Advies van 6 februari 2003 over het voorontwerp van decreet tot bevordering van een duurzame landbouw in Vlaanderen

Het voorliggende voorontwerp van decreet draagt weliswaar de titel "bevordering van een duurzame landbouw in Vlaanderen" maar is in essentie gericht op de uitvoering van het PDPO: het Vlaams Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling. Sinds de herorintatie van het Europees landbouwbeleid door Agenda 2000 is plattelandsontwikkeling de tweede pijler van dit Gemeenschappelijk Landbouwbeleid geworden. Om deze pijler te concretiseren heeft de Europese Unie verordening 1257/1999 uitgevaardigd die lidstaten oplegt om concrete plannen voor plattelandsontwikkeling uit te werken. Daarin moeten ze deels opgelegde, deels facultatieve maatregelen opnemen waarvoor de EU cofinanciering voorziet. De Vlaamse regering heeft de verordening toegepast door het goedkeuren van het hoger vermelde PDPO waarover de raad reeds meerdere keren geadviseerd heeft. In de memorie van toelichting stelt de minister uitdrukkelijk dat het voorliggende voorontwerp van decreet een wettelijk kader moet scheppen om op een krachtige manier invulling te kunnen geven aan de tweede pijler van het Europees landbouwbeleid, met name het beleid inzake plattelandsontwikkeling. Nog steeds volgens de memorie van toelichting blijkt dit decretale initiatief vooral noodzakelijk te zijn omdat de legistieke basis voor de uitvoering van het PDPO minimaal, versnipperd en soms onvoldoende is. Ook uit de beschrijving van de specifieke artikelen in de memorie blijkt duidelijk dat dit voorontwerp van decreet bijna exclusief is opgemaakt in functie van de uitvoering van het Vlaams programma voor plattelandsontwikkeling.

Het volledige advies kan u raadplegen op de MiNa-Raad website (pdf-document).