05/09/2025

Beslissingen Ministerraad van 5 september 2025

wetgeving
Terug naar artikeloverzicht

Goedkeuring Addendum 3 aan Brownfieldconvenant 112. Aalst – Tragel 

Op voorstel van Vlaams minister-president Matthias Diependaele

Het Brownfielddecreet wil investeerders en projectontwikkelaars aanzetten tot de herontwikkeling van braakliggende of onderbenutte terreinen, de zogenaamde brownfields. Met dit decreet is een systematiek ontwikkeld waarbij de betrokken actoren met de Vlaamse Regering een brownfieldconvenant kunnen sluiten dat recht geeft op een aantal incentives en faciliterende maatregelen. Het brownfieldconvenant omschrijft het brownfieldproject en de rechten en plichten tussen partijen. Wijzigingen zijn mogelijk via een addendum aan het convenant, na ondertekening door alle betrokken partijen. In dit kader keurt de Vlaamse Regering Addendum 3 goed aan het Brownfieldconvenant 112. Aalst – Tragel. Dit addendum regelt de verlenging van de realisatietermijn van het brownfieldconvenant met 5 jaar, waarbij de mogelijkheid wordt voorzien dat de stuurgroep nog tweemaal kan beslissen dat de termijn met een jaar extra verlengd wordt.

 


Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO): wijziging verschillende besluiten over steunmaatregelen

Op voorstel van minister-president Matthias Diependaele

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief verschillende besluiten over steunmaatregelen van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO). Het besluit beoogt de harmonisering van Europese staatssteunvoorwaarden voor ondernemingen in moeilijkheden, de opschorting van uitbetalingen bij openstaande schulden en een uitbreiding van het toepassingsgebied van EFRO- en ESF-steun naar natuurlijke personen, vennootschappen en verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid. Er is ook een rechtzetting in de uitbetalingsmodaliteiten bij ecologiesteun. De harmonisering verhoogt de rechtszekerheid en vermindert de administratieve last.

 


Digitalisering Dienst van de Bestuursrechtscolleges (DBRC): wijzigingsbesluit 

Op voorstel van Vlaams minister Zuhal Demir 

Na het advies van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens (VTC) en daarna van de Raad van State, wijzigt de Vlaamse Regering definitief haar besluit over de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (hierna: DBRC-Procedurebesluit). Het sluit aan bij het wijzigingsdecreet van 23 november 2023 over de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Digitaliseringsdecreet). Dit decreet maakt het mogelijk om de procesvoering voor de Vlaamse bestuursrechtscolleges voortaan integraal te kunnen voeren via een digitaal platform. Via een reeks ingrepen in het DBRC-Procedurebesluit wordt de digitale procesvoering volledig uitgewerkt en verweven in de rechterlijke procedure bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges. Het wijzigingsbesluit voegt in eerste instantie tal van procedureel-technische wijzigingen door met het oog op de ingebruikname van het digitaal platform voor de volledig digitale procesvoering bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en het Handhavingscollege. De overige Vlaamse bestuursrechtscolleges zullen op een later ogenblik de omslag naar een integrale digitale procedure maken. Het besluit regelt ook de werking, toegang en technische modaliteiten van het digitaal platform, vervangt de woonplaatskeuze door een digitale of analoge adreskeuze en tracht de digitale en analoge procedure (o.a. de betekeningen, proceduretermijnen, …) zo veel mogelijk parallel te laten verlopen. Verder wordt het dossier van de rechtspleging voortaan gedigitaliseerd op het platform, verloopt de inzage van het dossier ook via het digitaal platform en wordt er in principe nog slechts een terechtzitting georganiseerd op verzoek van één van de partijen of de kamervoorzitter. Tot slot voert het besluit ook een aantal meer algemene ingrepen in de procedure door, waaronder de introductie van een vaste notatermijn van 30 dagen bij korte debatten en een harmonisatie en vereenvoudiging van de benamingen van de verschillende nota’s in de procedures.

 


Wijziging regelgeving biotische factoren (de invloed die een organisme uitoefent in een ecosysteem) 

