18/07/2023

EU verbiedt producten waarvoor bossen zijn vernietigd

ontbossing
Terug naar artikeloverzicht

Tussen 1990 en 2020 heeft ontbossing geleid tot het verdwijnen van een bosgebied dat groter is dan de Europese Unie (420 miljoen ha). Met de inwerkingtreding van de nieuwe Zero Deforestation Regulation (EUDR) op 29/06/2023 wil Europa zijn aandeel in de achteruitgang van bossen, momenteel geschat op 16%, verminderen. EUDR verbiedt de handel in producten die ontbossing of bosdegradatie veroorzaakten sinds 31 december 2020.

Wie hout, rubber, rundvlees, cacao, koffie, palmolie en soja in- of uitvoert in Europa, moet een zorgvuldigheidsverklaring voorleggen die bewijst dat die producten niet hebben bijgedragen aan het vernietigen van bossen. De nieuwe maatregelen komen tegemoet aan de doelstellingen van de Green Deal en dragen bij tot de bescherming van de biodiversiteit, het klimaat en inheemse volkeren. De FOD Volksgezondheid zal de volgende maanden de marktdeelnemers en handelaren informeren over de nieuwe wetgeving.

Zeven kernproducten

De voorgaande Europese houtwetgeving, de EU Timber Regulation of EUTR, verbood het op de Europese markt brengen van hout en houtproducten afkomstig van illegale houtkap, maar was geen oplossing voor de ontbossing als gevolg van landbouw. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) FAO is landbouw verantwoordelijk voor 90% van de wereldwijde ontbossing.

De nieuwe verordening EUDR breidt de voorgaande Europese maatregelen uit. De producten die onder de nieuwe regelgeving vallen zijn hout, rubber, rundvlees, cacao, koffie, palmolie en soja en producten die van deze grondstoffen zijn afgeleid zoals leder, chocolade en meubels. Die grondstoffen zijn vaak een product van industriële landbouw waarvoor bossen moeten wijken. De lijst met grondstoffen kan de volgende jaren nog worden uitgebreid.

Overgangsperiode

De EUTR en EUDR zullen gedurende een overgangsfase naast elkaar bestaan. Bedrijven hebben 18 maanden de tijd (tot 30 december 2024) om in overeenstemming met de nieuwe wetgeving te zijn. Voor micro- of kleine ondernemingen geldt een overgangsperiode van 24 maanden (tot 30 juni 2025).

Zorgvuldigheidsstelsel of Due Diligence System

Alle bedrijven die producten die onder deze nieuwe wetgeving vallen op de Europese markt willen brengen of naar landen buiten de EU willen exporteren, moeten eerst een zorgvuldigheidsverklaring verkrijgen. Dit document garandeert dat hun producten niet bijdragen aan ontbossing of bosdegradatie.

De zorgvuldigheidsprocedure is verdeeld in 3 fasen, afhankelijk van het niveau van het risico op ontbossing. In de eerste fase, verplicht voor alle bedrijven, moeten marktdeelnemers en handelaren volledige gegevens verstrekken over hun basisproducten en de geolocatie van het gebied waar het hout gekapt is.

Als de producten afkomstig zijn uit gebieden met een laag risico, volgens het vergelijkende beoordelingssysteem van de Europese Commissie, is alleen de eerste fase van de zorgvuldigheidprocedure verplicht.

Als het productieland wordt beschouwd als een gebied met een normaal of hoog risico, moeten ondernemingen ook een 2de en 3de fase doorlopen. Ondernemingen moeten de verzamelde informatie gebruiken om het risico van niet-naleving in de toeleveringsketen te analyseren en te beoordelen. Als uit de risicoanalyse blijkt dat het risico niet verwaarloosbaar is, moeten ondernemingen in fase drie passende en evenredige risicobeperkende maatregelen nemen.

De FOD Volksgezondheid zal de volgende maanden de marktdeelnemers en handelaren informeren over deze nieuwe wetgeving.

Meer informatie: Ontbossing

 

Bron : FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu