|
Verzamelbesluit I Energie en Klimaat Op voorstel van viceminister-president Melissa Depraetere |
|
De Vlaamse Regering keurt principieel het eerste Verzamelbesluit Energie en Klimaat goed. Het bevat verschillende wijzigingsbepalingen rond Energie en Klimaat. Het gaat onder meer om: het uitdoven van de E-peilpremie; de actualisering van de missie van het VEKA; de verduidelijking dat gereserveerde technische flexibiliteit bij elektriciteitsopslagfaciliteiten zowel kan toegepast worden op de afname als de injectie; verschillende aanpassingen rond de digitale meter voor elektriciteit en aardgas en rond remote processen van de netbeheerders bij energiefraude, een leegstaande woning en een verhuis; (uitstelregelingen voor de) PV-verplichting (voor grote afnemers); de certificering voor aannemers en installateurs hernieuwbare energie; de erkenningsregeling voor energiedeskundigen, aanpassingen in het kader van de call groene warmte en het EPC; wijzigingen aan de renovatieverplichting; oude gebouwen met een verouderde installatie worden vrijgesteld van het hebben van een gebouwautomatisering en -controlesysteem; het vastleggen van de maximale bedragen voor de energiescans; wijzigingen aan de sociale openbaredienstverplichtingen; en de periode van het verbod op schorsing van de toevoer voor thermische energie in de winterperiode wordt uitgebreid met één maand, om in lijn te zijn met dit voor elektriciteit en aardgas. Dit Verzamelbesluit wordt voor advies voorgelegd aan de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens (VTC) en aan de Vlaamse Nutsregulator. Het wordt ook aangemeld bij de Europese Commissie. |
|
Op voorstel van viceminister-president Melissa Depraetere |
|
De Vlaamse Regering wijzigt principieel het Energiedecreet en het decreet over de operationalisering van een Vlaamse Nutsregulator. Het gaat om de gedeeltelijke omzetting van de nieuwe Europese Richtlijn Energie-Efficiëntie in Vlaamse regelgeving. De Richtlijn vertrekt vanuit de fundamentele premisse dat strategische investeringen in energie-efficiëntie de energievraag op kosteneffectieve wijze kan verminderen. Dit overkoepelende principe, het energie-efficiëntie eerst-principe (EE1st), moet worden toegepast in alle sectoren en door alle actoren, zowel privaat als publiek. Met dit voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt dan ook een algemene rechtsgrond ingevoerd voor de Vlaamse Regering om de verplichting op te leggen om energie-efficiëntieoplossingen te beoordelen in het kader van belangrijke investeringsbeslissingen. De Vlaamse Regering wordt ook gemachtigd om uitzonderingen op de verplichting vast te stellen, en om te bepalen welke maatregelen gelijk worden gesteld met het uitvoeren van de beoordeling. Daarnaast wordt een rechtsgrond gecreëerd voor de Vlaamse Regering om verplichtingen op te leggen aan de Vlaamse overheid, de provincies en gemeenten met betrekking tot de toepassing van het EE1st-principe. Het voorontwerp van decreet omvat onder meer bepalingen rond energiebesparingsverplichting in de publieke sector, energie-audits en -managementsystemen, monitoring van het energieverbruik van datacenters, warmteplanning, en energie-efficiëntie op het distributienet. Dit voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt voor advies voorgelegd aan de Vlaamse Nutsregulator, de SERV en de Minaraad. |
|
Op voorstel van viceminister-president Melissa Depraetere |
|
Met het oog op het creëren van een regelgevend kader voor flexibele aansluitingsovereenkomsten op het elektriciteitsdistributienet en het plaatselijk vervoersnet van elektriciteit, hecht de Vlaamse Regering, na adviezen van de Minaraad, de SERV en de Vlaamse Nutsregulator, opnieuw haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat het Energiedecreet wijzigt. Het gaat om een gedeeltelijke omzetting van Europese regelgeving voor het verbeteren van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie. De Vijfde Elektriciteitsrichtlijn werd gepubliceerd op 24 mei 2024 en hervormt de bestaande regels rond de EU elektriciteitsmarktwerking. De richtlijn heeft als doel om de ontwikkeling van hernieuwbare energie te bevorderen, consumenten beter te beschermen en het concurrentievermogen van de industrie te verbeteren. Het voorliggend aanvullend regelgevend kader (via de omzetting van de Vijfde Elektriciteitsrichtlijn) voorziet dat de elektriciteitsdistributienetbeheerder Fluvius en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit flexibele aansluitingsovereenkomsten aanbiedt aan netgebruikers op hun net. Deze overeenkomsten kunnen gebruikt worden om sneller nieuwe aansluitingen of het verhogen van de capaciteit te voorzien in netgebieden met congestierisico’s of beperkte netcapaciteit. Over dit voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt het advies ingewonnen van de Raad van State. |