Op voorstel van Vlaams minister Zuhal Demir en Vlaams minister Caroline Gennez

Om de gezondheid van burgers beter te beschermen tegen schadelijke effecten door biotische factoren, werd het Preventiedecreet aangepast om het mogelijk te maken om een immunisatiebeleid te voeren. Onder immunisatie dient vaccinatie verstaan te worden, maar kunnen ook andere vormen van immunisatie, zoals passieve immunisatie, vallen. In dit kader wijzigt de Vlaamse Regering nu, na advies van de Raad van State, definitief verschillende besluiten over het immunisatiebeleid. De belangrijkste wijzigingen worden aangebracht in het besluit van 12 januari 2024 over initiatieven om uitbreiding van schadelijke effecten, die veroorzaakt zijn door biotische factoren, tegen te gaan. Een biotische factor is de invloed die een organisme uitoefent in een ecosysteem. Deze milieufactor is van invloed op de overlevingskansen van een individu of populatie en op het verloop van de evolutie van een soort, en op de ontwikkeling van het ecosysteem. Het opschrift van het besluit van 12 januari 2024 wordt aangepast om het besluit ook van toepassing te maken op andere initiatieven met betrekking tot biotische factoren, zijnde initiatieven om schadelijke effecten, veroorzaakt door biotische factoren, te voorkomen. Op die manier wordt het mogelijk om het preventieve gezondheidsbeleid met betrekking tot biotische factoren zoveel als mogelijk te bundelen in eenzelfde uitvoeringsbesluit en fragmentering tegen te gaan. Met dit wijzigingsbesluit worden ook de bestaande uitvoeringsbesluiten van het Preventiedecreet geactualiseerd en worden de bepalingen daarvan die betrekking hebben op vaccinatie uitgebreid naar immunisatie. Het gaat onder meer om: het bepalen op welke preventieve geneesmiddelen de bepalingen van het Preventiedecreet van toepassing zijn; een update van het vaccinatieschema naar het immunisatieschema; en een update van vaccinatieprogramma, dat een belangrijk instrument is om de vaccinatiegraad te verhogen, naar het immunisatieprogramma. Het wijzigingsbesluit delegeert bovendien het aanwijzen van de ambtenaren vermeld in artikels 40 en 44 van het Preventiedecreet aan de bevoegde minister. Verder heft het wijzigingsbesluit artikel 9 van het uitvoeringsbesluit bij het decreet over het preventieve gezondheidsbeleid op. De registratieverplichting rond immunisaties is namelijk grondig geregeld in artikel 43/1 van het Preventiedecreet.

 


Voorontwerp wijziging Bodemdecreet: vaststelling richt-, achtergrond- en toetsingswaarden 

Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns 

Na adviezen van de Minaraad, de SERV en de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hecht de Vlaamse Regering opnieuw haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat het Bodemdecreet wijzigt om op rechtszekere wijze rekening te kunnen houden met de nieuwste wetenschappelijke inzichten om een blijvend adequate en doeltreffende bescherming van de bodem te waarborgen. Over dit voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt nu het advies ingewonnen van de Raad van State.

 


Herverdeling PAS-provisie voor financieren uitgaven gerelateerd aan stikstofsaneringsmaatregelen als onderdeel van Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). 

Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns 

De Vlaamse Regering beslist tot herverdeling van 53,42 miljoen euro vastleggingskrediet en 44,29 miljoen euro vereffeningskrediet vanuit de provisie voor het financieren van uitgaven gerelateerd aan de stikstofsaneringsmaatregelen als onderdeel van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) naar entiteiten binnen het beleidsdomein Omgeving. De middelen worden onder andere gebruikt voor flankerend beleid voor rode en oranje bedrijven, stikstofsaneringsprojecten gericht op natuurherstel (inclusief capaciteitskosten), PAS-gerelateerde uitgaven in het kader van de natuurherstelverordening en vergoedingen in het kader van nulbemesting.

 


Wijziging uitvoeringsbesluit decreet met algemene bepalingen milieubeleid en VLAREME: toezichtopdrachten personeelsleden Mestbank en oprichting opvolgingsorgaan 

Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns 

Met het wijzigingsdecreet van 20 december 2024 werden een aantal bepalingen van het decreet over het integraal waterbeleid en van het Mestdecreet gewijzigd. Zo werden de regels in en rond oeverzones gewijzigd en werd de verwijzing hiernaar in het Mestdecreet aangepast. Er werden ook enkele technische aanpassingen opgenomen rond de zogenaamde 'compensatievergoeding' die landbouwers kunnen aanvragen voor hun percelen in bepaalde 'groene' bestemmingen, die tevens gelegen zijn in Habitatrichtlijngebied. Voor bedrijven waar familiale overnames plaatsvinden en voor seizoenspacht dreigen nu immers problemen te ontstaan. Ook werd het opvolgingsorgaan, als overlegorgaan voor de uitwerking van het mestbeleid in Vlaanderen, formeel in het Mestdecreet verankerd. Om er voor te zorgen dat deze wijzigingen uitwerking hebben, keurt de Vlaamse Regering nu, na het advies van de Raad van State, definitief een besluit goed dat een aantal organisatorische aanpassingen doorvoert. Zo wordt de toezichtsopdracht voor de toezichthouders van de Mestbank aangepast, zodat deze nu betrekking heeft op de beide artikelen van het decreet over het integraal waterbeleid die bepalen welke landbouwactiviteiten in de oeverzones langs waterlopen toegestaan zijn. Daarnaast wordt de samenstelling van het opvolgingsorgaan geregeld.

