75 procent van de bouwpercelen zijn in particulier bezit. De overige 25 procent is in eigendom van rechtspersonen (bedrijven, overheden, intercommunales, sociale huisvestingsmaatschappijen, kerkfabrieken enz.). Sommige van die percelen zijn bouwrijp; bij andere moet eerst nog aan een plan of wegenis gewerkt worden. Op vraag van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir bracht het Departement Omgeving de actuele eigendomsstructuur van bouwgronden in kaart.
Driekwart van de bouwpercelen in eigendom van particulieren
Volgens de officiële cijfers die het Departement Omgeving samen met Statistiek Vlaanderen eerder publiceerde, waren er in 2019 nog 282.000 onbebouwde percelen in Vlaanderen, samen goed voor een oppervlakte van 43.380 hectare. Van dat aanbod werd nu de eigendomsstructuur in kaart gebracht. 75 procent van de eigendommen is in particulier bezit. Dit omvat de percelen in eigendom van natuurlijke personen en die in gemeenschap. De overige 25 procent is in eigendom van rechtspersonen (bedrijven, overheden, intercommunales, sociale huisvestingsmaatschappijen, kerkfabrieken enz. ). Van de 43.380 ha is ruim 2.800 ha in eigendom van een bouwprofessional (projectontwikkelaar, bouwfirma, verkavelaar, e.d.m.).
Bouwgronden in eigendom van rechtspersonen
Niet alle gronden zijn even goed gelegen
Gronden die gelegen zijn nabij openbaar vervoer en voorzieningen zoals scholen, winkels of publieke instellingen, hebben een streepje voor. Het zijn immers die gronden die het meest gewild zijn en het meest ontwikkelingspotentieel in zich dragen voor verdichting en een hoger ruimtelijk en financieel rendement. Daarvan zijn er in Vlaanderen ongeveer 5.400 ha aanwezig. Van 12.000 ha heeft onderzoek uitgewezen dat ze nog opgekrikt kunnen worden mits het voorzien van bijkomend openbaar vervoer of meer voorzieningen. Evenwel ligt ca. 25.000 ha slecht gelegen, met een gebrek aan voorzieningen en een gebrek aan openbaar vervoer.
Nog ruime woonreserves beschikbaar
Vlaanderen heeft dus nog een ruime reserve aan bouwgronden. Daarvan is het gros gelegen in de woongebieden (75 procent) en woonreservegebieden (23 procent). Een klein deel ligt in een (historische) verkaveling buiten de woongebieden, meestal in landbouwgebied.
Een uitgebreidere versie van deze resultaten vindt u in het themanummer Vastgoed van het tijdschrift Ruimte, een uitgave van de VRP.be. Publicatiedatum themanr. #52: januari 2022.
Bron: Departement Omgeving, Vlaamse Overheid