|
Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns |
|
De Vlaamse Regering keurt de startnota goed voor de opmaak van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Bestendiging en ontwikkeling historisch gegroeid bedrijf Agristo’ in Harelbeke. Deze startnota vormt de eerste stap in het planningsproces om rechtszekerheid te bieden voor de verdere ontwikkeling van de site van Agristo, een historisch gegroeid aardappelverwerkend bedrijf. Het plan beoogt een herinrichting van de site tot kennis- en innovatiecentrum, zonder bijkomende ruimte-inname maar met aangepaste bouwhoogtes tot 20 meter. Nu volgt een publieke raadpleging en adviesronde. Het advies wordt gevraagd aan de strategische adviesraad Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed (SARO), de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, de deputatie van de provincie West-Vlaanderen en de stad Harelbeke. |
|
Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns |
|
Na advies van de SARO en de Minaraad hecht de Vlaamse Regering opnieuw haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet tot wijziging van verschillende decreten van het beleidsdomein Omgeving in het kader van de implementatie van Europese regelgeving over hernieuwbare energie, kritieke grondstoffen en nettonultechnologie. De Europese Richtlijn 'RED III' is op 20 november 2023 in werking getreden. Deze richtlijn brengt wijzigingen aan in het wetgevingskader voor hernieuwbare energie tot 2030 en daarna, met inbegrip van bepalingen om de vergunningsprocedures voor hernieuwbare-energieprojecten te stroomlijnen. Daarnaast zijn er recent twee Europese verordeningen met impact op de omgevingsvergunningverlening: de Europese verordening tot vaststelling van een kader om een veilige en duurzame voorziening van kritieke grondstoffen te waarborgen (CRMA-verordening); en de verordening tot vaststelling van een kader van maatregelen ter versterking van het Europese ecosysteem voor de productie van nettonultechnologie (NZIA-verordening). Zowel de RED III richtlijn als de verordeningen maken het nodig om de Vlaamse wetgeving rond vergunningen aan te vullen. De Vlaamse Regering hecht daarom haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat zorgt voor de omzetting van deze regelgeving. Het voorontwerp van decreet wordt nu voor advies voorgelegd aan de Raad van State. |
|
Bescherming drinkwaterproductie tegen verontreiniging met pesticiden of andere producten Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns |
|
Na advies van de Minaraad, de SERV, de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, en de SALV. hecht de Vlaamse Regering opnieuw haar principiële goedkeuring aan haar besluit over de bescherming van actieve winningszones van oppervlaktewater voor de productie van water bestemd voor menselijke consumptie tegen verontreiniging met pesticiden. Met dit besluit wordt een procedureel kader verankerd voor een betere bescherming van oppervlaktewater, bestemd voor de productie van drinkwater. De resultaten van een opvolging van de kwaliteit van het ruw oppervlaktewater en de periodieke noodzakelijke stopzetting van innames om de kwaliteit van het drinkwater te verzekeren, geven aan dat bijkomende, gerichte maatregelen nodig zijn. De Vlaamse minister bevoegd voor Omgeving kan nu bij ministerieel besluit bijkomende beschermingsmaatregelen vastleggen binnen de waterwingebieden die actief worden benut voor de productie van drinkwater. Uitgangspunt is een gebiedsgerichte en in tijd afgebakende aanpak. Het besluit wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State. |
|
Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns |
|
