20/07/2006

Bodemsaneringen: oprichten van sectorfondsen

Terug naar artikeloverzicht

Op initiatief van Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur keurde de Vlaamse Regering vandaag de voorwaarden goed waaraan een bodemsaneringsorganisatie moet voldoen om erkend te worden. Hiermee geeft minister Peeters uitvoering aan het decreet van 31 mei 2006 waarbij de mogelijkheid werd gecreerd om sectorale bodemsaneringsorganisaties op te richten.

Deze organisaties hebben als doel bodemverontreinigingen te saneren die typisch zijn voor hun sector. Ze beheren een fonds dat gespijsd wordt door de sector zelf en door de overheid.

Met dit besluit worden volgende aspecten geregeld :

  1. de voorwaarden en procedure tot erkenning van de bodemsaneringsorganisaties;
  2. de voorwaarden voor het gebruik van de erkenning;
  3. de wijze van toezicht op de bodemsaneringsorganisaties;
  4. de inhoud van de overeenkomsten, die in uitvoering van de nieuwe bepalingen van het Bodemsaneringsdecreet gesloten kunnen worden:
    • een overeenkomst waarbij de bodemsaneringsorganisatie de plicht tot het opmaken van een bodempreventie- en bodembeheersplan op zich neemt;
    • een overeenkomst waarbij de bodemsaneringsorganisatie de saneringsplicht op zich neemt;
  5. de uitvoering van de individuele en sectorale bodempreventie- en bodembeheersplicht;
  6. de voorwaarden waaronder subsidiring van de bodemsaneringsorganisaties mogelijk kan zijn en de procedure die hiertoe gevolgd moet worden.

De Federatie van de droogkuissector heeft zich als eerste aangemeld. Zij ramen de kosten voor de bodemsaneringen in hun sector op 90 miljoen euro en willen die spreiden over 30 jaar. De overheid zal daarin de helft van de financile lasten dragen.

"Met de oprichting van deze sectorfondsen is het mijn bedoeling om de bodemsaneringen een nieuwe vaart te geven door spreiding van de kosten in de tijd en solidarisering tussen de bedrijven. De droogkuissector is hiervan een eerste uitstekend voorbeeld" besluit minister Peeters.

Bron : Persmededeling van de Vlaamse Regering