De Minaraad bracht zopas een briefadvies uit over het voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van Vlarem II, en het MER-besluit, wat betreft de omlopen voor motorvoertuigen en vaartuigen. Met het besluitontwerp wordt getracht bestaande rechtsonzekerheid naar aanleiding van rechtspraak van de Raad van State te remediëren. De problematiek van geluidsnormen, verbodsbepalingen en afstandsregels bij omlopen voor motorvoertuigen is nochtans niet nieuw. Reeds sinds midden jaren negentig kent de sector versoepelingen op maat die ook onderwerp waren van kritische weerklank.
Voorliggend ontwerp beoogt de gevolgen van kritische rechtspraak aan te pakken. Dat gebeurt niet via het wijzigen van de sectorale milieuvoorwaarden, wat gepaard zou gaan met de opmaak van een plan-MER. Omwille van de zeer hoge complexiteit, de hoge moeilijkheidsgraad en omdat de geluidsimpact afhangt van vele lokale variabelen en van de soorten motoren, bleek dit echter geen haalbare piste. Er wordt nu gekozen om te voorzien in de mogelijkheid dat er voor ieder individueel project specifieke geluidsoplossingen kunnen worden doorgevoerd.
De Minaraad is kritisch ten overstaan van de vooropgestelde werkwijze. Een strategische milieubeoordeling is nu eenmaal maatwerk. De Raad erkent dat dit uitdagingen met zich mee brengt maar is van oordeel dat het vaststellen van sectorale voorwaarden voor deze omlopen, met een onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieu-impact op strategisch planniveau de voorkeur geniet.
De Raad vindt het belangrijk dat een beleid wordt gevoerd, gericht op het opzetten van actieve beschermings- en herstelprogramma’s om de milieukwaliteit en de biodiversiteit blijvend te garanderen. De Minaraad meent bovendien dat een evaluatie van de bestaande locaties en de afweging van mogelijk nieuwe locaties aangewezen is. Met huidig voornomen worden deze aandachtspunten volgens de Raad niet aangepakt.
De Raad benadrukt vervolgens het belang van een maatschappelijk debat en het vermogen om het besluitvormingsproces te beïnvloeden in een strategische richting. Het vaststellen van sectorale voorwaarden biedt volgens de Raad ook een voordeel bij eventuele handhaving. Er gelden dan immers uniforme minimumstandaarden.
Tot slot stelt de Raad voor om testbanen voor professionele motorvoertuigen uit te sluiten van de voorgestelde regeling, omdat deze activiteiten een ander karakter hebben en passen binnen de groene transitie van de sector.
Bron: Minaraad, Vlaamse overheid