Na advies van de Raad van State hecht de Vlaamse Regering opnieuw haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat instemt met het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over het kader voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor bepaalde afvalstromen en voor zwerfvuil. Het samenwerkingsakkoord creëert enerzijds een interregionaal kader voor het beleid rond de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor bepaalde afvalstromen. Dit komt ten dele in de plaats van bestaande Vlaamse reglementering omdat een interregionale aanpak juridisch robuuster is om verplichtingen op te leggen aan producenten die op nationaal niveau hun producten op de markt brengen. Er worden ook drie nieuwe producten aangewezen waarop de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid de komende jaren van toepassing kan worden: textiel, meubels en luiers. Anderzijds voorziet het samenwerkingsakkoord ook in een regeling rond de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor zwerfvuil, vanuit het principe dat de producenten van producten die een significante impact hebben op de zwerfvuilkosten, deze kosten moeten dragen. In dit kader bevestigt de Vlaamse Regering ook haar goedkeuring aan de impact op het personeel van de Vlaamse overheid en specifiek aan de verankering van 45 VTE en 16 additionele VTE bij de OVAM en onrechtstreeks bij het beleidsdomein Omgeving. Ze wijst de OVAM aan als de instelling die de heffingen ontvangt en die voor het Vlaamse Gewest beslist over de verdeling tussen de diverse overheidsinstanties van de ontvangsten van deze heffingen. Het voorontwerp van instemmingsdecreet wordt opnieuw voorgelegd aan de Raad van State. |
|
Dialoognota in kader opmaak nieuw Beleidsplan Ruimte Vlaanderen Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns |
|
De Vlaamse Regering hecht haar goedkeuring aan de dialoognota als eerste formele stap in het proces om te komen tot een nieuw Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). De nota schetst de krijtlijnen van het toekomstige ruimtelijk beleid en vormt het vertrekpunt voor een brede dialoog met burgers, lokale besturen en adviesraden. Het BRV zal het huidige Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen uit 1997 volledig vervangen. Het BRV wil antwoorden bieden op complexe maatschappelijke uitdagingen zoals wonen, economie, open ruimte, klimaat en mobiliteit. De dialoognota introduceert daarvoor drie ruimtelijke transformatieopgaven en een ruimtelijk kompas met zes ontwikkelingsprincipes. Deze basis wordt in volgende fases uitgewerkt tot een ontwerp-BRV met strategische visie en beleidskaders. De conceptnota zal voorgelegd worden aan de betrokken strategische adviesraden (minstens SARO, MiNaraad, SALV en MORA), de lokale besturen en het publiek. Op basis van deze reacties zal verder gewerkt worden aan een ontwerp-BRV. |
|
Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns |
|
De Vlaamse Regering hecht haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat voorziet in afwijkingen op de omgevingsvergunningsplicht, omgevingsmelding en andere toelatingen in geval van een een defensiegerelateerde uitzonderingssituatie. Het voorontwerp geeft uitvoering aan het Vlaams Defensieplan en werkt een sui generis-procedure uit voor de productie en opslag van wapens, munitie en oorlogsmateriaal in bestaande of nieuw te bouwen constructies in geval van een defensiegerelateerde uitzonderingssituatie. Het volledig doorlopen van een generieke omgevingsvergunningsprocedure is immers niet verenigbaar met de flexibiliteit en snelheid die vereist is om in crisissituaties onze defensieindustrie de mogelijkheid te bieden om de productie van militair materieel binnen bestaande of nieuw te bouwen infrastructuur onmiddellijk op te starten. De toepassing van deze specifieke procedure kan enkel in het geval van een gebeurtenis of ernstige bedreiging die de fundamentele constitutionele, politieke, economische of sociale structuren van België of de Europese Unie ernstig kan destabiliseren en die daarenboven noodzaakt tot een snelle opschaling van de productie of opslag van wapens, munitie of oorlogsmateriaal. Het toezicht op de activering van deze uitzonderingsprocedure ligt bij het Vlaams Parlement. De regeling geldt enkel voor materieel opgenomen op de Europese lijst van wapens en munitie. Het voorontwerp van decreet wordt nu voor advies voorgelegd aan de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend Erfgoed (SARO) en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). |
|
Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns en Vlaams minister Annick De Ridder |
|