 


Intrekking tijdelijk handelingskader voor gebruik PFAS-houdende bodemmaterialen en voor invulling saneringscriterium 'duidelijke aanwijzing van ernstige bodemverontreiniging' 

Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns 

In het kader van oriënterende en verkennende bodemonderzoeken met vaststelling van PFAS-verontreiniging keurde de Vlaamse Regering op 7 juli 2023 een besluit goed dat een tijdelijk handelingskader aanreikt voor het gebruik van PFAS-houdende bodemmaterialen in het kader van grondverzet (onder meer bij de opmaak en beoordeling van technische verslagen en de aanvragen tot grondverzettoelating), evenals een tijdelijk handelingskader voor de beoordeling van het saneringscriterium 'duidelijke aanwijzing van ernstige bodemverontreiniging' in het kader van bodemonderzoeken. Sinds de bekrachtiging en afkondiging van dat besluit zijn er verschillende nieuwe feitelijke en juridische elementen op de voorgrond getreden, die nopen tot een herziening van het tijdelijk handelingskader. Daarom beslist de Vlaamse Regering, na advies van de Raad van State, nu definitief het besluit van 7 juli 2023 in te trekken. De intrekking zorgt ook voor rechtszekerheid voor de lokale en provinciale besturen in die zin dat er duidelijkheid is dat het bestaande wettelijk kader in het Bodemdecreet en het VLAREBO-besluit voor de beoordeling van bodemonderzoeken met niet-genormeerde parameters en het gebruik van bodemmaterialen voor niet-genormeerde parameters van toepassing blijft.

 


Voorontwerp wijziging decreet over duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet): verwerking persoonsgegevens 

Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns 

De Vlaamse Regering wijzigt principieel haar decreet van 23 december 2011 over het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, voor wat de verwerking van persoonsgegevens betreft. Deze regeling behelst zowel de verwerking van persoonsgegevens door OVAM als verwerkingsverantwoordelijke, als de verwerking door bepaalde andere actoren die in het kader van het afval- en materialenbeleid optreden als verwerkingsverantwoordelijke: lokale besturen, inzamelaars, handelaars en makelaars van afvalstoffen en materialen, deskundigen in het kader van afvalstoffen en materialen, beheersorganismen in het kader van Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV), en organisaties die instaan voor de kwaliteitsborging van het beleid. Het betreft een eerder technische wijziging waarbij aan het Materialendecreet een nieuw hoofdstuk wordt toegevoegd, dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het Materialendecreet en haar uitvoeringsbesluiten regelt. Over dit voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt nog het advies ingewonnen van de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens (VTC), de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). Daarna wordt het voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

 


Goedkeuring lijsten van belangrijke infrastructuren en agglomeraties voor de uitvoering van de Europese richtlijn over de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai 

Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns en Vlaams minister Annick De Ridder 

In uitvoering van de Europese richtlijn over de evaluatie en beheersing van omgevingslawaai, keurt de Vlaamse Regering de lijsten van belangrijke infrastructuren en agglomeraties goed. Lidstaten moeten bij aanvang van elke cyclus aan de Commissie rapporteren welke de belangrijke agglomeraties (>100.000 inwoners), de belangrijke wegen (>3 miljoen passages per jaar), de belangrijke spoorwegen (>30.000 passages per jaar) en de belangrijke luchthavens (> 50 000 vliegbewegingen) op hun grondgebied zijn voor de opmaak van de strategische geluidsbelastingkaarten en geluidsactieplannen. De geluidsbelastingkaarten voor deze nieuwe cyclus moeten worden opgemaakt voor referentiejaar 2026 en tegen 30 december 2027 worden gerapporteerd aan de Europese Commissie. Vervolgens moeten geluidsactieplannen worden opgesteld met als basis de prioritaire problemen die zijn vastgesteld op deze geluidsbelastingkaarten op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of andere criteria. De samenvattingen van deze geluidsactieplannen moeten gerapporteerd worden aan de Europese Commissie tegen 18 januari 2030.

 


Wijziging voorschriften voor binnenschepen en binnenvaartpersoneel 

Op voorstel van Vlaams minister Annick De Ridder 

Na het advies van de Raad van State beslist de Vlaamse Regering definitief tot een reeks technische aanpassingen aan de regelgeving voor binnenschepen en binnenvaartpersoneel. Deze wijzigingen versterken de veiligheid, verduidelijken bemanningsvereisten en vereenvoudigen het toezicht op onder meer vaartijdenboeken. Een belangrijke maatregel is de vergemakkelijkte instroom vanuit de zeevaart: houders van een STCW-certificaat (vaarbevoegdheidsbewijs) hoeven geen gelijkaardige veiligheidsopleiding meer te volgen in de binnenvaart. Ook worden bepalingen aangepast voor stadsrondvaartboten en schepen op alternatieve brandstoffen, met aandacht voor proportionele veiligheidsvereisten.

 


Grondwettelijk Hof: rolnummer 8510

Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns

Beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 20 december 2024 «tot wijziging van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en het Mestdecreet van 22 december 2006 », ingesteld door Bart Smeets en anderen

 

 

Bron: Vlaanderen.be - Beslissingen Ministerraad van 05 september 2025