13/04/2011

Energiebelasting: Commissie stimuleert energie-efficiency en milieuvriendelijkere producten

Terug naar artikeloverzicht

De Europese Commissie heeft vandaag haar voorstel gepresenteerd om de achterhaalde regels voor de belasting van energieproducten in de Europese Unie grondig te herzien. Zij wil deze belasting op nieuwe leest schoeien om bestaande onevenwichtigheden uit te vlakken en rekening te houden met de CO2-emissies en de energie-inhoud van energieproducten. De bestaande energiebelastingen zouden worden opgesplitst in twee componenten, die samen bepalen tegen welk tarief een product wordt belast. De Commissie wil energie-efficiency en het verbruik van milieu­vriendelijkere producten stimuleren en concurrentieverstoringen op de eengemaakte markt voorkomen. Het voorstel zal de lidstaten helpen om hun volledige belastingsysteem anders in te richten zodat het bijdraagt aan groei en werkgelegenheid, meer bepaald door de belastingdruk te verschuiven van arbeid naar consumptie. De herziene richtlijn moet in 2013 van kracht worden. Dankzij lange overgangsperioden (tot 2023) voor de volledige afstemming van de belasting van de energie-inhoud, krijgt de industrie de tijd om zich aan de nieuwe belastingstructuur aan te passen.

Algirdas Šemeta, EU-Commissaris voor belastingen, douane-unie, audit en fraude­bestrijding, verwoordde het als volgt: "Het gemoderniseerde energiebelastingstelsel komt op het juiste moment. De lidstaten bepalen nu hun strategieën om de crisis achter zich te laten en aan de doelstellingen van Europa-2020 te voldoen. Zij roepen op tot maatregelen om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen. Wij moeten een billijke en transparante energiebelasting hebben om onze energie- en klimaatdoelstellingen te bereiken. Ons gezamenlijke doel is een groenere, competitievere EU-economie waarin efficiënter met hulpbronnen wordt omgesprongen. Dit voorstel geeft een sterk CO2-prijssignaal aan bedrijven en consumenten, en het is ook een kans om de belastingdruk te verschuiven van arbeid naar consumptie en zo te werken aan belastingstructuren die de groei bevorderen."

De belasting van energieproducten is in de EU tot op zekere hoogte geharmoniseerd. In de energiebelastingrichtlijn zijn nu al minimumtarieven vastgesteld voor de belasting van energieproducten die als motor- of verwarmings­brandstof worden gebruikt, en ook voor elektriciteit. De richtlijn is echter niet meer bij de tijd en ook niet consistent. Een belasting die gebaseerd is op de hoeveelheid verbruikt energieproduct, kan de energie- en klimaat­doelstellingen van de EU niet helpen verwezenlijken. Zij geeft ook geen economische prikkels die de groei bevorderen en het creëren van werkgelegenheid stimuleren. Een belasting van energieproducten moet meer rekening houden met de energie-inhoud en de milieugevolgen van deze producten.

Sleutelelementen

De herziene energiebelastingrichtlijn zal de lidstaten in staat stellen belastingen optimaal in te zetten als een instrument dat uiteindelijk "duurzame groei" in de hand werkt. Daartoe wordt voorgesteld om het minimumbelastingtarief op te splitsen in twee componenten:

  • de ene component zou gebaseerd zijn op de CO2-emissies van het energieproduct en zou worden vastgesteld op € 20 per ton CO2;

  • de andere component zou gebaseerd zijn op de energie-inhoud, d.w.z. de door een product voortgebrachte energie, uitgedrukt in gigajoule (GJ). Het minimumbelastingtarief zou worden vastgesteld op € 9,6 per GJ voor motorbrandstoffen en € 0,15 per GJ voor verwarmingsbrandstoffen. Dit zal gelden voor alle brandstoffen die voor vervoer en verwarming worden gebruikt.

Er wordt rekening gehouden met sociale aspecten door de keuze die de lidstaten krijgen om energie die gezinnen voor verwarmingsdoeleinden verbruiken, volledig vrij te stellen, ongeacht het gebruikte energieproduct.

Het bedrijfsleven zal de tijd krijgen om zich aan de nieuwe belastingstructuur aan te passen dankzij lange overgangsperioden (tot 2023) voordat de belasting van de energie-inhoud volledig van toepassing wordt.

De voordelen van de herziening van de energiebelasting

  • Dit voorstel zal hernieuwbare energiebronnen een duwtje in de rug geven en het verbruik van energiebronnen die minder CO2 uitstoten, stimuleren. Paradoxaal genoeg zijn op dit moment de meest vervuilende energiebronnen het minst belast. Biobrandstoffen daarentegen zijn een van de zwaarst belaste energiebronnen ondanks het feit dat de EU zich ertoe heeft verbonden om het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het vervoer te verhogen. Het nieuwe voorstel zal deze situatie rechtzetten.

  • De nieuwe tekst zal de aanpak van energiebelasting in de EU stroomlijnen doordat hij uiteenlopend nationaal beleid zal voorkomen, en voor alle bedrijven overal in de EU gelijke voorwaarden helpen creëren. Hij biedt de lidstaten ook de kans om hun belastingbeleid om te buigen naar een beleid dat banen en werkgelegenheid in de hand werkt.

  • Wat de beperking van broeikasgasemissies betreft, moet de herziene richtlijn een aanvulling vormen op de bestaande EU-ETS door de invoering van een CO2-belasting op sectoren die buiten het toepassingsgebied van die regeling vallen (vervoer, gezinnen, landbouw en kleine sectoren). Deze zijn samen goed voor de helft van de CO2-emissies van de EU; het is derhalve zaak dat ook voor hen een CO2-prijssignaal wordt ingesteld.

  • Tot slot zal dit initiatief de EU helpen haar energie- en klimaatdoelstellingen te bereiken, zoals de Europese Raad in zijn conclusies in maart 2008 heeft gevraagd. Het bouwt ook voort op de resultaten van de VN-klimaatveranderings­conferentie die heeft plaatsgevonden in december 2010 in Cancun, Mexico.

Volgende stappen

Het voorstel zal nu worden besproken door het Europees Parlement en de Raad en naar verwachting in 2013 in werking treden. Waar nodig voorziet het in een geleidelijke invoering van het nieuwe belastingsysteem.

Nadere informatie:

http://ec.europa.eu/taxation_customs/index_en.htm

Memo/11/238

Bron : © Europese Unie, 1995-2011