11/08/2010

Bonn: nieuwe perspectieven in de strijd tegen de klimaatverandering

Terug naar artikeloverzicht

De onderhandelingscyclus die in Bonn werd afgerond, heeft constructieve resultaten opgeleverd. De vorderingen die in Bonn werden gemaakt, zullen dienen als basis voor de onderhandelingen tijdens de Conferentie van Cancún. De overeenkomst die daar wordt bereikt, moet een pakket concrete en evenwichtige maatregelen bevatten. Toch zal bij de onderhandelingen een tempoversnelling nodig zijn om dit doel te bereiken.

Concrete maatregelen in 2010

De Conferentie van Cancún zal plaatshebben in Mexico van 29 november tot 10 december 2010. De resultaten die worden behaald op deze conferentie moeten het mogelijk maken om een aantal concrete en evenwichtige maatregelen te nemen, in het bijzonder rond de volgende thema's:

  • de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen
  • een systeem voor ‘measurement, reporting and verification’
  • aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering
  • constructies voor de ondersteuning van ontwikkelingslanden bij hun aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering en met het oog op de overgang naar een koolstofarme economie (financiële middelen, technologie, capaciteitsontwikkeling)
  • de bevordering van technologische oplossingen voor reductie en aanpassing
  • de reductie van broeikasgasemissies ten gevolge van ontbossing en bosdegradatie, en bescherming van de bossen en wouden (REDD+)
  • marktmechanismen die het mogelijke moeten maken om te komen tot een beperking van de kosten voor de strijd tegen de klimaatopwarming, een prijssignaal te geven dat innovatiebevorderend werkt, en technologietransfers en financiële stromen naar ontwikkelingslanden te stimuleren

Wereldwijd akkoord in 2011

De Conferentie van Cancún moet eveneens een stappenplan (road-map) vastleggen, waarin de verschillende etappes worden bepaald, die moeten leiden tot de succesvolle afronding van de onderhandelingen over een ambitieus en juridisch bindend wereldwijd akkoord dat de verwachte opwarming van de aarde beperkt tot maximaal 2°C.

Deze limiet van 2°C wordt in brede wetenschappelijke kringen geaccepteerd als voldoende om de meest extreme gevolgen van de opwarming van het klimaat te vermijden. Dit wereldwijde akkoord zou in de loop van het jaar 2011 moeten worden gesloten.

Onderhandelingen

De lopende onderhandelingen volgen twee parallelle sporen. Enerzijds zijn er de onderhandelingen over het voortzetten van het Kyotoprotocol, met name de verplichtingen die de ontwikkelde landen op zich moeten nemen na 2012 en de voorwaarden die moeten worden vervuld. Wat dit betreft, verlopen de onderhandelingen voorspoedig en leiden ze naar concrete opties.

Anderzijds zijn er de onderhandelingen waarin wordt gestreefd naar een wereldwijd akkoord waarin alle partijen die deelnemen aan de Conferentie over het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering zich zouden binden. De onderhandelingen op dit spoor zijn nog niet in een stadium geraakt waarin compromissen en opties kunnen worden vastgelegd, die zouden volstaan om te komen tot een ambitieuze en juridisch bindende wereldwijde overeenkomst. 

De rol van de EU en het Belgische voorzitterschap

Voor de Europese Unie is het van essentieel belang dat het evenwicht tussen de twee onderhandelingssporen bewaard blijft. Dit impliceert met name dat de staten met een aanzienlijke uitstoot van broeikasgassen die op dit moment nog niet verplicht zijn om de emissies te beperken, zich ten volle engageren – waarbij evenwel rekening moet worden gehouden met de verschillen qua omstandigheden tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden.

Het Belgische voorzitterschap van de Raad van de EU – dat zorgt voor de coördinatie van de standpunten van de EU-lidstaten binnen de Raad – wenst op een constructieve manier te werk te gaan, om bij de Conferentie van Cancún maximale resultaten te kunnen behalen.

Volgens Minister Schauvliege moet Cancún een evenwichtig, ambitieus en realistisch pakket krachtige beslissingen voorleggen, dat antwoorden biedt op de dringende wens van heel wat landen om hun acties op te drijven. "Dit moet gebaseerd zijn op de vooruitgang die in Kopenhagen werd geboekt, de belangen en prioriteiten van de verschillende partijen weerspiegelen en een stevige basis bieden om tot een globale overeenkomst te komen."

Bron : Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie