wateren was de ecoregio in combinatie met waterkwaliteitsvariabelen zoals zuurgraad en ionenrijkdom en morfometrische variabelen zoals diepte en grootte typebepalend. Er zijn tien basistypen onderscheiden. Sommige typen kunnen op basis van trofie nog verder onderverdeeld worden in subtypen. Tenslotte werd het gehele getijdegebied van de Schelde aangeduid als macrotidaal laaglandestuarium en het IJzerestuarium als mesotidaal laagland-estuarium.
De studie is integraal beschikbaar op de website: (rapport 2002.27). Momenteel lopen er verschillende deelstudies waarin per type het referentiekader en het beoordelings kader voor verschillende biota wordt uitgewerkt. Deze studies moeten toelaten om de voorgestelde typologie beter te onderbouwen en waar nodig te verfijnen en bij te sturen.

Bron: Instituut voor Natuurbehoud.

 De volledige nieuwsbrief kan je lezen op www.instnat.be