Conform het decreet over het integraal waterbeleid, keurt de Vlaamse Regering het ontwerp van de Blue Deal 2025-2029 goed. Ze kiest hiermee voor een toekomstgericht en klimaatrobuust waterbeleid. Dit visiedocument bevat de krachtlijnen van het integraal waterbeleid voor het Vlaamse Gewest. De Blue Deal formuleert strategische doelstellingen voor oppervlaktewaterkwaliteit, overstromingen en droogte, grond-, drink- en afvalwater. De Blue Deal maakt de meerjarenfinanciering vanuit de beleidsdomeinen Omgeving en Mobiliteit en Openbare Werken voor het watersysteembeheer en de financiering van de waterketen inzichtelijk. Daarnaast zet de Blue Deal in op versterkte samenwerkingen, met bijzondere aandacht voor gebiedsgerichte werking. |
|
Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns en Vlaams minister Annick De Ridder |
|
De Vlaamse Regering neemt kennis van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het luik Rivierherstel Leie als onderdeel van het geïntegreerd plan Seine-Schelde voor de Leie-as. De fasering zoals beslist door de Vlaamse Regering op 24 september 2021 blijft behouden. In functie van de realisatie van fases 2 en 3 wordt blijvend ingezet op het zoeken naar oplossingen op maat voor verwerving, het ruilen van gronden met flankerende maatregelen en het instrument zelfrealisatie. De gouverneurs van Oost- en West-Vlaanderen worden opnieuw aangesteld als intendanten tot het einde van fase 2, de realisatie van 200 ha watergebonden terrestrische natuur tegen 31 december 2027. Ze zullen in functie van de rapportering van de voortgang een tussentijds rapport afleveren op 31 december 2026 en een eindrapport op 31 december 2027. Het Agentschap Natuur en Bos en de Vlaamse Landmaatschappij stellen, binnen het kader van de Blue Deal 2.0, de nodige middelen ter beschikking om de nodige concrete initiatieven te nemen in functie van de verdere gefaseerde ontwikkeling van de in 2010 vooropgestelde watergebonden terrestrische natuur in de Leievallei tussen Wervik en Deinze en volgens de in 2021 vooropgestelde fasering. Het Departement Omgeving zal het proces voor de opmaak van het AGNAS GRUP Leievallei van Wielsbeke tot Deinze verder zetten en de nodige herbestemmingen doorvoeren voor Rivierherstel van de Leie. De Vlaamse minister bevoegd voor Omgeving staat, vanuit de gebiedsgerichte samenwerking, in voor de evaluatie van de bestaande inzichten en vertaling van de verschillende ruimtevragen met als doel te komen tot een evenwichtig ruimtelijk en gedragen gebiedsprogramma voor geïntegreerde ontwikkeling voor de Leievallei van Wervik tot Deinze en Gent. De bevoegde Vlaamse ministers van Openbare Werken en van Omgeving zullen een analyse laten uitvoeren rond de waterveiligheid in de Leievallei van Wervik tot Deinze en Gent, in functie van het bepalen van de nodige bergingscapaciteit ter bescherming van de vallei tegen zowel wateroverlast als droogte en waarbij ook koppelkansen met waterkwaliteit, het Seine Schelde - Rivierherstel Leie project en andere omgevingsdoelen mee worden gerealiseerd. |
|
Gedeeltelijke opheffing rooilijnplan gewestweg N1 Merksem Op voorstel van Vlaams minister Annick De Ridder |
|
De Vlaamse Regering beslist tot gedeeltelijke opheffing van het rooilijnplan nr. B-A/I-4 van de gewestweg N1 in Merksem. De kern van het besluit is de opheffing van de rooilijn die in 1909 werd vastgesteld voor de toenmalige rijksweg van Brussel naar Breda, omdat deze een hedendaags en duurzaam ruimtelijk mobiliteitsbeleid hindert. De omgeving van dit gedeelte van de gewestweg heeft een sterk verstedelijkt karakter met openbaar vervoer in de middenberm, een snelheidsregime van 50 km/u, twee rijstroken in iedere richting, langsparkeerstroken, vrijliggende fietspaden en voetpaden. De ruime breedte van de rooilijn komt niet overeen met de bestaande bebouwing en legt een grote last op nieuwe projecten, terwijl er nood is aan vergunbare renovatie-impulsen om jongere bewoners naar het stadscentrum te krijgen en leegstand en verkrotting tegen te gaan. |
|
Gedeeltelijke opheffing rooilijnplan gewestweg N12 Deurne Op voorstel van Vlaams minister Annick De Ridder |
|
De Vlaamse Regering beslist tot gedeeltelijke opheffing van het rooilijnplan nr. T°26 van de gewestweg N12 in Deurne. De kern van het besluit is de opheffing van de rooilijn die in 1909 werd vastgesteld voor de doortocht van de N12, omdat deze een hedendaags en duurzaam ruimtelijk mobiliteitsbeleid hindert. De omgeving van de gewestweg heeft een sterk verstedelijkt karakter met openbaar vervoer in de middenberm, een snelheidsregime van 50 km/u, langsparkeerstroken, vrijliggende fietspaden en voetpaden. De ruime breedte van de rooilijn komt niet overeen met de bestaande bebouwing en legt een grote last op nieuwe projecten, terwijl er nood is aan vergunbare renovatie-impulsen om jongere bewoners naar het stadscentrum te krijgen en leegstand en verkrotting tegen te gaan. |
