07/04/2004

DNV geaccrediteerd door UN Climate Change Panel

Terug naar artikeloverzicht

24 Maart 2004 DNV is de eerste 'designated operating entity' geaccrediteerd door de UN Climate Change Panel voor de validatie van emissiereducerende projecten waarbij bedrijven in het westen investeren in ontwikkelingslanden. Accreditatie door het UNFCCC bevestigt DNV's reputatie inzake klimaatverandering.

In 1997 werd het Kyoto-Protocol (KP) goedgekeurd door 158 landen, waaronder de EU-lidstaten. Met de ondertekening van het KP verbinden industrielanden er zich toe om tegen 2008-2010 hun gezamenlijke broeikasgassen met 5 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. De EU heeft zich in Kyoto verbonden tot een reductie van 8%. De lasten werden tussen de lidstaten intern herverdeeld via het 'Burden Sharing Agreement'. Voor Belgi betekent dat tegen 2010 de uitstoot met dalen tot 92,5% of te wel -7,5 % ten opzichte van het referentiejaar 1990. Op basis van de uitstoot in 2001 is er dus een tekort van 14,03 miljoen ton CO2eq.
 
Aankoop van emissierechten door de  Federale Overheid
 
Om de doelstellingen inzake reductie van broeikasgassen te behalen zijn er in het KP een 3-tal mechanismen beschreven: internationale emissiehandel (IET), joint-implementation (JI) en het clean development mechanisme (CDM).  Door gebruik te maken van deze instrumenten worden de kosten voor het behalen van de Kyoto target gereduceerd. Europa heeft bij nadere invulling van de Kyoto afspraken afgesproken dat de lidstaten minimaal de helft van de benodigde emissiereductie binnenlands realiseren en maximaal de helft kopen in het buitenland (Marrakesh akkoorden). Het idee achter de 50-50 verdeling voor landen is dat de industrielanden die een relatief grote uitstoot hebben hun verantwoordelijkheid nemen en een voorbeeldfunctie hebben. Bovendien mag de innovatie in industrile landen niet stagneren door goedkopere reducties elders te financieren.
 
Tot eind 2007 zal de federale overheid uitsluitend gebruik maken van JI en CDM. De aankoop van emissierechten afkomstig uit dergelijke projecten zal bekostigd worden uit het zgn. Kyoto fonds. De federale aankopen zijn goed voor 2,46 miljoen ton CO2eq per jaar, hetzij 17,5% van het tekort. De aankoop van emissierechten is geschat op 10 miljoen Euro op jaarbasis of te wel 4,06 Euro per ton CO2eq.
 
Het principe van joint implementation (JI) houdt in dat een investerend en een ontvangend land samenwerken en reducties die voortkomen uit een gezamenlijke uitvoering van een project dat emissies van broeikasgassen beperkt of reduceert verdelen .
Hierbij gaat het om projecten tussen Annex I-landen (39 OESO landen, Oost-Europa en de landen van de voormalige Sovjet-Unie) dewelke een reductiedoel hebben onder het KP.
Het CDM mechanisme behelst een project waarbij gendustraliseerde landen (of ondernemingen) investeren in een project in een ontwikkelingsland (non-Annex I landen, zonder Kyoto doelstelling). Wanneer deze investeringen leiden tot lagere emissies en tevens bijdragen aan duurzame ontwikkeling, kunnen hiermee emissierechten verdiend worden door het gendustrialiseerde land. De regels met betrekking tot CDM zijn gefinaliseerd in 2003 en vastgelegd in de modaliteiten en procedures voor CDM in de zogenaamde 'Marrakech akkoorden', de besluiten van de CDM 'executive board' en de besluiten van de conferentie der partijen (COP).
 
Het gehele CDM projectmechanisme wordt gesuperviseerd door de CDM 'executive board' (EB) en de emissiereductie credits zijn gekend als certified emission reduction credits (CER). Een CDM project dient extern te worden geverifieerd en gecertificeerd door een onafhankelijke 3e partij de 'designated operational entity' (DOE). De DOE is aangeduid door de COP, gebaseerd op de aanbeveling van de EB als gekwalificeerd voor het valideren van het voorgestelde project alsook verificatie en certificatie van emissiereducties.
 
Op 24 maart werd DNV als eerste en momenteel enige DOE met betrekking tot CDM projecten in het kader van hernieuwbare energie, energie efficientie en stortplaatsen geaccrediteerd.
 
De procedure voor accreditatie als DOE is zeer strikt aldus Sven Starckx en Luc Larmuseau van DNV,  en start met een grondige analyse door EB van de applicatie documenten gevolgd door een on-site CDM assessment team om te evalueren of de benodigde capaciteit en deskundigheid aanwezig is voor uitvoering van de taken zoals vastgelegd in de akkoorden. In een volgende fase worden door een CDM assessment team een aantal validatie projecten mee opgevolgd. Indien met succes doorlopen, kan de desbetreffende entiteit worden voorgedragen ter accreditatie aan EB.
 
De aanvraag van DNV voor accreditatie als 'operational entity' werd ingediend op 14 November 2001. In navolging van het uitwerken van het accreditatie schema voor CDM, werd door de EB een accreditatie team aangeduid, dat eerst een grondige beoordeling van de DNV applicatie heeft uitgevoerd (periode januari april 2003).

Op 4 en 5 november 2003 werd door het accreditatieteam een bezoek gebracht aan het DNV hoofdkantoor in Oslo, Noorwegen, om ter plaatse een assessment uit te voeren. Hierbij werden geen tekortkomingen gedentificeerd. In navolging daarvan werd op 21 november een indicatief schrijven ontvangen mbt accreditatie. Vervolgens werden in de periode januari en februari een 3-tal CDM projecten door het accreditatie team mee opgevolgd (witness audit).

Gezien de goede resultaten werd DNV door de EB voorgedragen voor accreditatie voor uitvoering van projecten mbt hernieuwbare energie, energie efficintie en gebruik van gas afkomstig uit stortplaatsen. Accreditatie van DNV als een van de eerste en enige in deze scopes was op 24 maart een feit. 
 
DNV Certificatie is wereldwijd d referentie in het uitvoeren van een onafhankelijke validatie/verificatie van projecten onder het Kyoto Protocol. Naast validatie-, verificatieopdrachten in het kader van JI/CDM projecten voert DNV tevens verificatie van 'corporate' broeikasgasemissies uit onder het op 1 januari startende EU systeem van emissiehandel. DNV heeft wereldwijd meer dan 5700 werknemers verspreid in meer dan 30 landen.
 
 
Sven Starckx en Luc Larmuseau
Duboisstraat 39 b1
2060 Antwerpen
www.dnv.be