13/02/2012

Commissie lanceert strategie voor duurzame Europese bio-economie

Terug naar artikeloverzicht

Brussel, 13 februari 2012 – De Europese Commissie heeft vandaag een strategie aangenomen om het gebruik van hernieuwbare hulpbronnen in onze economie te vergroten en deze op duurzamere wijze te benutten. Gelet op de verwachte toename van de wereldbevolking tot 9 miljard tegen 2050 en de slinkende grondstofvoorraden zijn hernieuwbare biologische hulpbronnen essentieel voor Europa: voor de productie van gezond en voldoende voedsel voor mens en dier, maar ook van materialen, energie en andere producten. In de strategie en het actieplan van de Commissie "Innovatie voor duurzame groei: een bio-economie voor Europa" wordt deze kwestie op een coherente, transversale en interdisciplinaire benaderd. Europa wil werk maken van een innoverende economie met een lage uitstoot waarbij de vraag voor duurzame landbouw, visserij en voedselbevoorrading en het duurzaam gebruik van biologische hulpbronnen voor industriële doeleinden met elkaar worden verzoend zonder afbreuk te doen aan de biodiversiteit en de bescherming van het milieu. Het plan berust op drie pijlers: de ontwikkeling van nieuwe technologieën en processen voor de bio-economie; de ontwikkeling van markten en concurrentievermogen in de bio-economische sectoren; en beleidsmakers en belanghebbende stimuleren om nauwer samen te werken.

"Europa moet de stap zetten naar het post-petroleumtijdperk. Meer gebruik maken van hernieuwbare hulpbronnen is niet langer een optie, maar gewoon een noodzaak. We moeten fossiele brandstoffen inruilen voor biobrandstoffen, met onderzoek en innovatie als drijvende kracht. Dat komt niet alleen het milieu, maar ook onze voedsel- en energiezekerheid ten goede en zal Europa in de toekomst competitief houden", stelt commissaris Márie Geoghegan-Quinn, bevoegd voor onderzoek, innovatie en wetenschap, bij de toelichting van het voorstel.

De term "bio-economie" betekent dat biologische hulpbronnen uit de bodem en de zee, maar ook afval worden gebruikt als grondstof voor de productie van voedsel, voeder en energie en in de industrie. Ook het gebruik van bioprocessen voor duurzame industrieën maakt deel uit van de bio-economie. Bio-afval biedt bijvoorbeeld een aanzienlijk potentieel als alternatief voor kunstmest of als grondstof voor de opwekking van bio-energie en kan 2% van de EU-doelstelling inzake hernieuwbare energie leveren.

De Europese bio-economie vertegenwoordigt een omzet van 2000 miljard euro en is goed voor 22 miljoen banen of 9% van de werkgelegenheid in de Unie. Het gaat om de volgende sectoren: landbouw, bosbouw, visserij, productie van levensmiddelen, pulp en papier alsmede delen van de chemische, biotechnologische en energiesector. Volgens ramingen zou elke euro die de EU in bio-economisch onderzoek en innovatie investeert, tegen 2025 een toegevoegde waarde van 1 euro in de bio-economie genereren.

Achtergrond

De drie belangrijkste pijlers van de strategie zijn:

  1. Investeringen in onderzoek, innovatie en vaardigheden voor de bio-economie door de EU, de lidstaten en private investeerders en het versterken van de synergieën met andere beleidsinitiatieven.

  2. De ontwikkeling van bio-economische markten en het concurrentievermogen in die sectoren door een duurzame verhoging van de primaire productie, de transformatie van afvalstromen tot waardevolle producten, wederzijdse leermechanismen voor een efficiëntere productie en een optimaler gebruik van hulpbronnen. Zo kost het storten van voedselafval de Europese belastingbetaler tussen 55 en 90 euro per ton en komt daarbij 170 miljoen ton CO2 vrij. Dit afval kan worden omgezet in bio-energie of andere bioproducten die werkgelegenheid en groei creëren.

  3. Een betere beleidscoördinatie en betrokkenheid van de belanghebbenden door de oprichting van een bio-economiepanel, een waarnemingscentrum voor de bio-economie en regelmatige conferenties met de belanghebbenden.

In de strategie wordt gezocht naar synergieën en complementariteit met andere beleidsgebieden, ?instrumenten en financieringsbronnen met dezelfde doelstellingen, zoals de cohesiefondsen, het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid (GLB en GVB), het geïntegreerde maritiem beleid (GMB) en het beleid inzake milieu, ondernemingen, werkgelegenheid, energie en gezondheid. De strategie is opgesteld onder leiding van Commissaris Geoghegan-Quinn, met de steun van vier andere commissarissen: vicevoorzitter Tajani en de commissarissen Ciolo?, Damanaki en Poto?nik. Onderzoek en innovatie staan centraal in de strategie, die op 21 februari 2012 voor het eerst aan de lidstaten wordt voorgesteld tijdens de Raad Concurrentievermogen.

Een aantal EU-lidstaten, waaronder Denemarken, Finland, Duitsland, Ierland en Nederland hebben reeds een strategie voor de bio-economie uitgestippeld. Canada, China, Zuid-Afrika en de VS zijn landen buiten de Unie die reeds over een strategie voor de bio-economie beschikken of daaraan werken.

Het voorstel van de Commissie is een van de operationele voorstellen in het kader van de EU 2020-vlaggenschipinitiatieven voor de Innovatie-Unie en een efficiënt gebruik van hulpbronnen. In het nieuwe onderzoeksprogramma Horizon 2020 van de Commissie worden meer middelen uitgetrokken voor onderzoek op het gebied van bio-economie: 4,7 miljard euro voor het thema "voedselzekerheid, duurzame landbouw, marien en maritiem onderzoek en de bio-economie". De aanvullende middelen voor andere thema's van Horizon 2020 komen daar nog bovenop.

Meer informatie is te vinden in MEMO/12/97.

Horizon 2020: www.ec.europa.eu/research/horizon2020

De Innovatie-Unie: http://ec.europa.eu/innovation-union

Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa:

http://ec.europa.eu/resource-efficient-europe

Europa 2020 http://ec.europa.eu/europe2020

Bron : © Europese Unie, 1995-2012