|
De Vlaamse Regering beslist tot bekrachtiging en afkondiging van het decreet over de Dienst Afzonderlijk Beheer (DAB) ‘Investeringsprogramma Energiebeheer en Klimaat Overheidsgebouwen’. De regering heeft beslist de DAB verder te financieren met nieuwe middelen voor 2025 (20 miljoen euro) en 2026 (10 miljoen euro). Ook de terugbetaling van eerdere investeringen vullen verder het fonds aan. Gegeven de hoge noden in zowel de gebouwen van de Vlaamse overheid zelf, als bij de instellingen van het Gemeenschapsonderwijs en de door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden ondersteunde Zorgvoorzieningen, wordt de scope van de DAB in die zin uitgebreid. Daarnaast wordt de scope van de DAB inhoudelijk enigszins verruimd en beoogt het vanaf nu de ondersteuning van investeringen die bijdragen tot het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030. Dit plan beschrijft specifiek de opdrachten van Het Facilitair Bedrijf met betrekking tot het gebouwenpark (en het wagenpark) van de Vlaamse overheidsdiensten. Analoge engagementen voor de welzijnssector en voor het Onderwijs worden hierin beschreven. Het decreet werd op 9 juli 2025 aangenomen door het Vlaams Parlement. |
|
Wijziging Vlaamse Codex Dierenwelzijn: voorontwerp decreet Op voorstel van Vlaams viceminister-president Ben Weyts |
|
De Vlaamse Codex Dierenwelzijn van 17 mei 2024 bevat een aantal bepalingen die verduidelijking of bijsturing vereisen. De Vlaamse Regering hecht daarom haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet dat de Vlaamse Codex Dierenwelzijn wijzigt. Het gaat om een aantal taalkundige en inhoudelijke verduidelijkingen. Daarnaast bevat het voorontwerp van decreet bepalingen over de administratieve sanctionering (onder meer voor het gepast en snel optreden in geval van overtredingen van de regelgeving), over het invoeren van een wettelijke basis voor het digitaal ondertekenen van processen-verbaal (van waarschuwing), en over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het voorontwerp van wijzigingsdecreet wordt nog voor advies voorgelegd aan de Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens en daarna aan de Raad van State. |
|
Op voorstel van Vlaams viceminister-president Ben Weyts |
|
Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse Regering definitief het koninklijk besluit van 27 april 2007 met erkenningsvoorwaarden voor inrichtingen voor dieren en met de voorwaarden voor de verhandeling van dieren, voor wat het garantiecertificaat voor honden en katten betreft. Het wijzigingsbesluit brengt bijlage XI van het KB van 27 april 2007 in lijn met de Wet van 21 februari 2024 ‘tot wijziging van het oud Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de verkopen aan consumenten’. |
|
Project ‘Regelrecht’: eerste rapportering en krachtlijnen Op voorstel van van Vlaams minister-president Matthias Diependaele |
|
Het project 'Regelrecht', rond administratieve vereenvoudiging en vermindering van regeldruk, pakt overregulering, bestuurlijke verrommeling en administratieve en politieke verkokering aan en maakt voorstellen van administratieve vereenvoudiging concreet. Alle betrokken ministers, het middenveld, maatschappelijke actoren en administraties zijn mee verantwoordelijk om dit project te doen slagen en dragen bij om doelgericht en accuraat te duiden waar minder overheid, minder regels en meer vertrouwen aan de orde kunnen zijn. In dit kader neemt de Vlaamse Regering nu kennis van het rapport 'Regelrecht - juli 2025' dat is opgebouwd uit twee delen: procesinformatie en een overzicht van de voorstellen en werkzaamheden per werkgroep. Op basis van het rapport geeft de Vlaamse Regering opdracht aan de bevoegde Vlaamse ministers om acties uit te werken of beslissingen te nemen in het kader van een hele reeks krachtlijnen tot vereenvoudiging, en die aan de Vlaamse Regering te rapporteren. |
|
Op voorstel van Vlaams minister Jo Brouns |
|
Ontwerp van omzendbrief OMG/2025/01: "Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines" |
|
Op voorstel van van Vlaams minister-president Matthias Diependaele en Vlaams minister Annick De Ridder |
Bron: Vlaanderen.be - Beslissingen Ministerraad van 14 juli 2025