24/09/2024

Eerste koolstofmeting Vlaamse bodem: alle vormen van landgebruik nuttig voor koolstofopslag

bodem_mos
Terug naar artikeloverzicht

Het Departement Omgeving heeft, samen met INBO (Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek) en ILVO (Instituut voor Landbouw- Visserij-en Voedselonderzoek), voor het eerst in 50 jaar de hoeveelheid koolstof in de bodem gemeten bij alle vormen van landgebruik. Daaruit blijkt verrassend dat er geen verschil is in de hoeveelheid koolstof per hectare die wordt opgeslagen door graslanden, bos, natuur en onverharde gronden die worden ingenomen door de mens. Enkel akkerland slaat per hectare minder koolstof op. Anderzijds nemen akkers wel de meeste oppervlakte in, waardoor ze de grootste voorraad koolstof herbergen. Dat wil dus zeggen dat alle vormen van landgebruik nuttig zijn voor het opslaan van koolstof. De koolstofvoorraden in de bodem spelen een belangrijke rol in de klimaatopwarming. Door op een doordachte wijze met landgebruik en -beheer om te springen, kunnen bodem en bomen veel meer CO2 vasthouden en op die manier broeikasgas uit de atmosfeer halen. 

Om de bodem vruchtbaar te maken, wordt organisch materiaal toegevoegd. In natuurlijke systemen gebeurt dit bijvoorbeeld door afbraak van afgestorven plantendelen of dierlijk materiaal. In landbouwbodems kan extra organisch materiaal toegevoegd worden door mest, compost of groenbedekkers. Daardoor wordt koolstof opgeslagen in de bodem, want koolstof is de hoofdcomponent van organisch materiaal. Anderzijds kan er ook koolstof ontsnappen aan de bodem. Dit gebeurt onder de vorm van CO2, een broeikasgas dat bijdraagt aan de klimaatverandering. Het is dus zowel voor het bodem- als het klimaatbeleid belangrijk om de organische koolstofconcentraties en -voorraden in de bodem over lange periodes op te volgen.   

Tot 1 meter diepte

Het Departement Omgeving heeft in 2021, samen met INBO en ILVO, het koolfstofmonitoringnetwerk CMon opgestart. Voor het eerst in 50 jaar zijn er nu metingen. Vele studies en internationale koolstofmonitoring beperken zich tot de bovenste 30 cm van de bodem, waardoor de totale voorraden sterk onderschat worden. De Cmon-resultaten tonen aan dat de 30-100 cm laag in Vlaanderen een belangrijk aandeel (37 tot 45%) bevat van de organische koolstofvoorraad.  

In onderstaande grafiek worden de organische koolstofvoorraden voor de 0-100 cm bodemlaag uitgedrukt in ton per hectare. Op hectare-basis is er geen verschil tussen de organische koolstofvoorraden in bodems onder bos, blijvend grasland, natuur en ruimtebeslag (hier de onverharde ruimte die is ingenomen door de mens). Enkel akkers hebben per hectare een statistisch significant lagere organische koolstofvoorraad in de bodemlaag in vergelijking met bodems onder een ander landgebruik. 
 

cmon-grafiek

 

Maar omdat akkers de meeste oppervlakte innemen, zit het grootste aandeel koolstof (37 procent) daar. De bodems onder bos, grasland en onverhard ruimtebeslag bevatten elk ongeveer 20% van de totale voorraad koolstof in Vlaanderen, onder de natuur bevindt zich 5%. De totale organische koolstofvoorraad in de Vlaamse bodems tot op 1 meter diepte wordt geschat op 137 megaton.

Belangrijk voor internationaal klimaatbeleid    

De resultaten die nu bekend zijn, vormen nog maar een kwart van alle metingen.  Over een periode van 10 jaar zullen bij 2594 meetpunten, willekeurig verspreid over Vlaanderen nieuwe metingen worden uitgevoerd zodat de evolutie kan worden bijgehouden.

De Cmon-resultaten vormen een belangrijke basis voor het Vlaamse en Europese klimaatbeleid. Zowel aan het IPCC (internationaal klimaatpanel) als aan Europa moet Vlaanderen rapporteren over Land Use, Land Use Change and Forestry (LULUCF).  De metingen tonen aan dat belangrijke  koolstofopslagpools, zoals bossen, graslanden of wetlands moeten beschermd en uitgebreid worden. Anderzijds geven ze ook aan dat er nog marge is om binnen andere landgebruiken de koolstofopslag sterk te verhogen, zoals bij akkerland. Door op een doordachte wijze met landgebruik en -beheer om te springen, kunnen bodem en bomen veel meer CO2 vasthouden en op die manier broeikasgas uit de atmosfeer halen.

Rapport werkjaar 3

Rapport Bodemkoolstofmonitoringnetwerk Cmon-jaarrapport werkjaar 3 (2023–2024)

 

 

Bron: Departement Omgeving, Vlaamse overheid