05/06/2020

De eerste stappen voor de Vlaamse circulaire economie monitor zijn gezet

circulaire_economie
Terug naar artikeloverzicht

Vlaanderen wil monitoren in welke mate onze economie evolueert naar een circulaire economie. Een economie met gesloten kringlopen waarin grondstoffen en producten zo weinig mogelijk waarde verliezen en hernieuwbaarheid centraal staat. Het Steunpunt Circulaire Economie, een Vlaams wetenschapsconsortium, maakt daarvoor tegen eind 2021 een eerste Vlaamse circulaire economie monitor. Als voorbereiding op deze oefening heeft de OVAM reeds beschikbare data en onderzoeken omtrent afval- en materialengebruik gebundeld en geïnterpreteerd in een voorbereidend rapport. Dit rapport brengt in kaart hoeveel grondstoffen onze economie verbruikt, hoeveel materialen we in Vlaanderen verliezen in de vorm van afval en emissies en hoe goed we er in slagen materialen in kringloop te houden. Tegelijk publiceert het Steunpunt reeds een eerste deel van de monitor dat de voortgang van de circulaire economie op vlak van mobiliteit weergeeft. Daarnaast heeft VITO in opdracht van het steunpunt in een achtergrondrapport enkele sleutelindicatoren voor de circulaire economie bijgewerkt op basis van de meest recente gegevens.

Het Steunpunt Circulaire Economie (CE), opgericht in 2017 als een consortium van KU Leuven, UAntwerpen, UGent en VITO en gefinancierd door de OVAM en het Departement EWI, werkt aan een circulaire economie monitor die eind 2021 klaar zal zijn. Deze monitor zal bestaan uit een toplaag van indicatoren die de algemene voortgang in Vlaanderen weergeven, en een verfijning in vier behoeftesystemen: mobiliteit, huisvesting, consumptiegoederen en voeding & water.

De OVAM stelt nu een rapport voor met een eerste selectie van indicatoren voor de toplaag. Ze geven ons als het ware een eerste beeld van de status van de circulaire economie in Vlaanderen, meer bepaald van ons materialengebruik. Uit de meest recente data blijkt dat Vlaanderen er steeds beter in slaagt om materialen in gesloten kringlopen te houden en dat ook het aantal jobs in de hergebruik- en recyclagesector toeneemt. Maar daar staat wel tegenover dat we er – ondanks onze successen- voorlopig nog niet in slagen het gebruik van primaire grondstoffen te doen dalen. Hoe groot de impact van materialen is, werd vorig jaar nog duidelijk toen uit onderzoek van OVAM, VITO, ea bleek dat maar liefst 60% van onze Vlaamse klimaatvoetafdruk te maken heeft met ons materialengebruik. Huisvesting, voeding, transport en consumptiegoederen namen daarin het grootste deel voor hun rekening.

Het rapport dat vandaag gepubliceerd werd, deelt de reeds beschikbare materialenindicatoren in in drie categorieën:

  • hoe goed slagen we erin ons natuurlijke hulpbronnengebruik te verlagen;
  • hoe goed slagen we erin afval en emissies uit onze economie ten gevolge van dat hulpbronnengebruik te beperken;
  • en hoe organiseert onze economie zich om hulpbronnen langer in de kringloop te houden?

 

koolstof- en materialenvoetafdruk

 

De resultaten van deze eerste set indicatoren zijn gemengd. Vlaanderen slaagt er steeds beter in materialen in de kringloop te houden. Onze hergebruik- en recyclagecijfers gaan steevast omhoog en behoren tot de beste van Europa. We produceren steeds meer nieuwe grondstoffen uit afval en gebruiken die om steeds meer primaire grondstoffen te vervangen. De hergebruik- en recyclagesector groeit ook in aantal jobs. De tewerkstelling in de ‘circulaire sectoren’ stijgt zelfs twee keer sneller dan het Vlaamse gemiddelde.

