19/08/2005

Druk op onze bossen nog steeds te hoog

Terug naar artikeloverzicht

Uit onderzoek van het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW) blijkt dat de gezondheidstoestand van de bossen in het Vlaamse Gewest te wensen overlaat. En boom op vijf in het bosvitaliteitsmeetnet is beschadigd. Het meetnet voor de intensieve monitoring van het bosecosysteem leert ons dat de deposities van verzurende en vermestende stoffen dalen, maar nog steeds te hoog zijn.

Het meest verontrustend in 2004 was de verzwakte gezondheidstoestand van beuk. Populier en Corsicaanse den doen het al langer slecht. Naaldbomen zijn er beter aan toe dan loofbomen. Met grove den bv. gaat het goed.
Uit de internationale bosvitaliteitsinventaris blijkt dat 22,7% van de bomen in Europa beschadigd zijn. Het aandeel beschadigde bomen in Vlaanderen ligt in de lijn van het Europese gemiddelde.

Niet alleen luchtverontreiniging maar ook weersomstandigheden, bodemeigenschappen en aantastingen door insecten of schimmels bepalen de gezondheidstoestand. Droge weersomstandigheden kunnen verdorring, vervroegde bladval en verhoogd brandgevaar veroorzaken. Weersomstandigheden kunnen ook een langdurig effect hebben, zodat je het effect pas later ziet. De verzwakte toestand van de beuk in 2004 was waarschijnlijk het gevolg van de droogte in 2003. We zien nu ook al negatieve gevolgen van de droge lente in 2005: jong plantsoen stierf nog voor de zomer af in bossen en langs wegen. De droogte in het zuiden van Europa veroorzaakt, net als in 2003, grootschalige bosbranden.

Schimmels en insecten zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor de verminderde bladbezetting in onze bossen. Vochtig weer bevordert de aantasting door bladschimmels en droogte stimuleert insectenaantastingen. Klimaatveranderingen kunnen voor verschuivingen zorgen, niet alleen doordat de weersomstandigheden veranderen maar ook door hun invloed op insectenpopulaties.
Luchtverontreiniging verhoogt de kwetsbaarheid van het bos. De dalende deposities van stikstof en zwavel tonen aan dat maatregelen die de uitstoot beperken wel degelijk effect hebben. Vooral de vermindering van de zwaveluitstoot en de inspanningen gerealiseerd in de bio-industrie dragen hiertoe bij.
De neerslag bevat echter nog steeds te veel verzurende stoffen waardoor onze bossen onder grote druk blijven staan. Ondanks het feit dat de zwavel- en stikstofdeposities in onze bossen dalen, behoren ze nog steeds tot de hoogste in Europa en zijn ze hoger dan de doelstellingen voor Vlaanderen. Een verdere daling van de deposities is nodig om de gezondheid van onze bossen te vrijwaren. Luchtverontreiniging is een grensoverschrijdend fenomeen, waardoor ook een internationaal beleid noodzakelijk blijft.

De te hoge atmosferische zwavel- en stikstofdeposities hebben een verzurend en vermestend effect. Het gunstig effect van dalende deposities van verzurende stoffen kunnen we niet waarnemen in het bodemwater van de Vlaamse bosbodems, waardoor chemisch en biologisch herstel uitblijft. De reden hiervoor is dat er zich in het verleden verzurende stoffen hebben opgestapeld. We kunnen het bodemherstel ook via het bosbeheer een handje toesteken, door meer bodemverplegende boomsoorten te gebruiken zoals boswilg, berk, trilpopulier of linde.

Extra info :

Bron : Persconferentie Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW)