31/03/2006

Begroting 2006: ruimte voor initiatieven ikv beleidsdomeinen leefmilieu en natuur, energie en openbare werken

Terug naar artikeloverzicht

Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, heeft in het kader van de begrotingsbesprekingen 2006 ruimte gemaakt voor volgende initiatieven in het kader van zijn beleidsdomeinen leefmilieu en natuur, energie en openbare werken.

Domein leefmilieu en natuur

- De samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten en provincies "Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling" is een groot succes. Minister Peeters voorziet dan ook bijkomend 2,67 miljoen euro voor de samenwerkingsovereenkomsten.

Daarnaast voorziet minister Peeters bijkomend 1,2 miljoen euro voor de toegezegde subsidiring van de bosbeheersplannen, die nu door de gemeenten ingediend worden.

Op deze manier ondersteunt de minister maximaal de rol van de gemeenten en provincies in de uitbouw van het Vlaamse milieubeleid. Dit sluit aan bij het standpunt van de Vlaamse Regering om de lokale besturen meer autonomie te geven: de lokale besturen staan immers het dichtst bij de basis. Deze extra financile middelen laat hen toe een betere dienstverlening te garanderen aan haar burgers.

- In het kader van de bodemsanering worden de investeringsmiddelen opgetrokken met 1,5 miljoen euro. Deze extra middelen dienen voor de sanering van vervuilde bodems in uitvoering van het cadmiumactieplan van minister Peeters.

- De beheersovereenkomsten met de landbouwers kennen een stijgend succes. Daarom heeft minister Peeters een extra budget van 815.000 euro voorzien. Door een beheerovereenkomst te sluiten in agrarisch gebied, engageren landbouwers zich om specifieke bepaalde maatregelen uit te voeren en bepaalde voorwaarden na te leven die ten goede komen aan natuur en milieu. In ruil daarvoor krijgen die landbouwers een vergoeding.

Sinds 2005 kunnen landbouwers, wanneer ze erosie tegengaan op hun percelen, een beheerovereenkomst sluiten. Vanaf februari 2006 kunnen ook overeenkomsten voor perceelsranden afgesloten worden. Door de aanleg van perceelsranden voorzien de landbouwers een beschermingsstrook langs o.a. waterlopen, bossen en houtkanten waardoor er minder voedingsstoffen en bestrijdingsmiddelen in de aangrenzende waterloop, het aanpalende bos of de houtkant langs het perceel terechtkomen. Deze nieuwe overeenkomsten kennen eveneens een groot succes.

- Minister Peeters voorziet 387.000 euro extra ter ondersteuning van de bosgroepen. Bosgroepen zijn verenigingen van boseigenaars die door samenwerking en ondersteuning de duizenden Vlamingen, met een stukje bos in hun bezit, bijstaan en ondersteunen in het beheren van dat bos.

In de uitdaging voor een meer kwalitatief bosbeheer in Vlaanderen, wordt door minister Peeters hoog ingezet op de bosgroepen. De bosgroepen dienen de chte hoeksteen te worden van het vernieuwde Vlaamse bosbeleid. Er dient dan ook alles aan gedaan te worden om de bosgroepen te ondersteunen en hen in staat te stellen hun belangrijke opdracht ten voordele van zowel de bosbeheerder als het bos zelf, te helpen volbrengen.

Die dienstverlening kan gaan van administratieve ondersteuning in de vorm van het aanvragen kapmachtigingen, opmaak beheerplannen of aanvragen van subsidies tot bosbouwkundige advies en ondersteuning bij houtverkoop of bosaanplant. Over gans Vlaanderen groeperen de bosgroepen momenteel zo'n drieduizend boseigenaars en dit aantal groeit dagelijks aan. Iedere boseigenaar, groot of klein, is welkom bij de bosgroep voor een advies op maat over het beheer zijn of haar bos.

Momenteel worden 5 nieuwe bosgroepen erkend (de bosgroepen Noorderkempen in Antwerpen, Zuid-Limburg en Hoge Kempen in Limburg, Vlaamse Ardennen in Oost-Vlaanderen en Dijle-Geteland in Vlaams-Brabant). Dit brengt het totaal aantal erkende bosgroepen op 12. Op termijn zullen er echter gebiedsdekkend bosgroepen komen zodat iedere boseigenaar in Vlaanderen een duidelijk aanspreekpunt heeft voor alles wat met bosbeheer te maken heeft.

- Minister Peeters voorziet 100.000 euro voor INBO in het kader van het behoud van de wetenschappelijke competenties inzake biomonitoring.

De Vlaamse overheid levert belangrijke inspanningen voor behoud en verbetering van de natuurkwaliteit in Vlaanderen. Dit kadert niet enkel in internationale verplichtingen, maar wenst vooral ook tegemoet te komen aan groeiende maatschappelijke behoeften.

Bij de fusieoperatie van het Instituut voor Natuurbehoud en het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer tot het nieuwe INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) wordt de wetenschappelijke onderbouwing van het beleid verdiept en verbreed, teneinde de efficintie en effectiviteit van diverse beslissingen en maatregelen te kunnen opvolgen.

Met name rond biologische monitoring dient het INBO zich als kenniscentrum verder te kunnen ontplooien, met inschakeling van specifieke wetenschappelijke competenties. Het INBO moet daarom instaan voor het verzamelen en verwerken van inventarisatiegegevens tot ruim raadpleegbare databanken en het 'vertalen' van wetenschappelijke kennis naar het beleid. Tal van vereisten inzake rapportering dringen zich op (OESO, Europees milieuagentschap, EU richtlijnen) waarbij een gestructureerde uitbouw van biologische monitoring recurrent dient gegarandeerd te worden. Ook op Vlaams niveau is wetenschappelijk onderbouwing naar gewest, provincies en gemeenten toe een essentile voorwaarde om een ruim draagvlak voor een ecologisch gefundeerd natuurbeleid te verkrijgen. De bestaande instrumenten zoals het tweejaarlijkse Natuurrapport en de website natuurindicatoren (zie www.inbo.be) leveren daartoe reeds een belangrijke bijdrage. 

Naast het verder zetten van diverse bestaande milieumeetnetten (voornamelijk via VMM) heeft minister Peeters dus deze 100.000 euro extra uitgetrokken om ook de continuteit van lopende biologische monitoring aan het INBO te verzekeren naar de toekomst toe. Hierdoor kunnen bestaande expertises aan boord gehouden worden en uitgroeien tot een versterking van het INBO als kenniscentrum voor alles wat met biodiversiteit te maken heeft.

Domein energie

Minister Peeters voorziet ten slotte 15 miljoen euro extra middelen voor het realiseren van de Vlaamse doelstelling in het kader van het Kyoto-protocol. 

Om tijdig het Vlaamse aandeel in de Belgische Kyotodoelstelling te realiseren in de periode 2008-2012, zijn verdere inspanningen nodig. In het kader van het toekomstige Vlaams Klimaatbeleidsplan 2006-2012 bereidt minister Peeters nieuwe maatregelen en projecten voor die binnenkort aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd.

Domein openbare werken

In het kader van de begrotingscontrole 2006 heeft de Vlaamse Regering vandaag enkele belangrijke beslissingen genomen rond de financiering van het START-programma.

De Vlaamse Regering keurde op 10 december 2004 het Voorstel van Actieplan voor de sociaal-economische ontwikkeling van de luchthavenregio goed. Het plan kreeg de naam START (STrategisch Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de luchthavenregio).

Wat het luik openbare werken betreft, bevat het START-programma belangrijke werken aan de Brusselse ring om de capaciteit, de doorstroming en de verkeersveiligheid te verhogen. Voor de aanleg van de Noordelijke ontsluiting van de luchthaven werden reeds eerder middelen voorzien in het kader van de alternatieve financiering.

Inzake openbare werken gaat het specifiek over het verbreden van de ring Noord ter hoogte van Zellik-Wemmel en Wemmel-Vilvoorde, over het ontdubbelen van de ring in de zone Zaventem tussen E19 en E40 (aanleg parallelwegen, meest filegevoelige deel met toegang tot luchthaven), de verbetering van de Ring Oost (Leonardkruispunt). Ten slotte worden ook belangrijke  vebeteringswerken voorzien aan de A12 ter hoogte van Meise-Westrode met een aansluitingscomplex voor de nieuwe industrieterreinen.

Beslissing 31 maart 2006

  1. Vandaag is, in het kader van de opstart van deze START-projecten, 23,6 miljoen euro voorzien voor openbare werken. Deze middelen laten toe de onteigeningen en het studiewerk te starten voor 3 projecten, met name:
    • de Noordelijke ontsluiting, dit is een project in samenwerking met Infrabel;
    • de ontsluiting Meise-Westrode A12;
    • de verbreding RO noord (Zellik-Wemmel).

  2. Recent besliste minister Peeters tot het verbeteren van de doorstroming, en werd binnen de normale doorstromingsbudgetten 1,2 miljoen ter beschikking gesteld voor doorstromingsmaatregelen in het kader van het START programma:

    Kampenhout N21                                                   600.000
    Asse - Dilbeek N9                                                  300.000
    Lennik (verkeerslichtenbenvloeding)                        40.000
    Machelen (verkeerslichtenbenvloeding)                    40.000
    Meise (Verkeerslichtenbenvloeding)                         40.000
    Overijse (Verkeerslichtenbenvloeding)                     50.000
    Vilvoorde (Verkeerslichtenbenvloeding)                    40.000


    Vandaag is bijkomend 4 miljoen euro voorzien binnen de START-middelen, kunnen een aantal doorstromingsprojecten op de grote invalswegen naar Brussel eerder worden aangepakt dan aanvankelijk voorzien was. De administratie Wegen en Verkeer kreeg intussen de opdracht om deze projecten verder concreet uit te werken en een specifiek voorstel te doen voor de aanpak van de doorstroming voor het openbaar vervoer op deze assen.

    Het gaat daarbij onder meer om:
    • N21 Haachtsesteenweg
    • N2 Leuvensesteenweg
    • N3 Tervuursesteenweg
    • N1 Mechelen Brussel
    • N202 Grimbergen Brussel

Bron: Persbericht van het kabinet van minister Kris Peeters