Daar staat tegenover dat onze kringloopeconomie er nog niet in slaagt het verbruik van primaire grondstoffen door onze economie naar omlaag te krijgen. Integendeel, onze economie vraagt nog steeds méér primaire grondstoffen door een groeiende bevolking en een groeiende economische activiteit. Er is dus nog geen sprake van een ontkoppeling tussen economische groei en grondstoffenverbruik. De uitdaging bestaat er dus in te vermijden dat een groeiende Vlaamse bevolking (en economie) de milieuwinsten teniet doet die we aantoonbaar aan het boeken zijn met meer kringloopeconomie. Dat betekent dat we onze inspanningen op het vlak van hergebruik en recyclage onverkort moeten verder zetten. Bij het bedrijfsrestafval zijn er bijvoorbeeld nog heel wat mogelijkheden om meer recycleerbare materialen te recupereren.

Maar er is ook een integrale aanpak nodig richting afvalpreventie en preventie van grondstoffengebruik. Daarom is het belangrijk dat verschillende overheden en industriële stakeholders via een gezamenlijke agenda elkaars acties afstemmen. Zo moet binnen de bouwsector het renovatie-, energie- en woonbeleid samen sporen met een beleid richting materiaalbewust bouwen: daarbij proberen we gebouwen te construeren met bouwtechnieken die de milieu-impact van materiaalgebruik beperken, die gemakkelijk demonteerbaar zijn voor hergebruik en recyclage en die gebruikscomfort combineren met betaalbaarheid. Dergelijke projecten komen vandaag al aan bod in de Green Deal circulair bouwen van Vlaanderen Circulair. Ook voor kunststoffen kijken we vandaag verder dan ‘meer sorteren en recycleren’. Het recent goedgekeurde uitvoeringsplan Kunststoffen 2020-2025 gaat dan ook resoluut voor preventie, ecodesign en slimmere toepassingen van kunststoffen.

Het Steunpunt Circulaire Economie is momenteel klaar met de uitwerking van het behoeftesysteem mobiliteit met meer gedetailleerde indicatoren. Voor dit onderzoek werd een grote diversiteit van data van heel wat verschillende bronnen samengevoegd in samenspraak met de betreffende data-experts. De set van indicatoren toont dat ons mobiliteitssysteem nog niet circulair genoemd kan worden en dat het voorlopig onvoldoende in die richting evolueert. Er zitten zodanig veel materialen in het systeem dat men kan stellen dat er veeleer materialen dan personen of vracht vervoerd worden: de hoeveelheid voertuigen blijft stijgen, terwijl intensiteit van gebruik en bezettingsgraad niet toenemen. We zien geen verandering in de modal split, terwijl fietsen of openbaar vervoer in verhouding veel minder materialen vergen. Autodelen heeft de laatste jaren sterk aan populariteit gewonnen, maar heeft nog niet aantoonbaar geleid tot minder auto’s of minder autogebruik. Nieuwe wagens die op de markt komen worden er niet lichter op. Ze hebben een schonere uitstoot, maar verbruiken samen te grote hoeveelheden brandstoffen. Bovendien bevatten zij steeds grotere hoeveelheden metalen waarvan de wereldvoorraden beperkt zijn. Oude banden worden onvoldoende hoogwaardig gerecycleerd. Positief is dan weer dat de valorisatie van gesloopte voertuigen sterk verbeterd is met meer hergebruik en minder afval dat verbrand of gestort wordt.

Het Steunpunt Circulaire Economie zal in 2020 – 2021 voor de drie overige behoeftesystemen - huisvesting, voeding & water en consumptiegoederen- meer gedetailleerde indicatoren uitwerken samen met de partners van de Vlaamse transitie naar de circulaire economie. Dit wetenschappelijk onderzoek zal Vlaanderen in staat stellen om een alsmaar scherper beeld te krijgen van hoe onze consumptie en ons industrieel weefsel in de richting van de circulaire economie evolueert.

 

 

Bron: De Openbare Afvalstoffenmaatschappij