Op initiatief van Hilde Crevits, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur keurde de Vlaamse Regering vandaag het besluit goed betreffende de subsidiring van de kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen van gemeenten. Naast de al bestaande subsidiemogelijkheden kan een gemeente ook subsidie krijgen voor de begeleiding door een erosiecordinator. Een erosiecordinator kan de gemeente voor alle praktische aspecten bijstaan en zo de uitvoering van de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen aanzwengelen. Voorts worden enkele administratieve bepalingen vereenvoudigt of verduidelijkt.
In de heuvelachtige gebieden met een zandlemige tot lemige bodem veroorzaakt erosie op akkers een geleidelijk verlies van de vruchtbare bovenlaag van de bodem. Het sediment komt in de waterlopen en in wachtbekkens terecht, wat hoge kosten meebrengt voor de waterbeheerders. In de meest extreme gevallen bedelven spectaculaire modderstromen de straten en kelders onder een dikke laag modder.
In Vlaanderen komt bodemerosie het sterkst voor in delen van Haspengouw, het Hageland, het Pajottenland en de Vlaamse Ardennen, maar ook delen van Zuid-West-Vlaanderen hebben er mee af te rekenen.
Sinds 2001 worden de gemeenten financieel ondersteund voor kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen. De maatregelen focussen op het afremmen of opvangen van het afstromende water op de akkerpercelen of zo snel mogelijk na het verlaten van de percelen. Het gaat concreet over het aanleggen van grasbufferstroken, grasgangen, aarden damconstructies, buffergrachten en kleine bufferbekkentjes. Intussen beschikken reeds 83 gemeenten die met erosiefenomenen te kampen hebben, over een goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingsplan. Heel wat gemeenten zetten echter moeilijk de stap naar de uitvoering van hun erosiebestrijdingsplan. In de periode 2002-2008 verleende de Vlaamse overheid 6,3 miljoen euro subsidies aan 28 gemeenten voor 76 erosieknelpuntgebieden.
Daarom wil minister Crevits met de subsidiring van de erosiecordinator een extra impuls geven aan de gemeenten om hun erosiebestrijdingsplan daadwerkelijk uit te voeren. De bedoeling van de nieuwe subsidiemogelijkheid is de gemeenten financieel te ondersteunen als ze een beroep doen op een dienstverlener die een erosiecordinator ter beschikking stelt. De gemeente kiest zelf de dienstverlener, zoals bijvoorbeeld de Interbestuurlijke Samenwerking Land en Water (met als trekker de Watering van Sint-Truiden), een intercommunale maatschappij of een provinciale dienst die actief is rond erosiebestrijding of een studiebureau met ervaring inzake erosiebestrijding.
Minister Crevits vraagt wel dat een gemeente daarvoor met minstens n andere gemeente samenwerkt, om zoveel mogelijk te komen tot voltijdse erosiecordinatoren. Het overleg met de eigenaars en gebruikers van percelen waarop de gemeente erosiebestrijdingswerken wil uitvoeren, zal een groot deel van het takenpakket vormen. Om vlot bereikbaar te zijn, moet de erosiecordinator zijn standplaats hebben in minstens n van de samenwerkende gemeenten.
De erosiecordinator kan ook de subsidieaanvragen en de goedgekeurde subsidies administratief voorbereiden en opvolgen. Zo kunnen de gemeenten een aanzienlijke werklast vermijden, die totnogtoe een belemmerende factor is voor de uitvoering van erosiebestrijdingswerken. En last but not least kan de erosiecordinator de lokale betrokkenen informeren over alles wat komt kijken bij erosiepreventie en -bestrijding. Minister Crevits tracht zo ook een stukje administratieve last van de schouders van de gemeenten weg te nemen.
De gemeente krijgt van minister Crevits een subsidie voor een erosiecordinator die gelijk is aan de subsidie die ze al heeft gekregen voor de opmaak van haar erosiebestrijdingsplan. Bijvoorbeeld, als 3 gemeenten samen een erosiegevoelig gebied van 10.000 ha hebben, beschikken ze over een subsidie van 125.000 euro. De subsidie wordt betaald op basis van de facturen van de dienstverlener die de erosiecordinator ter beschikking stelt, en dat tot de toegezegde subsidie van 125.000 euro is uitgeput.
Minister Crevits stelt: "De noodzakelijke erosiebestrijdingsmaatregelen zijn intussen voldoende bekend en zijn technisch eenvoudig te realiseren. Het komt er nu op aan de gemeenten, de landbouwers en de eigenaars te overtuigen om er voluit werk van te maken. Ook de vereenvoudiging of verduidelijking van een aantal administratieve bepalingen moet resulteren in meer uitgevoerde projecten. Erosieproblemen moeten worden opgelost. De gemeenten die dit op zich nemen, moeten ten volle worden gesteund."
Bron : Persmededeling van het kabinet van minister Hilde Crevits, Vlaams minister van openbare werken, energie, leefmilieu en natuur