08/09/2021

Advies - Uniek loket renovatie- en energiepremie

renoveren-bouw-c-gettyimages-857493436
Terug naar artikeloverzicht

Op 9 juli 2021 ontving de Minaraad de adviesvraag inzake het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van een uniek loket voor de aanvraag en behandeling van bepaalde woon- en energiepremies en tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010 en het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Het voorliggend ontwerp van besluit heeft als doel om zoveel mogelijk premies die gericht zijn op energiebesparing, kwaliteitsverbetering en aanpassing van de woning in één loket te bundelen met het oog op een overkoepelende woningrenovatiepremie. Samen met de invoering van het uniek loket worden de subsidievoorwaarden en aanvraag- en behandelingsprocedure van de energiepremies en renovatiepremie op elkaar afgestemd.

In zijn briefadvies van 11 maart 2021 over het decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 in het kader van de woningrenovatiepremie (zie onderaan bij gerelateerde documenten) (waaraan dit besluit uitvoering geeft) formuleerde de Minaraad een aantal aanbevelingen. De Raad vroeg onder meer om bijkomende stappen te zetten op het vlak van integratie van de elektronische overheidscommunicatie, en om hiertoe afspraken te maken tussen de diverse actoren, met het oog op integratie tussen de verschillende overheidscommunicatiekanalen (zoals bijvoorbeeld de gebouwenpas). De Raad is er dan ook tevreden over dat met voorliggend besluit bijkomende stappen gezet worden op het vlak van de gevraagde integratie. Een koppeling met de Woningpas en de integratie met de EPC-databank, etc. wordt nu voorzien.

Elementen uit het advies van de Raad die met het voorliggende uitvoeringsbesluit nog steeds onderbelicht blijven, zijn: premies op maat van de gemeenschap van een appartementsgebouw en andere collectieve woonvormen, en aandacht voor circulair materialen- en watergebruik. Feitelijk worden de bestaande premies op het niveau van de gemeenschappen van appartementsgebouwen weinig benut: ze blijken dus hun doel (veelal) te missen. Concrete suggesties voor specifieke premies op maat van de gemeenschap van een appartementsgebouw zijn: te voorzien (1) in een pand-gebonden premie, (2) in haalbare administratieve procedures door o.a. de mogelijkheid om premies voor gemeenschappelijke delen mogelijk te maken op grond van één handtekening – van de syndicus en (3) in het instellen van premies in verhouding tot de budgetten die nodig zijn om de gemeenschappelijke delen duurzaam, energetisch optimaal en (brand)veilig te maken.

Het voorontwerp van besluit bevat een hele reeks bijsturingen die de Raad onderschrijft: (1) niet-energetische maatregelen komen enkel in aanmerking voor de gebouwrenovatiepremie als ook aan de energetische normen is of wordt voldaan; (2) de bewoner mag op het moment van de aanvraag houder zijn van een zakelijk recht in een andere woning (dan de premiewoning); (3) de verlaging van de investeringsdrempel naar 1.000 EUR; (4) de verlaging van de ouderdom van de woning naar 15 jaar; (5) de uitbreiding naar niet-woongebouwen; (6) het vermijden van overlap tussen renovatiepremies en de energiepremies.

Als eerste nieuwe inhoudelijke suggestie beveelt de Minaraad aan om snel werk te maken van een verbeterde doelmatigheid van de renovatie- en woonpremies. Zo blijkt dat geldende steunmaatregelen dikwijls te weinig de beoogde doelgroepen bereiken, i.e. de groepen die er het meeste nood aan hebben (zie ook de zorg hiervoor, zoals uitgedrukt in art. 22.1. van de Energie-Efficiëntierichtlijn). Als die steun dan toch wordt aangesproken, blijkt het steunbedrag dikwijls onvoldoende financiële gewicht in de schaal te leggen in verhouding tot de benodigde investering. De Minaraad vraagt dan ook, naar een grondige evaluatie van deze renovatiesteun in functie van betaalbaarheid van renovaties alsook in functie van effectieve bijdrage ervan aan de Vlaamse lange-termijn-doelstelling.

Wat betreft de technieken stelt de Minaraad zich vragen wat betreft de voorgestelde subsidiëring van gascondensatieketels in verhouding tot de Vlaamse doelstellingen op vlak van klimaat en luchtkwaliteit. Vlaanderen moet vermijden dat burgers aangespoord worden om te investeren in het verbranden van niet-duurzame brandstoffen. Prioriteit moet gaan naar maatregelen die passen in het kader van een transitie naar een duurzame verwarming.

De financiering van de energiepremies gebeurt deels via de begroting, het Energiefonds of het Klimaatfonds, maar voornamelijk via het distributienettarief voor elektriciteit. Volgens het regeerakkoord mogen de meerkosten op de elektriciteitsfactuur zeker niet verder toenemen als gevolg van Vlaams beleid. De Minaraad steunt dit uitgangspunt en pleit er zelf voor om het niet-productiegedeelte van de elektriciteitsfactuur, wat nu twee derde van de factuur bedraagt (de eigenlijke energiekost bedraagt nog dus geen derde van de totale prijs van elektriciteit), stelselmatig terug te dringen door de kosten gerelateerd aan klimaatbeleid te financieren via de begroting. Klimaat gerelateerde kosten worden nu immers doorgerekend via de energieheffing, via de nettarieven (ODV) en via de certificatenverplichting voor leveranciers.

De Minaraad vraagt bijkomend aandacht voor het vermijden van dubbelsubsidiëring. Er wordt immers geen koppeling voorzien tussen het nieuwe systeem dat in voege treedt in 2022 en de vorige systemen/aanvragen.

 

Briefadvies Uniek loket renovatie- en energiepremie

 

 

Bron: Minaraad, Vlaamse Overheid