10/09/2020

Advies - Ontwerpdecreet VEKA (Vlaams Energie- en Klimaatagentschap) en milieurapportering

windenergie
Terug naar artikeloverzicht

De in de zomer gestelde adviesvraag, vanwege minister Zuhal Demir, betrof een ontwerpdecreet dat vier operaties beoogt: (1) het Vlaams Energieagentschap wordt omgevormd tot het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, (2) de opdracht inzake klimaat van het Departement Omgeving wordt ondergebracht bij dit Vlaams Energie- en Klimaatagentschap, (3) de tot dusverre door het Departement behartigde opdrachten inzake lucht worden ingevoegd bij de Vlaamse Milieumaatschappij en (4) de tot dusverre door de VMM aangehouden opdrachten inzake milieurapportage worden geïntegreerd bij het Departement Omgeving.

In zijn advies van 8 september vond de Minaraad het een goede stap om de klimaat- en energieopdrachten van de Vlaamse Overheid te integreren bij het nieuwe VEKA (i.p.v. VEA). De Raad vroeg wel om de concrete taakstelling zorgvuldig te bepalen: de echte integratie-oefening moet immers nog gebeuren. Het eindresultaat moet een organisatie zijn die gewapend is voor de transversale uitdaging van klimaat- en energiebeleid. De Minaraad begroette het aangekondigde afsprakenkader inzake transversaal beleid en de governance hiervan. De beleidscyclus inzake klimaat en energie moet duidelijk vastgelegd worden, en het voornaamste hiervan moet wettelijk of reglementair worden verankerd. De Minaraad pleitte er voor om bij VEKA te voorzien in de nodige bestuurlijke capaciteit, om een passende datastrategie uit te werken en te implementeren, en om de synergie met het luchtbeleid intact te houden.

Wat de vernieuwde en geünificeerde omgevingsrapportage aangaat, wees de Minaraad op de veelheid aan specifieke toestandsrapporteringen die door de diverse agentschappen moet worden opgemaakt. Het is belangrijk om het “omgevingsrapport” te definiëren in relatie tot deze specifieke rapporteringen. Algemeen pleitte de Minaraad voor het behoud van het goede van de aflopende milieurapportage, met name (1) de permanente beschikbaarheid van betrouwbare, overzichtelijke gegevens m.b.t. (2) het volledige palet van de diverse milieudrukken en – compartimenten (vlakdekkendheid), op een wijze dat (3) er een zinnige koppeling kon worden gemaakt met de relevante sectoren en dat (4) het geheel op gezette tijden kan leiden tot voor het beleid betekenisvolle publicaties. Het zou goed zijn het begrip “omgeving” richtinggevend te laten zijn bij deze operatie.

Tot slot ging de Minaraad in op de noden aan informatie, communicatie, overleg en inspraak i.v.m. rapportage en planning. Het Bestuursdecreet heeft de basis gelegd, maar is niet afdoende om tot een gedegen governance van de rapportage te komen. De Minaraad pleitte alleszins voor een vaste periodiciteit van de rapportage, in lijn met internationale en Europese verplichtingen. De begeleiding van de voorbereiding van deze rapportering zou goed geregeld moeten worden. Wat de inspraak bij het klimaat- en energiebeleid betreft, adviseerde de Minaraad om lessen te trekken uit voorgaande participatieprocessen. De door de Governance-verordening gevraagde governance – en met name de contouren van de permanente energiedialoog – zou goed moeten verankerd worden. Er zou gezorgd moeten worden voor een goede basis voor een permanente dialoog met de lokale overheden.

Klik hier voor het advies

 

 

Bron: Minaraad, Vlaamse Overheid