30/04/2009

Duidelijkheid bij de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor particuliere windmolens

Terug naar artikeloverzicht

Vandaag keurde de Vlaamse Regering op voorstel van de Vlaamse ministers Dirk VAN MECHELEN en Hilde CREVITS een nieuwe omzendbrief goed voor de interpretatie van bouwvergunningsaanvragen voor kleine en middelgrote windmolens.
 
Vlaanderen investeert meer en meer in hernieuwbare energie, en in 2006 werd reeds een omzendbrief overgemaakt aan de gemeenten, provincies en gewest om het plaatsen van grote windturbines in Vlaanderen te kunnen stimuleren en ruimtelijk zo goed mogelijk af te wegen.
Het nieuwe decreet ruimtelijke ordening, dat vanaf 1 september 2009 in werking treedt, zal een zeer belangrijke bijkomende stimulans zijn voor het plaatsen van windturbines in Vlaanderen. Het zal niet langer nodig zijn een afzonderlijk en tijdrovend planningsinitiatief te nemen (nieuw ruimtelijke uitvoeringsplan), wanneer men een windturbine in landbouwgebied wil plaatsen.
 
Met deze nieuwe omzendbrief worden duidelijke randvoorwaarden aangereikt voor het plaatsen van kleine en middelgrote windturbines. In het verleden strandden heel wat aanvragen voor een bouwvergunning voor particuliere windturbines. Deze omzendbrief geeft vanaf nu duidelijk aan hoe de gemeenten deze aanvragen zo objectief mogelijk kunnen beoordelen naar de ruimtelijke impact, de geluidshinder, veiligheid en eventuele visuele hinder (slagschaduw door draaiende wieken).
 
Een kleine windturbine heeft een maximale masthoogte van 15 meter of is direct vastgehecht aan een woning of gebouw. Hiervoor bestaan al heel veel types en maten, waardoor inpassing in een woongebied steeds relevanter wordt. Toch is de opbrengst van kleine windmolens nog relatief beperkt. Een aparte technisch gedeelte aan de omzendbrief is specifiek gericht particulieren en gaat in op de efficintie  ervan naar energieproductie.
 
Middelgrote windturbines kunnen elektriciteit leveren voor een 80-tal gezinnen en zijn dus een zinvolle optie voor bepaalde kleinere wijken in een gemeente. Belangrijk hierbij is natuurlijk ervoor te zorgen dat negatieve effecten zoals geluidshinder en slagschaduw door de draaiende wieken maximaal vermeden worden. De ruimtelijke inpassing van dergelijke middelgrote turbines is dus heel belangrijk. De nieuwe omzendbrief stimuleert de gemeenten om hiervoor planningsinitiatieven te nemen en via bijvoorbeeld gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen dergelijke windturbines te voorzien voor de lokale energievoorziening van wijken.
 
Daarnaast zijn middelgrote windturbines eveneens een mooie oplossing voor de hernieuwbare energievoorziening van landbouwbedrijven en middelgrote bedrijven in landbouwgebieden en bedrijfszones. Ook hier geeft de omzendbrief duidelijk aan hoe dit best kan gebeuren.
 
Het rendement van windturbines stijgt echter exponentieel met de dimensie. Grootte windturbines leveren momenteel 2 tot 3 MW, middelgrote windturbines rond 300 KW. Daarom prefereert de omzendbrief de plaatsing van grote windturbines boven de middelgrote windturbines. Toch zal in heel wat gevallen een middelgrote windturbines een optimale keuze zijn, rekening houdende met de hindereffecten (die zeker in afstand toeneemt bij grote windturbines) naar bijvoorbeeld omwonenden. Om die reden wordt voor een middelgrote windturbine toch een beknopte lokalisatienota gevraagd bij de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning, die moet aantonen dat de hinder naar de omgeving minimaal is.
 
"Deze omzendbrief is een belangrijke bijdrage voor het stimuleren van het gebruik van hernieuwbare energie in Vlaanderen, alsook de zo belangrijke impuls voor de groene economie", aldus de ministers Dirk Van Mechelen en Hilde Crevits.

Bron : Persmededeling van de Vlaamse Regering