14/02/2005

De chemische industrie is reeds haar verplichtingen nagekomen!

Terug naar artikeloverzicht

Aan de vooravond van de inwerkingtreding van het Kyoto-Protocol onderstreept Fedichem, de Federatie van de Chemische Industrie van Belgi, dat haar ondernemingen tot de eerste behoren die reeds belangrijke inspanningen geleverd hebben. Deze pro-actieve houding van de industrile wereld staat in schil contrast met de huishoudens en de sterk toegenomen uitstoot die van het transport komt.

De ondernemingen hebben de inwerkingtreding van het Protocol niet afgewacht om hun uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. En dit zowel om milieuredenen als om economische redenen. Want de energiefactuur is voor een energie-intensieve sector als de onze bijzonder gepeperd.

Voor de chemie zijn de hoekstenen van het gevoerde beleid de convenanten, zowel in Vlaanderen als in Walloni. Het gaat hier om bilaterale akkoorden tussen de sector, zijn ondernemingen en de betrokken overheden. Deze akkoorden garanderen aanzienlijke inspanningen op ondernemingsvlak inzake energie-efficintie, maar met behoud van competitiviteit van de bedrijven en van hun groeimogelijkheden. Deze akkoorden vormen ook de basis voor het toekennen van de emissierechten, het vrijstellen van diverse energiebelastingen en het respecteren van de verplichtingen aangaande hernieuwbare energiebronnen.

In Walloni heeft de chemie uitstekende resultaten kunnen optekenen: zij heeft in 2003 haar uitstoot aan broeikasgassen (vooral CO2) met meer dan 200.000 ton verminderd. Dit is gebleken bij de jaarlijkse evaluatie van het sectorakkoord. Dat is een volume vergelijkbaar met het energieverbruik van een stad met 100.000 inwoners zoals Namur! Voor de chemie in Vlaanderen zijn deze cijfers nog niet vrijgegeven maar de tendens is dezelfde en de chemiebedrijven in Vlaanderen plaatsen zich in de wereld top-10 van de energie-efficintie.

Ook al erkent Fedichem dat het accumuleren van broeikasgassen in de atmosfeer een reel probleem is, het Protocol van Kyoto is echt niet "d" oplossing. Het is een eerste stap in de goede richting, meer niet.

Vandaag heeft alleen Europa zich verbonden tot een rele en belangrijke inspanning (-8% emissies ten opzichte van 1990). Maar tegen een aanzienlijke kostprijs in termen van competitiviteit van de ondernemingen. Want de nodige investeringen om de emissies te verminderen zijn erg omvangrijk en vooral leiden slechts tot een mager resultaat voor het leefmilieu! Inderdaad zullen de Europese inspanningen, die betrekking hebben 15% van de wereldemissies in 1990, tegen 2012 maar leiden tot een vermindering met 1 tot 2% van de wereldemissies! Deze laatste zullen dus, ten opzichte van 1990, "slechts" met 23% toegenomen zijn in 2012 in plaats van met 25%. Terwijl enkel Europa haar emissies zal terugdringen, komt er een aanzienlijke toename vanuit landen als de Verenigde Staten en de in opgang zijnde landen zoals India, China en Brazili. Wanneer je dan bedenkt dat Europa in 2050 nog minder dan 8% van de wereldemissies zal veroorzaken...

Er bestaat geen mirakeloplossing. Volgens Fedichem moeten wij dus overwegen opnieuw het nucleaire debat te openen. De klimaatsveranderingen zijn immers een probleem van wereldomvang en nucleaire energieopwekking is nog steeds de enige technologie die CO2emissies vermijdt en toch op voldoende grote schaal en tegen een redelijke prijs kan verlopen.

Om al deze redenen is het duidelijk dat wij na 2012 in geen enkel geval een "Kyoto bis" of zelfs "Kyoto-plus" mogen krijgen. Het is absoluut nodig een werkelijk mondiaal systeem te ontwikkelen dat ondersteund wordt door alle betrokken landen. Bovendien zal het door de omvang van het probleem nodig zijn om een geheel van meerdere maatregelen uit te werken. Het is dus zinloos dat men zich richt op n gebied ter wereld, of op n bepaalde groep actoren of op n enkele technologische oplossing. Alle landen en alle actoren (industrie, huishoudens en transport) moeten meespelen en samen complementaire oplossingen uitwerken. Wij zullen inderdaad moeten de effecten cumuleren van verminderde vraag, van een verbeterde CO2-arme productie, van het behoud van kernenergie en deze op duurzame manier verder ontwikkelen, beroep doen op hernieuwbare energie. Om de kost van al deze maatregelen tot een minimum te beperken is het noodzakelijk dat de flexibiliteitmechanismen die in het Protocol voorzien zijn (verhandelbare emissierechten, projecten ter vermindering van de emissies enz.) ook daadwerkelijk ingevoerd worden.

Heel wat van de oplossingen noodzaken het op punt stellen van nieuwe technologien, die maar het daglicht zullen zien indien Europa zich terzake resoluut op spits-R&D kan toeleggen.

De industrie heeft al stevig voor eigen deur geveegd. Zij is ook fier op de reeds verkregen resultaten. En zij zal de ingeslagen weg verder bewandelen. Maar alleen op voorwaarde dat alle betrokken partijen samen de mouwen opstropen!

Bron: Fedichem