17/08/2012

Code van goede praktijk voor oriënterend bodemonderzoek, beschrijvend bodemonderzoek en risicoanalyse voor asbestverontreiniging

Terug naar artikeloverzicht

Asbest is in het verleden in Vlaanderen veel toegepast. Door bijvoorbeeld ongecontroleerde afbraakwerken kan asbest in de bodem terechtgekomen zijn. De bestaande onderzoeksstrategieën in de standaardprocedures oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek zijn niet geschikt voor bodemonderzoek naar asbest in bodem.

Begin 2012 werden twee ontwerpCMA's gepubliceerd, één voor de monstername (CMA/1/A.20) en één voor de analyse (CMA/2/II/C.3) van asbest in verharding-, funderingsen bodemlagen. In de CMA's wordt niet aangegeven hoeveel en welke asbestverdachte deellocaties en/of ruimtelijke eenheden onderzocht moeten worden in een oriënterend of beschrijvend bodemonderzoek. Deze code van goede praktijk beschrijft hoe het bodemonderzoek en de risico-evaluatie van bodemverontreiniging met asbest moet worden uitgevoerd.

Download Code van goede praktijk (PDF -1.68 MB) 

Bron : OVAM

_______________

Extra info :

Compendium voor monsterneming en analyse (CMA) : Ministerieel goedgekeurde versie van 18 januari 2012