24/06/2010

Commissie verzoekt 20 lidstaten eengemaaktemarktregels onverwijld toe te passen

Terug naar artikeloverzicht

De Europese Commissie heeft besloten 35 afzonderlijke verzoeken naar 20 lidstaten te sturen opdat zij de verschillende elementen van de EU-wetgeving voor de totstandbrenging van een eengemaakte gas- en elektriciteitsmarkt volledig ten uitvoer zouden leggen. Deze regels zijn bedoeld om de capaciteit en de transparantie van de gas- en elektriciteitsmarkt te vergroten. Behoorlijk werkende, goed geregelde, transparante en onderling gekoppelde markten met prijssignalen zijn essentieel voor het garanderen van de mededinging en de continuïteit van de voorziening. Een efficiënte en volledig functionele EU-energiemarkt zal de consumenten de keuze bieden tussen verschillende maatschappijen die tegen redelijke prijzen gas en elektriciteit leveren en zal de markt toegankelijk maken voor alle leveranciers, en dan vooral voor kleinere leveranciers en leveranciers die investeren in hernieuwbare energie. Tevens zal het de EU helpen zich te herstellen van de economische crisis. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden op het verzoek, dat is opgesteld in de vorm van een "met redenen omkleed advies" in het kader van de EU-inbreukprocedures. Indien de lidstaten geen bevredigend antwoord geven, kan de Commissie hen voor het Europees Hof van Justitie brengen.

De Commissie stuurt in totaal 35 met redenen omklede adviezen naar de volgende 20 lidstaten: Oostenrijk, België, Bulgarije, Tsjechië, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

De belangrijkste inbreuken die door de Commissie werden vastgesteld, zijn:

  • gebrek aan informatie vanwege elektriciteits- en gastransmissienetbeheerders, waardoor de effectieve toegang van leveranciers tot de netwerken wordt belemmerd;

  • ontoereikende systemen voor de toewijzing van de netwerkcapaciteit, waardoor optimaal gebruik van de elektriciteits- en gastransmissienetwerken in de lidstaten wordt verhinderd;

  • gebrek aan grensoverschrijdende coördinatie en samenwerking tussen exploitanten van elektriciteitstransmissiesystemen en nationale instanties, wat nochtans noodzakelijk is om de netwerkcapaciteit op grensoverschrijdende interconnecties beter toe te wijzen, zodat het bestaande elektriciteitsnet optimaal tegemoet kan komen aan de regionale en Europese behoeften;

  • ontoereikende inspanningen door exploitanten van gastransmissiesystemen om netwerkgebruikers de mogelijkheid te bieden gebruik te maken van stroomopwaartse gasmarkten (bijvoorbeeld van Duitsland naar Polen of van Griekenland naar Bulgarije) door onderbreekbare reverseflowdiensten (ook backhauldiensten genaamd) aan te bieden.

  • gebrek aan effectieve handhaving door de bevoegde instanties van de lidstaten in het geval van inbreuken op de EU-verordeningen, daarin begrepen het ontbreken van effectieve sancties op nationaal niveau;

  • gebrek aan adequate procedures voor de beslechting van geschillen voor de consumenten – het is een basisbeginsel van de elektriciteits- en gasrichtlijnen dat alle burgers die de voordelen van de eengemaakte energiemarkt genieten, ook kunnen rekenen op een hoog niveau van consumentenbescherming. Een gebrek aan transparante, eenvoudige en goedkope procedures om klachten te behandelen, kan de consument ervan weerhouden deel te nemen aan de eengemaakte energiemarkt.

Achtergrond:

De inbreuken hebben betrekking op de niet-nakoming door de lidstaten van de verplichtingen uit hoofde van de volgende twee verordeningen:

  • Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (op 1 juli 2004 van toepassing geworden) en de bijlage daarbij (gewijzigd bij Besluit 2006/770/EG van 9 november 2006, dat in werking is getreden op 29 november 2006);

  • Verordening (EG) nr. 1775/2005 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en de bijlage daarbij (de lidstaten dienden aan de Verordening te voldoen vanaf 1 juli 2006).

Deze verordeningen, die rechtstreeks toepasselijk zijn in de lidstaten, zijn bedoeld om niet-discriminerende toegang van derden tot de elektriciteits- en gastransmissienetwerken te garanderen. De exploitanten van transmissiesystemen moeten informatie verstrekken over de netwerkbeschikbaarheid en ?capaciteit en moeten de maximale capaciteit van het netwerk ter beschikking stellen van de markt. De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van de verordening.

Voorts zijn vier lidstaten (België, Polen, Roemenië en Slovenië) hun verplichtingen om alternatieve geschillenbeslechtingsprocedures in te voeren als bepaald in de volgende richtlijnen, niet nagekomen:

  • Richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit;

  • Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas.

De lidstaten dienden deze richtlijnen in nationale wetgeving om te zetten tegen 1 juli 2004. Tot op heden kunnen de consumenten in België, Polen, Roemenië en Slovenië nog steeds geen gebruik maken van transparante, eenvoudige en goedkope klachtenbehandelingsprocedures zoals vereist bij deze richtlijnen.

Voor meer informatie over de situatie in elk van de lidstaten, zie MEMO/10/275.

Bron : Europese Commissie